Hoofdstuk 7

Ik kom aan in de straat waar mijn oude beste schoolvriend: Ayden van der Jong wont en zoek huisnummer 112. Wat is het lang geleden, dat ik hier ben geweest. Alles is het zelfde, net zoals vroeger. Ik kijk weer terug naar de huisnummers; 72, 74, 76, 78. Ugh! Ik ben nog lang niet bij huisnummer 112. Heel even kijk ik voor me uit en zie aan het einde van de straat een speeltuintje voor kleine kinderen. Er ontstaat een glimlach op mijn gezicht, als ik weer terug denk aan de tijd. Daar speelde ik vroeger altijd samen met Ayden, als ik met hem afsprak bij hem thuis.

'Jaylee, kom dan gaan we naar het speeltuintje achterin in de straat.' Ik kijk op van mijn kleurplaat en kijk recht in de groene ogen van Ayden, die me vrolijk aankijken. Zijn ogen kijken me altijd op dezelfde manier aan, nooit anders. Hij is een van de vrolijkste jongens die ik ken!

'Ja, ja! Ik kom al, even het laatste stukje inkleuren.' zeg ik en kleur het stukje vliegens vlug in, waarna ik van mijn stoel stap. Snel ren ik naar de gang, waar ik Ayden al helemaal klaar zie staan.

'Hier, trek vlug je schoenen aan.' Hij werpt mijn zwarte ballerina's naar mij toe, die ik behendig op vang. Ik trek ze snel aan en loop dan met Ayden naar buiten toe. 'Jaylee, je bent en blijft altijd mijn beste vriendin voor de rest van mijn leven!'

Hij slaat zijn arm om mijn nek heen en er ontstaat een grote glimlach op mijn mond. 'Jij ook, Ay. Als er iets is kom ik naar je toe. Je bent de beste.' Er ontstaat een glimlach op zijn gezicht, waardoor er kuiltjes ontstaan in zijn wangen. Awh, als hij glimlacht is hij schattig.

We komen aan bij het speeltuintje en ik ben de eerste die naar de schommels rent. Ayden komt even later ook naar de schommels toegerend. Snel ga ik op de rechter schommel zitten en met mijn benen begin ik te zwieren, zodat ik begin te schommelen. Ik zie hoe Ayden op de schommel aan de andere kant is gaan zitten, waarna hij ook begint te schommelen. We hebben samen altijd dikke pret!

Mijn glimlach verdwijnt die niemand heeft gezien, aangezien ik een masker draag. Waarvan ik nog steeds niet snap hoe ik daaraan ben gekomen. Vlug werp ik een blik op de huisnummers; 98, 100, 102, 104. Maar wat doe ik als hij hier niet meer woont?

Ik kijk weer terug naar de huisnummers; 108, 110 en 112. Yes, nu ben ik er! Snel loop ik de voortuin in en loop naar de deur toe. Ik zoek naar het bordje met de namen van de bewoners. Mijn glimlach komtweer terug als ik de namen: Evan, Cedrine en Ayden van der Jong lees. Hij woont hier nog!

Ik druk op de bel die naast de deur hangt en wacht rustig af tot dat de deur wordt open gedaan. Ondertussen pak ik het masker met twee handen beet en probeer hem van mijn gezicht af te trekken, maar hij komt geen centimeter losse. Zelfs geen millimeter!

'Goedemorgen, mevrouw. Wat bent u in hemelsnaam aan het doen?' Ik schrik van de stem en geschrokken kijk ik op. Voor me zie ik een knappe jongen staan, die me met zijn groene ogen geschrokken aankijken. Maar wat is Ayden erg verandert, je zou haast zeggen dat hij Ayden niet is! Maar toch is het hem, wat moet ik zeggen?

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top