4

"Ayla! Ik maakte me zorgen," riep mijn vader naar me toen hij Zack en mij op de rug van zijn wachters zag zitten, terwijl we naar het Stamhuis liepen.

Mijn vader, een grote gespierde man met zwart kort haar, liep op ons af.

"Maar je was gelukkig met mijn wachters," bromde hij en keek naar de twee leeuwen die zich ongemakkelijk begonnen te voelen.

"Het ging goed, pap," reageerde ik op hem en klom van de rug van de leeuw af.

"We hebben gewoon even gezwommen," vertelde ik verder.

"Ik hoorde wat er gebeurde tijdens de les," begon mijn vader. "Zaya kwam naar me toe en z-,"

"Ze heeft het je gelijk verteld. Natuurlijk," reageerde ik geïrriteerd.

"Wees niet boos op haar,"

"Oké," zuchtte ik en mijn vader vroeg me of ik naar binnen kwam om te eten.
Zack ging naar huis en ik liep met mijn vader mee naar binnen.

We gingen in de eetkamer zitten waar een grote platte steen als tafel diende.

"Hert," dacht ik hardop toen ik de bekende geur rook en naar het grote stuk gebraden vlees op tafel keek. Ik nam plaats.

"Zelf gekruid en gebraden," reageerde mijn vader en ik hoorde de trots in zijn stem.
Sinds mijn moeder er niet meer was, was mijn vader veranderd.
Hij leek 'zachter' te zijn geworden.
Verhalen van vroeger hadden mijn oren natuurlijk ook bereikt en als ik deze vergeleek met hoe mijn vader nu was, kon ik hem niet herkennen.
De moordlustige Maltar was nu een lieve, zorgzame vader geworden die als koning zijnde nu zijn eigen maaltijden bereidde.

"Als koning hoef je toch niet zelf te koken?" merkte ik op en mijn vader lachte.

"Niet elke koning is hetzelfde," was zijn antwoord en hij pakte een mes dat naast hem op tafel lag.
Hij sneed een groot stuk van de homp af, waarbij het hete sap langs het mes op het bord droop.
Hij legde dat stuk op mijn bord en nam zelf het andere stuk. Mijn vader at veel meer dan ik.

Ik keek naar mijn stuk vlees en keek toen naar mijn vader die gulzig begon te eten.
Daarna viel het hem op dat ik nog niet begonnen was.
Hij slikte zijn hap door en keek me aan.

"Ik mis haar ook. Meer dan je denkt," zei hij toen plots en mijn ogen begonnen te prikken.
Met mijn vingers probeerde ik de tranen tegen te houden.

"Deze pijn is iets wat nooit over zal gaan en tegelijkertijd is het goed dat je dat voelt... het betekent dat ze voortleeft in jou," probeerde mijn vader me gerust te stellen.

"Hoe kun je niet elke dag huilen?" vroeg ik verward door hoe mijn vader door het leven ging. Het voelde alsof iedereen mijn moeder vergeten was.

"Denk je dat ik dat niet doe? Je ziet me niet huilen, omdat ik sterk wil zijn voor jou," zei mijn vader.

"Dat hoeft niet. Je hoeft niet altijd sterk te zijn," snikte ik en keek hem met tranende ogen aan.

"Dat moet ik wel. Ik ben je vader. Ik mag niet breken,"

"Mama zou zeggen dat dat wel mag,"

Mijn vader werd zuchtte en zei: "Dat zou ze inderdaad zeggen,".

"Ik snap soms niet hoe de goden te werk gaan," huilde ik verder en mijn vader liep naar me toe. Hij knielde naast me neer en keek me aan.

"Er is een regel die alle magische wezens moeten onthouden. Het is de allerbelangrijkste en je moeder wist dit diep vanbinnen ook. Ieder wezen heeft een pad om te bewandelen. Alles wat gebeurd, hoorde te gebeuren. Snap je dat? Het geluk, maar ook het verdriet. Je moet dit allemaal voelen, zodat jij jouw pad verder kunt volgen," vertelde hij.

"Dan zijn de goden soms heel cruel,"

"Daar zijn het goden voor," begon hij. "En daarom zijn wij geen goden,".

Na die woorden omhelsde ik mijn vader. Ik sloeg mijn armen om zijn schouders en hield hem stevig vast.
Ik voelde zijn sterke grote armen om mij heen en wist dat hij me altijd zou beschermen.

"Kan je me helpen?" vroeg ik toen.

"Natuurlijk. Met wat?"

"Het klinkt misschien... dom...,"

"Geen enkel woord uit mijn dochters mond is dom,"

"Ik wil onderzoeken of ik toch de gave heb... om in een leeuw te kunnen veranderen,"

"Ayla..,"

"Ik weet het. Zie je? Het is dom,"

"Nee. Nee. Het is niet dom. Het is alleen...,"

"Alleen wat?"

"Om dat antwoord te vinden moet je waarschijnlijk Eras verlaten,"

"Waar moet ik dan heen?" vroeg ik met hoop in mijn stem. Kon hij me echt helpen? Zou ik dan toch een kans hebben om te worden wie ik wilde zijn?
Aan mijn vaders gezicht zag ik dat hij twijfelde of hij het met me moest delen.

"Het is niet eens zeker of het echt waar is," liet hij toen los.

"Vertel het me, alsjeblieft," smeekte ik hem bijna. Ik ging nog net niet op mijn knieën zitten.

Mijn vader zuchtte en friemelde aan zijn baard.
Hij stond op en schraapte zijn keel.

"Ik wil het echt weten," zei ik.

"En dan wat? Wat ga je met die informatie doen?" stelde mijn vader een nieuwsgierige vraag, op een manier dat hij bijna doorhad dat ik er alles voor wilde doen.

"Gewoon. Er over nadenken," loog ik.

"Nee. Laat maar. Vergeet wat ik gezegd heb," was zijn reactie die mij diep teleurstelde.

"Alsjeblieft! U heeft het er vaak over dat het lot door de goden bepaald is. Hoe kunt u mij deze kans ontnemen?" besloot ik te zeggen.

"Misschien hoort het wel zo te gaan. Dat je het niet hoort te weten,"

"Dat is heel kinderachtig om te zeggen,"

"Ik wil niet dat je zo tegen me praat. Je praat tegen een koning. Dat geldt ook voor mijn dochter," gromde mijn vader naar me en keek me met een felle blik aan.
Hierdoor voelde ik me machteloos en het gevoel van onbegrip gierde door mijn lichaam. Het maakte mijn hoofd gek!
Mijn handen grepen wanhopig naar mijn haren waar ik hard ik kneep en hierdoor ook van de grond op stond.

"Ayla," begon mijn vader, die zag hoe erg ik in mezelf keerde en hoe mijn emoties in me opliepen.

"Nee, Majesteit! U begrijpt mij niet! U bent een leeuw en u bent mijn vader!" viel ik naar hem uit en sprak hem netjes aan, omdat hij me er op wees dat ik tegen een koning sprak.

"Ik hoor op u te lijken en dat lijk ik niet! Mijn helende krachten werken niet en nu wilt u me niet vertellen hoe ik mijn krachten kan krijgen? Ik voel me... ik... ik voel me in de steek gelaten! Door de stam. Door de wereld. Door u!"

Mijn woorden raakten mijn vader. Ik zag het in zijn ogen.

"Jij begrijpt het duidelijk niet. Het is een gevaarlijke reis!" riep mijn vader naar me uit. "En jij! Jij bent de enige die ik nog heb! Snap dat dan," en voor het eerst weer sinds jaren zag ik mijn vader breken en in huilen uitbarsten.
Hij zakte door zijn knieën en liet zijn hoofd tussen zijn schouders zakken. Zijn schouders schokten zachtjes en ik merkte toen op hoe gespannen ik was.

Door mijn vader zo te zien kalmeerde ik langzamerhand en liep naar mijn vader toe.
Ik knielde naast hem neer en sloeg een arm om hem heen.

"Ik ben geen klein meisje meer, pap," zei ik zachtjes tegen hem en hij hield me vast.
Hij knikte.

"Dat weet ik," reageerde hij.

Het was even stil tussen ons.

"Oké," en toen stond hij op.
Hij nam weer plaats op zijn plek en gebaarde dat ik ook weer moest gaan zitten.

"Laten we wel ondertussen verder eten. Anders heb ik voor niets mijn best gedaan," glimlachte hij met waterige ogen die hij snel weg probeerde te knipperen.

We aten van het gebraden hertenvlees, wat overigens erg goed smaakte en de sfeer milder maakte.
Het voelde alsof mijn vader en ik nog hechter geworden waren.

"Er is een meer. Het heet het Meer der Waarheid. Nogmaals, het is niet zeker of het echt waar is. Maar goed. Men zegt dat het de waarheid in je naar boven haalt, zodra je het water aanraakt," vertelde mijn vader.

"Het Meer der Waarheid. Waar ligt het?"

"Dat weet ik niet. Ergens in het zuiden,"

"Het zuiden van Eras?"

"Nee. Met het zuiden bedoel ik Efea,".

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top