Hoofdstuk 11
Ik kijk naar de gang en zie een jongen ineens in de gang staan. Dan komen de twee mensen naar beneden en staan direct stil voor de jongen. De jongen geeft hun geen aandacht en duwt hun aan de kant, waarna hij de woonkamer in stapt. Hij kijkt me met door dringende ogen aan en er gaat een rilling over mijn lichaam.
'Kijk, kijk, kijk! Daar hebben we Jaylee Wilson. De dochter van Samuel Wilson en Joëlle Wilson.' Begint de jongen.
'Hoe- hoe weet je d- dat?' De jongen grijnst eng naar me, waardoor de rillingen over mijn lichaam heen trekt.
'Ben je nou bang?'
'Nee, tuurlijk niet! Wat moet je eigenlijk van me?' Ik zie hem schrikken, maar al snel hersteld hij zich.
'Je moet met ons mee. Dus je komt nu hier of er gebeurd iets met die mensen!' Hij wijst naast Ayden en zijn ouders die nog steeds onder schot staan. Ik slik moeilijk en kijk van de jongen naar Ayden en weer terug. Welke keuze moet ik maken? Wat moet ik doen?
'Wat gaan jullie doen met me, als ik mee ga?' Ik zie hem bedenkelijk kijken en er komt een grijns op mijn gezicht. Die vraag had hij zeker niet verwacht!
'Dat kom je straks wel te weten.' Opnieuw kijkt hij mij door dringend aan. Ik laat niet merken dat ik bang ben voor hem, want dat vindt hij juist leuk!
'Oké, ik ga mee!' Het voelt niet goed, maar Ayden en zijn ouders mag ik niet in gevaar brengen. Zij zijn immers belangrijk, net zoals Valentijn Potters, Maurits van de Wiel en Niek de Molennaar. Zij mogen niet dood, want Ayden weet heel veel over de zaak van mijn ouders dood. Ik voel hoe de jongen mijn hand stevig beet pakt, wat op zich wel pijnlijk is. Maar ik geef geen krimp en werk gewoon met hem mee.
'Damens en heren, jullie taak zit er op. Ik neem haar mee naar de plek waar ik haar ondervraag. Jullie kunnen naar huis.' zegt de jongen tegen alle andere mensen, zodra we buiten voor een zwarte McLaren 720S staan. Mijn mond staat van verbazing open, zou hij rijk zijn?
'Euh, je gaat er niet mee racen hoop ik?' Hij haalt zijn schouders even op.
'Misschien.' zegt hij kortaf en ik zucht wanhopig. 'Kom, instappen!'
Ik luister maar naar hem en stap de auto in, die al open stond. De jongen sluit de deur van de auto, waarna hij vlug om de auto heen loopt en ook instapt achter het stuur. Vlug doe ik maar de gordel om en zie dat de jongen ook zijn gordel om doet. Iets in me zegt dat ik de jongen al eens eerder heb gezien, maar ik weet het niet zeker!
'Zeg vertel eens, hoe heet je eigenlijk. Vertel eens wat over jezelf!' Begin ik meteen en de jongen begint opdat moment te rijden.
'Ik heet Spencer Prinse en ben op 15 juli 20 jaar geworden. Is dat genoeg?' Mijn ogen vergroten zich en ik staar wat voor me uit. Die naam, die naam heb ik ooit gehoord! Maar waar en wanneer? 'Sorry Jaylee, ik nu wel racen!'
Geschrokken kijk ik op en kijk hem aan, alsof hij gek geworden is. Althans dat is hij toch al, mij zomaar ontvoeren! Wat ga ik nou weer krijgen? Is hij soms niet goed snik bij zijn hoofd? Dan hoor ik ineens een sirene achter ons en ik kijk via de rechterzij spiegel naar achteren. Yes, er zit politie achter ons! Dan hebben Ayden en zijn ouders de politie gebeld, dat weet ik wel zeker.
'Jaylee, hou je vast!' roept Spencer ineens en snel zoek ik naar hou vast, maar ik kan nergens hou vast vinden.
'Waar aan?!' schreeuw ik in paniek, mar ik ben al te laat. Met een scherpe bocht rijdt Spencer de autoweg af en we rijden voer een bosweggetje het bos in. Gaat hij nu nog wel de goeie kant op?
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top