Hoofdstuk 14

'Mag ik vragen wat er nu met mij gaat gebeuren?' Jace kijkt me glimlachend aan en staat op, waarna hij zijn hand uitsteekt. Ik pak zijn hand beet en ik stap het bed uit, maar voel dan dat ik geen sokken en schoenen aan heb. 'Zeg Jace, waar zijn mijn sokken en schoenen heen?'

'Oeps, die had ik voor je uit gedaan. Noah, wil je de sokken en schoenen van Jay aan geven?' Ik kijk Jace verbaasd aan en zie hem grinniken.

'Alsjeblieft, Jay.' Nu kijk ik Noah verbaasds aan. Sinds wanneer noemen ze me Jay?

'Omdat je een familielid vanaf vandaag van ons bent. Je bent zeg maar nu lid van TMP.' zegt Daan ineens.

'Vroeg ik dat hard op?' Ze knikken allemaal en ik kan mezelf wel voor mijn gezicht slaan. Vlug trek ik mijn sokken en schoenen aan, waarna ik dan met Jace mee loop. 'Waar gaan we heen?'

Ik kijk Jace aan en zie hem geheimzinnig grijnzen. Ugh, wanneer houdt dat geheimzinnigheid is op?

'Oke, sorry Jay! We gaan naar buiten toe.' Opgelucht haal ik adem en niet veel later staan we voor de voordeur. 'Wil je het zien?'

Heel even kijk ik hem aan, want ik weet niet wat hij nou precies bedoeld. Maar knik dan maar. Owan duwt de deurklink naar beneden en daarna duwt hij de deur open. Dan zie ik een politieauto staan en direct ren ik naar buiten Ik kijk wie er in de politieauto zitten en zie mijn stiefouders en Spencer zitten. Mijn mond staat op van verbazing en ik hoor hoe iemand naast me komt staan. Zij gaan eindelijk de bak in! Mooi zo, opgeruimd staat netjes!

'Ben je opgelucht?' Meteen knik en sla dan mijn armen om de persoon heen, die naast me staat. Ik kijk op en zie een versteende Noah, waardoor ik zachtjes grinnik.

'Noah, is alles in orde met je?' Hij knippert met zijn ogen en komt weer terug in de realiteit. Ik laat hem los en kijk even om me heen. Niet ver van ons vandaan zie ik Ayden staan en zonder twijfelen ren ik nar hem toe.

'Ayden!'

'Jaylee!'

We slaan onze armen om elkaar heen en voor ik er erg in heb druk ik mijn lippen op zijn lippen. Er ontploft een bom vol vlinders in mijn buik, maar voel hoe Ayden liefdevol terug kust. Ik kan wel uren zo blijven staan!

Na een tijdje trekken we allebei terug en ik kijk naar zijn ogen die me vrolijk aankijken, net zoals vroeger. Zou ik mijn normale leven weer kunnen oppakken?

'Jaylee, ik moet je wat vertellen!' Begint Ayden en ik kijk hem met vrolijke ogen aan. 'Sinds kleins af aan vond ik jou al leuk. Die ene dag in het speeltuintje merkte ik al dat ik gevoelens voor je had. En-.'

'-Ik snap je helemaal Ay! Dat gevoel had ik volgens mij toen ook al.' Via mijn ooghoeken zie ik Jace, Noah, Owan en Daan aankomen rennen.

'Lieve Jaylee Wilson, wil je mijn meisje zijn?' Ik kijk Ayden weer aan en zie dat hij op zijn knieën is gegaan.

'Ja ik wil!' Ik laat me in zijn armen vallen we kussen elkaar weer vol liefdevol. Jace, Noah, Owan en Daan staan naast ons, met open mond toe te kijken.

'Lieve Jaylee, ik geloof dat het hier eindigt. Daar mee bedoel ik dus ons gezelschap.' Ayden en ik trekken terug, waarna ik me op de vier mannen richt. 'We zullen je mis-'

Plots wordt Jace gebeld en snel pakt hij zijn telefoon, waarna hij opneemt. Hij loopt een eindje weg van de groep, waar hij even telefoneert.

Al snel komt hij weer terug en stopt zijn telefoon terug in zijn broekzak. Zijn ogen staan niet vrolijk en ik zie hem moeilijk zuchten.

'Noah, Daan en Owen, we euh...' Begint Jace, maar je kan duidelijk zien dat hij niet uit zijn zin komt. Wat wilt Jace proberen te zeggen?

'Moeten naar Ierland gaan. Onze taak in Manslicetor is volbracht.' Mijn mond valt open en ze knikken allemaal, daarna geven ze me allemaal een knuffel. 'Jongens, we moeten nu echt vechtrekken.'

Ze zuchten en Jace geeft me nog een dikke knuffel. Ik laat een traantje vallen. Waarom moeten ze nou ineens zo abrupt weg?

'Jaze, kom dan dude! We moeten gaan!'

'Vergeet ons niet lieve Jaylee.' fluisterd hij in mijn oor en laat me los, waarna hij van ons vandaan loopt. Ik kijk hun na en al snel zijn ze te ver weg om nog te zien.

'Jaylee, kom je mee?'

'Ja, ik kom.' Samen met Ayden loop ik naar Port toe. Ik moet toegeven, gelukkiger dan dat ik nu ben kan ik niet worden.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top