Hoofdstuk 3 - Zes vragen

'Zo, Mary is het, toch?' grijnsde Tobias toen hij binnen kwam. 'Daisy praat gauw haar mond voorbij als ze bang is.'

'Heb je haar pijn gedaan?' vroeg ik zachtjes.

'Natuurlijk niet. Waar zie je me voor aan? Een monster?' Hij lachte. 'Dan geef ik je gelijk. Maar goed, laten we maar gelijk beginnen met de reden waarom ik hier ben. Je hebt vragen. En jouw romanticus kan ze niet allemaal beantwoorden. Dat komt omdat hij zelf nog maar twee weken een vampier is. Hij weet ook nog niet zo goed hoe het hier aan toe gaat en wat er van jou verwacht wordt. Dus, vraag maar raak.'

Ik vertrouwde hem niet, dus keek ik hem argwanend aan.

Hij gooide zijn hoofd met een kreun in zijn nek. Hij pakte mijn kin vast en liet me naar hem kijken. 'Vraag me wat je wilt weten.'

Zonder dat ik het zelf wilde, begon ik vragen te stellen. 'Ik zat ver weg, maakte geen geluid en toch vonden jullie me. Hoe kan dat?'

'Toen je achter de vuilnisbak zat, bedoel je? Simpel. Wij zijn bovennatuurlijke wezens. Ons gehoor is geweldig. Ik hoor nu je hart kloppen. We kunnen als vampier zijnde nog veel meer hoor. Snel rennen, bijvoorbeeld. Daardoor kon ik je stoppen van wegrennen. Dat was trouwens niet zo'n slimme zet. Lindsey heeft daardoor nu al besloten dat ze je niet mag. En Lindsey aan jouw kant hebben kan altijd handig zijn. Ze is een van de oudsten. Ze is nu al...' Hij dacht even na. '438 jaar oud. Er zijn natuurlijk nog andere vampiers die oud zijn. Die ouder dan zij zijn, bedoel ik. Maar Lindsey heeft hier zo'n beetje de touwtjes in de handen. Daarover gesproken. Ik kan jou alles laten doen wat ik maar wil; vampiers kunnen mensen dwingen zolang ze geen verbena slikken. Dat is giftig voor ons.'

'Gaan jullie er dood van?'

Hij schudde zijn hoofd. 'Het brand. En in een gasvorm raken we er bewusteloos door. We kunnen alleen maar dood door hout in het hart. Of het hart er helemaal uit trekken.'

Hij liet zijn ogen naar mijn hart glijden en tikte met zijn vinger het ritme mee. Hij grijnsde. 'Nog andere vragen?'

'Wat doe ik hier?'

Tobias dacht even na. 'Je bent eigenlijk een soort proefpersoon. Travis is nog maar net veranderd en heeft zijn bloedlust nog niet zo goed onder controle. Hij moet oefenen. Daar kom jij in het beeld. Voor hem ben je een knappe, wandelende voedselbron. Met jou gaat hij leren om zijn bloedlust onder controle te houden. Hij dronk hiervoor alleen maar uit zakjes bloed die we stelen uit het ziekenhuis. Maar dat is zo veel minder lekker dan uit de halsslagader.' Hij grijnsde weer.

'Ga ik dood?'

Tobias schudde zijn hoofd. 'Nee, voorlopig nog niet. Travis heeft geoefend op het drinken uit de ader. Dus hij kan het wel. Maar je moet hem voorlopig gewoon helpen. Als jij hem gewoon wat te drinken geeft als hij er naar vraagt kan er niks gebeuren.'

'Hoe lang kunnen vampiers zonder bloed?'

'In het begin? Niet zo lang. Eerst om het half uur, dan om het uur, dan om de twee uur... Travis zit nu op de vier uur. Ik daarentegen hoef alleen 's ochtends en 's avonds te drinken.' Hij keek me trots aan.

'Ga ik ooit nog een keer naar huis?' Bij deze vragen welden de tranen in mijn ogen op.

'Sst maar.' Tobias veegde met zijn duim een traan weg. 'Dat hangt er maar net van af. Vampiers mogen hier zo lang blijven als ze willen, maar als Travis zijn bloedlust onder controle heeft kan hij naar huis. Dan zal jij misschien ook wel naar huis mogen.'

Ik glimlachte bij het idee dat ik mijn ouders weer zou zien.

Ik hoorde de douche uit gaan. Ik keek op naar Tobias. Die glimlachte. 'Ik ga weer,' zei hij, en vertrok vervolgens. Een tijdje bleef ik alleen op het bed zitten. Toen kwam Travis weer naar buiten.

'Wie was hier net?' vroeg hij verbaasd.

Ik twijfelde of ik het zou zeggen. Ik had het idee dat niet zomaar iedereen "onze" kamer in mocht lopen om een gesprek aan te knopen. Travis vertelde net nog over de regel dat ik niet zomaar met de andere mensen mag praten. Misschien gold die regel ook wel voor mensen met vampiers. Dus zei ik dat het niemand was. Travis keek me even argwanend aan en pakte deodorant van het bureau. Gekke plek voor deo, maar ik hield mijn mond.

'Weet je zeker dat je niet even wilt douchen? Ik moet nu toch naar beneden. Er zal niemand zijn die de deur open zal maken hoor. Bovendien zit er een slot op.'

Ik snoof. 'Een slot? Hoe vaak hebben Mick, Daisy, Evi en ik ons wel niet verstopt in de wc's of in de badkamer met een slot. Met een klap er tegenaan krijg je die deur weer open.'

Travis wist even niet wat hij moest zeggen. Hij kwam naar me toegelopen. 'Ga douchen. Het zal je goed doen.'

Vervolgens hoorde ik mezelf zeggen: 'Travis, ik ga even douchen. Het zal me goed doen.' Ik liep naar de badkamer, deed de deur op slot, pakte een handdoek en stapte onder de douche. De warme stralen deden me inderdaad goed. Toen ik klaar was liep ik weer naar de slaapkamer. Ik wierp een blik op de klok en zag dat het middag was. Mijn buik rammelde, maar de koelkast was leeg. Toen Travis rond half zes weer terug kwam vroeg ik hem er naar.

'Ja, daar lagen eerst mijn bloedzakken in. Maar nu moet ik leren om het alleen met jou te doen.' Hij glimlachte. 'Ik zal zo iemand vragen om de koelkast te vullen met brood, beleg en salades. Als je eenmaal naar beneden mag krijg je beter te eten. We hebben een enorme keuken en zelfs een frituurpan. Als je wilt kan ik dan frietjes voor je maken?'

Ik glimlachte dankbaar.

'Maar het spijt me. Voordat ik wat te eten voor je ga halen moet ik zelf wat eten.'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top