64
Fin
De wachters hadden Silvera en de honden losgelaten in het grote bos van het Heilige Woud.
Wij moesten allemaal toekijken met het idee dat ze elk moment verscheurd kon worden.
De wachter die zo stoer praatte over zijn monsterlijke moordhonden lachte hard toen het geblaf van de honden ver weg nog steeds te horen was.
"En jullie," draaide deze man zich naar ons om. "Jullie worden het toetje. Laat ze los,".
Harren, Zack, Ayla en ik werden net als Silvera op de grond geduwd en waren genoodzaakt om achter haar aan te rennen.
"Red jullie vriendinnetje!" lachte een van de wachters.
Ik voelde hun blikken nog in mijn rug branden toen we het pad door het regenwoud volgden.
"Wat is er mis met deze mensen?" klaagde Harren boos.
"Bagu's gastvrijheid was een val," zei ik, terwijl mijn benen me zo snel mogelijk door het bos heen hielpen.
"Toen we over Silvera hoorden dachten we al dat ze haar wat aan zouden doen," merkte Ayla op.
"Helaas hadden we gelijk," reageerde Zack op haar.
"Bagu zal hiervoor boeten," zei ik.
We volgden het geblaf dat gelukkig steeds luider en luider werd.
We waren dichtbij.
"Hier zijn ze," zei Harren toen zachtjes en wees naar een open plek waar in het midden een rots uit de aarde stak.
Naast de rots liepen de honden onrustig rond en omcirkelden één specifieke boom.
Ik bekeek de situatie goed vanuit het hoge gras en zag toen Silvera hoog in die boom zitten.
Ze hield zich stevig vast aan de tak boven haar hoofd, terwijl ze voorzichtig over een tak heen probeerde te lopen. Wat was ze van plan?
Toen zag ik pas dat een van de honden de boom in was geklommen.
"Silvera zit in die boom! We moeten haar redden," zei ik vastbesloten.
"Hoe? We hebben geen wapens. Die hebben ze van ons afgepakt," reageerde Harren.
"Ik kan al helemaal niet vechten," merkte Ayla op.
"Ik heb een wapen. Ik kan vechten," zei Zack toen en ik keek hem verbaasd aan. Had hij vechtvaardigheden waar ik niks van af wist?
"Heb je een mes?" vroeg Harren.
"Ik heb iets beters," antwoordde Zack.
"Vechten hoeft niet per se. Het gaat er meer om dat iemand die honden moet afleiden, zodat we haar veilig naar beneden kunnen halen," zei ik.
"Dat kan ik ook doen," gaf hij me als antwoord.
"Zack," begon Ayla en legde haar hand op zijn schouder. "Je hoeft dit niet te doen,".
Zij begreep wat hij van plan was. Ik wilde dit ook graag weten.
"Wat ga je doen?" vroeg ik en zag dat Zack zijn kleren uit begon te trekken met zijn rug naar ons toegekeerd. Daarna sloot hij zijn ogen.
Dit maakte me nerveus.
Zacks lichaam begon te vervormen en veranderde langzaam in een grote bruine, jonge leeuw.
Zijn bruine katachtige ogen keken ons een voor een aan. Hij was net zo lang als dat wij waren.
"Wow," bracht Harren uit en ook ik was onder de indruk van Zacks uiterlijk.
Ayla leek emotioneel te worden en sloeg haar armen om zijn kop heen.
"Doe voorzichtig," zei ze en de leeuw knikte met zijn kop.
Zack sprong de struiken uit en brulde luid.
De moordhonden keken op toen ze hem zagen en ontblootten hun tanden.
Ze blaften en renden in een groep op hem af.
Zack hield zich gereed voor deze aanval door zijn nagels zichtbaar te maken en begon op ze af te sprinten.
De jonge grote leeuw dook op de honden in en rolde met een paar van hen over de grond. De andere honden probeerden hem te bijten en dat lukten hen ook.
Ze krabten hem met hun scherpe nagels, waardoor zijn vacht rood werd door het bloed.
Harren en ik zeiden tegen Ayla dat zij zich beter schuil kon houden.
Voordat we de struiken uit kwamen gaf Harren me een stok van de grond.
"We moeten iets hebben," waren zijn woorden en ik knikte.
We renden over het open veld heen en de aandacht van een paar honden die Zack aanvielen werd naar ons toegetrokken.
"Naar de boom!" riep ik naar Harren.
"Silvera!" schreeuwde Harren. "Silvera! We zijn hier!"
"Harren! Fin!" hoorde ik haar vanuit de book roepen.
"Achter ons!" riep Harren toen naar mij en ik draaide me om naar de honden die ons achtervolgden.
Met de stok in mijn hand sloeg ik de eerste hond hard op zijn bek. Deze viel op de grond.
De tweede hond dook op me af.
Bam! Nog een klap met de stok op zijn kop.
Harren rende door naar de boom en richtte zich op de klimmende moordhond.
Ik bleef in het rond slaan, tot een van de honden mijn stok met zijn bek vastgreep en deze stuk beet.
Daarna dook hij op me en ik probeerde met mijn handen snuit van de hond vast te houden. Het dier hapte met zijn bek naar mijn gezicht.
Druppels kwijl landden op mijn hoofd en naast mijn lippen.
Toen voelde ik hoe de andere honden aan mijn voeten begonnen te trekken. Hun tanden doorboorden het leer van mijn laarzen en scherpe punten raakten mijn huid.
Ik schreeuwde en drukte mijn duimen op de ogen van de hond die mijn gezicht nog steeds wilde openrijten.
Met alle kracht drukte ik mijn duimen diep zijn oogkassen in en de hond kefte van de pijn.
Het sprong van me af en rende gedesoriënteerd rond.
Mijn duimen zaten onder het hondenbloed en met mijn been schopte ik een andere hond vol tegen zijn bek. Volgens mij zag ik een paar tanden rondvliegen.
Toen werd ik in mijn arm gebeten en probeerde de hond op zijn neus te slaan.
De pijn gaf me woede.
Ik gaf meerdere klappen. Steeds harder.
"Rotbeest!" schreeuwde ik en gaf hem toen een laatste harde klap op zijn kop.
Hij liet mijn arm los en viel op de grond neer. Ik kroop overeind en brulde naar de honden die me nog steeds wilden aanvallen.
Toch was het gevecht niet ten einde. De honden waren sterk, snel en met vele.
Zack had er een paar meergeslagen, maar hij was nog steeds bezig.
Harren was bij de boom, maar kon de klimmende hond niet gelijk raken. Hij schreeuwde naar hem om zijn aandacht te trekken en dat lukte. De hond liet Silvera met rust en liet zich bovenop Harren vallen.
Ze rolden over de grond, terwijl Harren zich wilde verdedigen tegen de bek van de hond.
Het voelde alsof we gingen verliezen. Alsof dit het einde was van ons hoofdstuk.
Ik richtte me weer naar de honden die mij wilden verslinden. Ze gromden en liepen in cirkels om me heen.
Ik hield mijn armen voor me uit om een eventuele sprong te verweren.
Elke seconde telde.
In mijn ooghoek zag ik Zack neervallen en een van de honden trok aan zijn staart.
Het was over.
Toen zag ik dat Ayla met een stok uit de struiken kwam en op Zack afrende.
"Nee! Ayla!" schreeuwde ik. "Vlucht!"
Maar ze hoorde me niet.
De honden die bij Zack stonden keken op en blaften naar haar.
Daarna vlogen ze op haar af.
Ik kon toen niks meer zien, omdat een van de honden die mij omcirkelden me van achteren aanviel. Ik viel voorover en probeerde om te draaien.
Zijn klauwen grepen naar mijn nek en ik voelde een brandende pijn door mijn huid heen steken.
Toen hoorde ik iemand op me af rennen en sloeg de hond van mijn nek af.
Het was Harren!
De hond die hem aanviel lag dood voor de boom.
Hij trok me omhoog en sloeg een andere hond die een poging waagde neer.
"Vandaag gaan we niet dood, maatje," zei hij en ik wierp hem een snelle glimlach toe.
Op dat moment hoorden we een luid gekraak.
Alsof tientallen takken op hetzelfde moment afbraken.
De honden hoorden dit geluid ook en iedereen stopte met vechten.
Ik keek naar de boom waar Silvera in zat en zag toen een zwart geschubte draak, steeds groter groeien, uit de boom springen. De grond trilde en de boom viel om door haar landing.
Met grote ogen keek ik naar het enorme wezen waarvan ik wist dat dit Silvera was. Iedereen was geschrokken door wat er nu gebeurde.
Ze spreidde haar vleugels en brulde luid.
Harren hield zijn handen op zijn oren en mijn blik gleed naar de honden die de draak ook zagen en begonnen te blaffen.
De honden liepen van Harren en mij weg en verzamelden zich voor Silvera. Ook de honden die Ayla wilden verscheuren.
Het enige wat ze deden was blaffen, terwijl hun staarten tussen hun achterpoten hingen.
Probeerden ze haar nou alsnog te intimideren?
Met haar gloeiende blauwe ogen keek Silvera naar de honden en opende grommend haar bek.
Het licht van oplaaiend vuur verlichtte het achterste van haar grote keel en een stroom van vuur werd over alle honden heen gespuwd.
Het gekrijs van stervende honden zou ik nooit meer vergeten. De geur ook niet.
Verbrand haar gemixt met verbrand vlees.
De dieren zakten ineen. Sommigen probeerden weg te rennen, maar kwamen niet ver.
Ik keek naar de enorme draak. Diep vanbinnen kon ik het nog steeds niet geloven.
Ze keek me aan en knipperde langzaam één keer met haar ogen.
Ze daalde haar kop naar de grond en Harren deed een stap naar voren.
"Silvera... ben jij dat?" vroeg Harren toen de neus van de draak voor hem hing. "Als je daar nog in zit, knipper dan twee keer met je ogen,".
De draak knipperde langzaam twee keer. Precies zoals Harren vroeg.
"Je bent het echt," zei hij blij en legde zijn hand op de schubben van haar neus.
"Zack!" hoorde ik Ayla gillen en draaide me om.
Silvera keek op en liep langzaam naar Ayla en Zack toe.
Zack was weer terug in zijn menselijke gedaante en lag op de grond. Ayla zat naast hem en probeerde hem wakker te maken.
De jongen was bedekt onder het bloed van vele wonden die over zijn hele lichaam heen zaten.
"Zack, alsjeblieft! Word wakker," snikte Ayla met paniek in haar stem.
Harren ging bij haar zitten en bekeek de wonden van Zacks lichaam.
Hij boog zich toen over hem heen en hield zijn oor dicht bij Zacks mond. Hopend dat hij nog ademde.
"Hij leeft nog," zei Harren.
Zack opende langzaam zijn ogen en begon toen te hoesten. Hij spuugde toen een grote bloedklodder uit.
"H-Heb ik goed gevochten?" vroeg hij hijgend, terwijl hij Ayla aankeek.
Ze sloeg haar armen om hem heen en liet hem niet meer los.
"Ik dacht dat ik je kwijt was," zei ze zacht.
"Ik zou je nooit alleen laten in dit... gevaarlijke bos," kuchtte Zack.
Ik keek naar de open wond op Zacks been en zag deze toen tot mijn verbazing langzamerhand dichtgroeien. Nieuwe huid kroop over het blootliggende vlees heen.
"Je wonden. Ze helen," merkte ik op en de rest zag dit ook gebeuren.
"Gedaantewisselaars kunnen dat," antwoordde Zack en ging met hulp van Ayla overeind zitten.
"En jij bent Silvera," zei hij toen verwijzend naar de grote zwarte draak die voor ons stond.
"Het is je gelukt," zei Ayla met een glimlach tegen haar.
"Eh," begon Harren en hij keek naar regenwoud. "Volgens mij zie ik fakkels,".
"De wachters komen," merkte Ayla op. "Wat gaan we doen?"
Ik keek naar de verre bewegende lichten die tussen de bomen steeds dichterbij kwamen en daarna naar Silvera.
"We moeten hier weg. Kun je ons hier weghalen?" vroeg ik.
Silvera zakte met haar lichaam naar de grond en spreidde een van haar vleugels op een manier zodat wij er over heen zouden kunnen lopen om op haar rug te kunnen zitten.
Ayla en ik hielpen Zack met opstaan en klommen op de drakenvleugel van Silvera.
Harren volgde ons.
"En Dhorro dan? Ze hebben hem," zei hij tegen mij, terwijl we op de stekelige rug van Silvera gingen zitten.
"We halen hem later op," besloot ik. "Nu moeten we gaan,".
Ik pakte een rugstekel vast en raadde de anderen aan dit ook te doen.
Toen begon Silvera te bewegen en door haar rugspieren moest ik mezelf stevig vasthouden.
Ik keek naar Zack die er bijna afviel, maar Ayla liet dat niet gebeuren. Ze hield hem vast.
De wachters renden de open plek op en zagen de draak hun kant op komen denderen.
Ze lieten hun fakkels vallen en gilden uit angst. Ze beseften hoe machteloos ze waren.
Ik zag hoe Silvera haar vleugels spreidde en haar lichaam bomen neerhaalden om vervolgens de lucht in te springen en met volle kracht ons allemaal de lucht inkreeg.
De wind waaide langs mijn haren.
We waren in de lucht.
We vlogen!
De open plek, de rots en de wachters die ons nakeken werden steeds kleiner en kleiner.
De hemel leek ineens bereikbaar. Tastbaar.
Deze gedachtes toverden een glimlach op mijn gezicht.
Hoe hoger we vlogen hoe meer we zagen.
De Oude Stad was te zien en het leek nu zo klein van bovenaf. Aan de andere kant kon ik het Maanmeer in de verte zien liggen.
"We vliegen!" lachte Harren. "We leven en we vliegen!"
Silvera liet een zachte grom horen.
Ze kon niet tegen ons praten, maar ze liet duidelijk merken dat ze kon communiceren. Dat ze kon laten zien dat zij nog steeds haarzelf was.
Was het dan toch gelukt? Had ze nu dan toch controle over haar kracht?
Daar zouden we snel achterkomen.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top