13

Zoals beloofd, werd er een kruidenbad voor me klaargemaakt en daarna kreeg ik een warm welkom toen ik de eetzaal in stapte.
Een nostalgisch gevoel gleed door me heen toen ik aan vroeger dacht. De vaandels van Aderia hingen vredig over de muren van de ruimte en de vlammen van de fakkels dansten en gaven een warm en knus licht af.

Rayons paardenlichaam zat geknield voor de tafel neer. Hij was te groot voor een stoel en de tafel was te klein om te blijven staan.
Zack zat al aan tafel en wierp me een glimlach toe.

Er stonden schalen vol gesneden fruit en verse broden op tafel.
Ik nam tegenover Zack plaats en mijn ogen konden zich niet van de felrode aardbeien afhouden.

"Tast toe, prinses," zei Rayon toen hij me naar het eten zag kijken. "Ik had de wachters van uw vader uitgenodigd, maar zij wilden liever jagen. Dus ze zijn later in de middag weer terug,".

Ik knikte met een glimlach. Leeuwen moesten doen wat ze moesten doen.

"Straks komt er nog een heerlijke stoofpot. Ik denk dat u die zeer lekker zult vinden. Tenzij u natuurlijk iets anders wilt?"

Ik schudde mijn hoofd en was enorm dankbaar voor Rayons gastvrijheid.

"U bent dus op doortocht?" ging de centaur verder, terwijl mijn hand naar een stuk brood greep. Het voelde warm en krokant in mijn handpalmen.

"Ja, Zack en ik gaan naar Efea," vertelde ik. "Mijn vader vertelde dat we naar Steve moesten zoeken,".

"Bedoel je Steve de piraat?" vroeg Rayon en Zack en ik knikten.

"Hij is een paar dagen geleden naar Schedelstad vertrokken in Piratenbaai. Ik weet niet wanneer hij terugkomt," vertelde Rayon en een gevoel van teleurstelling kwam in me op.
Ik baalde enorm. Mijn doel leek verder weg dan dat het al was.

Een zucht ontsnapte uit mijn mond en ik keek naar het brood dat op mijn bord lag.
Toen kwamen er een paar bediendes binnen met grote kommen.

Een kom werd naast mijn bord op tafel neergezet en de geur van een kruiden en gesudderd vlees gleed langs mijn neus.

Zack pakte ongemakkelijk de lepel naast zijn kom en begon langzaam in zijn stoofpot te roeren. Zijn blij gleed naar mij.

"Gaat het?" vroeg hij en ook Rayon keek me aan.

"Ja," zei ik, maar bleef naar de stukjes aardappelen in mijn stoofpot staren. "Het is gewoon jammer, snap je?"

Zack knikte.

"Ik heb een oplossing," zei Rayon plots en ik keek hem snel aan. Mijn mondhoeken trokken langzaam op toen hij vertelde dat hij een vriend had die vorig jaar begonnen was met het fokken van adelgaaien. Dat waren grote felgekleurde vogels die oorspronkelijk uit het rijk van de boselfen kwamen.

Na het eten nam Rayon ons mee naar buiten. We liepen door de stad heen waar ik nog steeds begroet werd door de Aderianen.
Zack bleef dichtbij me.

"Betekent dit dat we de lucht in gaan?" vroeg hij en ik hoorde lichte zenuwen in zijn stem.

"Ben je bang?" vroeg ik en lachte zacht.

"Nee," zei Zack snel. "Het is meer dat... ik bedoel... we zijn leeuwen. Wij horen niet in de lucht te zijn,".

"Kom op," lachte ik. "Het is iets nieuws. Sta ervoor open,"

Rayon leidde ons de stad uit en we liepen over een zanderig pad door het gras heen naar een oud huis gemaakt van hout en steen.
Naast het huis stond een grote houten schuur en ik hoorde kraaiende geluiden.

We liepen om het huis heen, waar gewassen om heen groeiden en zagen de ingang van de schuur. De grote, hoge houten deuren stonden open en we konden allemaal drie lage pilaren waar grote nesten van stro op gebouwd waren zien.
Twee grote adelgaaien zaten elk op een nest te slapen en keken op toen ze Rayons hoeven op het zand hoorden aankomen. In het derde nest lagen witte, glanzende eieren.
Een van hen klapte met zijn vleugels die blauwe en rode veren hadden.

Een man met een grote gevlochten hoed op zijn hoofd kwam de schuur uitgelopen en toen hij Rayon zag glimlachte hij.

"Rufus," zei de man en omhelsde zijn vriend.

"Wie zijn dat?" vroeg hij toen hij ons zag.

"Dit is Ayla, de prinses van Aderia en de Vergeten Landen en dit is Zack, haar compagnon," stelde Rayon ons voor.

"Prinses? Oh, prinses, vergeef me. Gegroet prinses," zei Rufus gehaastig en nerveus. Hij frommelde met zijn handen. Ik moest moeite doen om mijn lach in te houden en knikte.

"Het geeft niet," zei ik en hij glimlachte.

"Wat kan ik voor jullie doen?" vroeg hij toen.

"Is er een mogelijkheid om jouw adelgaaien te lenen?"

"Lenen? Waarvoor als ik vragen mag?"

"Om te vliegen over Tashirs Wateren naar Efea,"

"Vliegen? Helemaal over zee? Ik bedoel..," en Rufus keek naar zijn twee grote adelgaaien. "Volwassen adelgaaien kunnen over grote oceanen vliegen. Het uithoudingsvermogen is enorm,".

"Dus het kan?" vroeg Rayon.

"Dit zijn geen volwassen adelgaaien. Ze zijn nog maar een jaar. Toen ik jou vertelde dat ik ze ging fokken had ik twee eieren die de dag later uitkwamen. Ruby heeft een week geleden deze eieren gelegd. Prachtig, toch?"

Rufus wees naar de eieren in het open nest en ik knikte.

"Ze zijn inderdaad prachtig," zei Rayon.

"Moet de moeder niet op haar eieren zitten? Zoals elke vogel?" vroeg Zack nieuwsgierig en liep langzaam de schuur binnen.

"Mag ik kijken?" vroeg hij en Rufus knikte.

"Adelgaaien broeden een paar dagen op hun eieren. Daarna hebben de eieren de warmte niet meer nodig. Ze zijn anders dan normale vogels,"

"Rufus, Ayla en Zack zijn niet zo groot en zeker niet zwaar. Is het niet het proberen waard?" vroeg Rayon.

"Ja, ik sta er voor open om dit aan te durven," zei ik moedig en ik zag Zack naar de adelgaaien toelopen om ze te proberen te aaien. De dieren keken hem vragend aan, maar deden niets.

"Zijn ze tam? Ja. Zijn ze intelligent? Ja. Heb ik ze beiden al eens bereden? Ja. Maar geen lange afstanden zoals Efea!" riep Rufus verontwaardigd.

"En wat als het wel lukt?"

Rufus zuchtte. "Jij bent en blijft optimistisch,"
Hij keek toen weer naar zijn adelgaaien die geaaid werden door Zack. Zijn vingers gleden zachtjes over de veren van de dieren heen.

"Ze vinden hem wel aardig," merkte Rayon op en wees naar Zack en de adelgaaien.

Opnieuw ontsnapte er een harde zucht uit Rufus zijn mond en legde zijn hand op zijn voorhoofd.

"Oké," zei hij toen.

Ik kreeg weer hoop en zin in deze reis en Zack keek op toen hij Rufus hoorde toestemmen.

"Gaan we echt vliegen?" vroeg hij en begon zenuwachtig te lachen.

"Dank u wel," zei ik vol waardering tegen Rufus. Hij besefte niet hoe veel dit voor me betekende.

Rufus bereidde de adelgaaien voor door ze op te zadelen en een leren halster om te doen.
De adelgaaien veel groter dan Zack en ik toen ze naast ons stonden en hun vleugels spreidden.
Hun rijk gekleurde veren glansten in de avondzon die langzaam achter de horizon verdween.

"Prinses!" hoorde ik toen achter me en ik draaide me om.
De twee grote bruine leeuwen liepen op ons af.

"We hoorden dat u hier was," zei een van hen.

Door het enthousiasme was ik hen bijna vergeten.

"Mijn excuses," zei ik beleefd tegen de wachters van mijn vader. "Maar jullie reis eindigt hier. In plaats van varen, gaan we vliegen. Dit zijn de enige twee adelgaaien die ons kunnen dragen,".

De leeuwen keken me verbaasd aan.

"Prinses, dat kan helaas niet. Wij hebben de opdracht gekregen u te beschermen. Als wij nu terugkeren naar de Vergeten Landen, zal uw vader kwaad worden," ging een van de leeuwen tegen me in.

Ik zuchtte en ik keek Rayon aan.
Hij haalde zijn schouders op.

"Koning Maltar heeft inderdaad... temperament," was het enige wat uit zijn mond kwam.

Rufus had de teugels van de adelgaaien vast en de twee grote vogels keken me aan. Maar hun blikken leken me iets te willen zeggen.
Hun ronde donkere ogen gaven me het gevoel dat ik gewoon moest gaan. Pak de teugels en vlieg. Het gevoel vertaalde zich bijna in woorden.

"Zack," zei ik toen. "Ga alvast zitten,".

"Maar," bracht Zack in, want ook hij voelde de spanning stijgen. Zack was op sommige momenten onzeker en al helemaal als het om mijn vader ging.
Ik snapte het wel. Mijn vader was de grote zwarte leeuw, de koning van de Vergeten Landen en hij was in de ogen van de rest van de wereld onverslaanbaar. Met die reputatie kon hij angst zaaien.
Maar ik was niet bang. Nee. Niet vandaag.

"Ga nou maar gewoon zitten," zei ik en Rufus hielp Zack op de vogel te klimmen.

"Wow, het zit gek! Anders dan een paard," merkte Zack met een verrassende toon in zijn stem op.

"Prinses, wat gaat u doen?" vroegen de leeuwen.

"Het spijt me, maar zeg mijn vader dat ik dit moest doen," zei ik en in een reflex draaide ik me om, rende op de adelgaaien af en klom zo snel mogelijk op het zadel.
Rufus wilde me helpen, maar hij zag hoe lenig en snel ik was.

"Prinses!" riepen de leeuwen en stormden op ons af.
De adelgaaien wapperden met hun vleugels en begonnen te rennen om een aanloop naar de lucht te nemen.
Ik hield de leren teugels stevig vast en hobbelde in het zadel door de rennende poten van de vogels.

Voor de leeuwen ons konden tegenhouden kreeg ik een zwevend gevoel.
Dat kwam doordat de adelgaaien eindelijk de lucht in waren gevlogen.
De wind gleed onder hun grote veren langs en ik zag Rayon, Rufus en de leeuwen steeds kleiner worden.

Rayon en Rufus zwaaiden ons uit en Zack en ik zwaaiden terug.
De leeuwen bleven verbijsterd achter.

Het voelde niet erg netjes, maar het lot was het lot.
De adelgaaien vlogen over de kust van Aderia de golvende zee op.

Ik keek naar Zack die met grote ogen genoot van de vlucht door de lucht.
De adelgaaien kraaiden vrolijk en dansten op de windvlagen.
Mijn haren vlogen vaak voor mijn ogen, wat vervelend was, maar deze ervaring was om nooit te vergeten.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top