10
"Welkom!" klonk een oude, schorre, vrouwelijke stem.
Mijn ogen tuurden langs planken van de kasten om te zien of er iemand achter stond.
"Ik krijg niet vaak bezoekers," ging de stem verder en het gekraak van de houten vloer klonk luid door de oude winkel heen.
"Waar bent u?" vroeg ik toen.
"Hier," klonk de stem direct naast mijn oor en ik draaide me om. Er was niemand.
"U bent een heks!" riep ik toen.
"Klopt," zei de stem achter me en opnieuw draaide ik me om.
Een oude vrouw, gekleed in fraaie, zwarte jurk en een wandelstok in haar hand keek me met geniepige ogen aan.
Haar korte haar zag er grijs en dun uit en haar lippen leken uitgedroogd te zijn.
Haar magere armen reikten naar mijn gezicht en haar koude handpalmen landden op mijn wangen.
"Jij bent hier voor het boek De Zwarte Kunst. Het boek uit het jaar 500, geschreven door Jortunilus Grijshout, de beruchte magie-experimentator die ooit geleefd heeft," zei ze en ik keek haar verbaasd aan.
"Hoe weet u dat?" en ik trok mijn hoofd naar achteren en stapte achteruit.
De heks begon hard te lachen.
"De echte vraag is of je klaar bent om je leven voorgoed te veranderen," ging ze verder en wachtte mijn antwoord af.
"Ik snap het niet," begon ik verward.
"Weet je niet hoe zwarte magie werkt, knul?"
"Ja. Natuurlijk. Natuurlijk weet ik dat,"
De vrouw zette een stap dichterbij.
"Als je er eenmaal aan begint is er geen weg meer terug," zei ze zacht met een geheimzinnige toon.
"Geef me het boek en ik betaal er voor," zei ik en de vrouw keek me even van heel dichtbij aan.
Daarna draaide ze zich om en liep verder de winkel in. Ze verdween de hoek om en ik hoorde haar door spullen heen rommelen.
Mijn ogen vielen op een klein rond object dat in de kast naast me op een plank lag, terwijl ik wachtte op het boek.
Ik pakte het uit de kast en mijn ogen gleden er over heen.
Het leek op een kompas. Het had een wijzer en ik probeerde er achter te komen of het ook zo werkte. De wijzer leek niets te doen.
"Dat heet de Zwarte Wijzer," sprak de heks plots. Ze stond weer in het gangpad en keek me aan. Ze droeg een dik boek in haar handen.
"Wat doet het?" vroeg ik nieuwsgierig.
"Het wijst naar zwarte magische bronnen, maar deze doet het niet goed. De wijzer is defect," antwoordde ze.
Ik keek nog even naar de wijzer en legde het magische kompas terug.
"Hoeveel?" vroeg ik.
"Tweehonderd goudstukken," zei ze.
Ik pakte mijn zak goud uit mijn tas, haalde er tellend een paar stukken uit en gaf deze aan de vrouw.
Ze gaf het boek aan mij en nam het goud aan.
Met haar dunne vingers begon ze de goudstukken te tellen.
Het boek voelde zwaar in mijn handen, maar het was zeker prima te dragen. De kaft was van leer en op de voorkant las ik de titel van dit duistere boek. Het voelde ook vreemd in mijn handen. Alsof het boek zelf een bepaalde energie had.
Ik opende het boek op de eerste pagina en zag daar de originele handtekening staan van de schrijver Jortunilus Grijshout. Deze aankoop was dus te vertrouwen.
Dit was het boek. Het boek waar ik naar zocht. Ik stopte het in mijn tas. Het paste net.
"Veel succes met het boek," zei de heks toen. "Oh, dat oude kompas mag je ook meenemen, als je wilt,".
Ik keek naar de Zwarte Wijzer en besloot het object mee te nemen.
De oude vrouw liep met haar wandelstok verder de winkel in.
Daarna ging ik snel naar buiten en liep de steeg uit. Wat een rare vrouw.
Met een redelijk zware tas liep ik dieper de stad in, waar ik een herberg tegenkwam.
De zon was net onder gegaan en de maan brak langzaam door de schemerige wolken heen.
De herberg zag er druk uit en ik wurmde mezelf naar binnen.
Ik wilde een kamer boeken voor een paar nachten en de herbergier had nog maar één kleine kamer over met een simpel bed. Dat aanbod nam ik aan en volgde gelijk de trap naar boven toen ik mijn sleutel kreeg. Deze herberg had drie verdiepingen. Vele huizen en gebouwen waren groot in deze stad.
De kamer was zoals beloofd erg klein en het bed nam al een groot deel van de ruimte in.
Een klein raam sierde de muur naast het bed met een uitzicht op een deel van de stad. Het grote witte paleis, waarvan haar blauwe daken bijna glinsterden in het maanlicht. De sterren bedekten de donkerblauwe hemel en ik plofte op het bed neer.
"Wat een reis," zei ik tegen mezelf en keek naar het houten plafond, waar spinnenwebben de hoekjes bedekten.
Er lagen kaarsen bij het raam en ik stak er één aan. Deze gaf genoeg licht en ik trok mijn kleren uit.
Het was namelijk best wel warm en ik was niet van plan om met deze uitrusting in bed te gaan liggen.
Ik pakte het boek uit mijn tas en legde deze voor me op bed. Met mijn benen in de kleermakerzit opende ik het en mijn ogen gleden over de eerste pagina's heen.
De hele nacht bleef ik op en hoorde buiten op straat dronken mannen gieren en brullen.
Maar het leidde me niet af.
Ik las namelijk over het Meer der Waarheid, wat gezien werd als een sprookje om kinderen bang te maken.
Ouders vertelden hun kinderen dat ze hen naar het Meer der Waarheid zouden slepen als ze zouden liegen.
Maar het Meer der Waarheid was vermoedelijk de plek waar je de waarheid achter jezelf kon ontdekken. Elke waarheid. Het kon van alles zijn.
Volgens deze schrijver was het Meer der Waarheid de eerste stap naar de volledige controle van zwarte magie en dat anderen, die geprobeerd hadden deze vorm van magie uit te oefenen, faalden, omdat zij nooit naar het meer gezocht hadden. Deze Jortunilus wel, schreef hij. De ervaring toen hij het water van het meer aanraakte kon hij niet beschrijven. Het was een grote vorm van energie die de waarheid in jou naar voren zou halen.
Een citaat van Jortunilus was:
'Het Meer der Waarheid draagt een neutrale positie in het leven. Het onthuld zowel het goede als het slechte'.
Het Meer der Waarheid bevond zich in de bergen achter Vlamwoud, las ik.
Deze informatie was meer dan goud waard als dit waar zou zijn. Ik dacht er over na om een reis te maken naar het Meer der Waarheid, maar dat zou een gevaarlijke tocht worden.
Vuurelfen. Ik had al eerder over hen gehoord. De wezens die speelden met de heetste vlammen van het vuur. Ze verbrandden de gezichten van hun vijanden met hun handen als ze je niet al levend hadden laten af fikken.
Maar het Meer der Waarheid was nodig om dus te weten of ik in staat was om superieur te worden. Dat was de ultieme droom.
Natuurlijk kende ik de geschiedenis van de mens. Hoe de goden een elixer hadden gemaakt om de magische wezens die de regels overtraden te bestraffen.
Als dat niet gebeurd was, had ik magische krachten. Dus het voelde alsof ik iets miste in mijn leven. Al sinds ik kind was.
Ik voelde me nooit thuis binnen de kasteelmuren en verlangde naar meer dan dit.
Er moest meer zijn. Meer dan menselijke macht en onze overlevingsvaardigheden.
Toen ik er achter kwam dat iedereen zwarte magie kon bestuderen, zowel magie als mens, werd er een hele andere deur voor me geopend.
Mijn droom zou kunnen uitkomen.
Hoeveel had ik over om mijn eigen waarheid te ontdekken?
Ik had mijn schoonzus al op zee achtergelaten en daardoor was teruggaan naar Cazadon ook geen optie.
Als ik het Meer der Waarheid wilde gaan zoeken moest ik mijn oude leven voorgoed achterlaten.
Mijn familie werd een herinnering die ik in mijn achterhoofd bewaarde.
Dit was de eerste opoffering die ik voor het beoefenen van zwarte magie had gedaan.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top