Hoofdstuk 26 - Ik ben niet gek (einde)
'Mam!' snikte ik. De broeders tilden haar bij haar benen en armen op en legde haar op de brancard. Met piepende wieltjes rolden ze het huis uit. Ik strompelde achter hen aan, in pyjama en al.
Ik huilde en schreeuwde. 'Mam! Mam, zeg wat!' Ik pakte haar hand vast. Ik werd door een politieman naar achteren getrokken. Ik stribbelde tegen, maar wat kon ik als zeventienjarig meisje beginnen tegen een ervaren politieman?
Toen ik wat gekalmeerd was en de ambulance uit het zicht was, lukte het me om alles aan hem uit te leggen.
'Dus jouw moeder heeft zichzelf gestoken?'
Ik knikte met tranen in mijn ogen.
'Zag je het zelf gebeuren?'
Ik schudde mijn hoofd. 'Ik kwam binnen en toen lag ze al op de grond. Overal bloed...' Mijn ademhaling werd steeds gejaagder en mijn hart galoppeerde tegen mijn borstkast aan. 'Ze had het mes in haar hand.'
'En je hebt de wond dichtgedrukt met een handdoek, niet waar?'
Ik knikte weer.
De politieman legde een hand op mijn schouder. 'Je hebt juist gehandeld. Haar ademhaling is zwak, maar ze is in goede handen. Ze zal het overleven.' Hij perste zijn lippen op elkaar. 'Kom, we gaan naar het politiebureau. Je krijgt een warm kopje chocomelk en we wachten geduldig tot je moeder wakker wordt. We krijgen een belletje van het ziekenhuis zodra je moeder weer stabiel is.'
Eenmaal op het bureau kreeg ik inderdaad een kopje chocomelk, maar ik was misselijk en nipte er alleen wat van om niet onbeleefd te zijn.
Mijn gedachten bleven hangen bij het briefje. Alvast gecondoleerd, had er op gestaan. Zou de persoon die dit geschreven had (Lindsey heette ze volgens mij) geweten hebben dat mijn moeder zichzelf zou steken? Of had ze zichzelf niet gestoken maar had iemand ons laten denken dat ze zelfmoord wilde plegen?
Bij ieder belletje keek ik op, maar het waren enkel meldingen van hangjeugd die graffiti aan het spuiten waren en een kat die weggelopen was.
Ik moest toch in slaap gevallen zijn, want ik werd wakker gemaakt door de politieagent die mij naar het bureau had gereden.
'Het ziekenhuis belde net. Je moeder is stabiel. Ze is nog niet wakker, maar dat zal snel gebeuren.'
Ik sprong op en liep hem haastig achterna, naar de auto. In de auto bleef het stil. We praatten niet, er stond geen muziekje op... Het enige geluid was de tomtom die aanwijzingen gaf.
Toen we bij het ziekenhuis waren, rende ik zowat naar de balie.
'Emily Moon,' meldde ik terwijl ik hijgend mijn armen op het houten object liet leunen.
De balievrouw tikte op haar toetsenbord. Haar prachtig gelakte nagels vlogen over de toetsen, maar het had van mij allemaal wel wat sneller gemogen. 'Kamer 104. Je mag nog niet naar binnen, maar voor de kamer bevindt zich een wachtruimte. Neemt u daar graag plaats tot de dokters het sein geven dat ze weer bij is.'
Ik knikte en liep snel naar de lift toe. Ik drukte wel twintig keer op het knopje, maar het liet de lift niet sneller komen.
De politieman legde een hand op mijn schouder en kneep er zachtjes in. 'Je mag nog niet bij haar. Je kan weer rustig doen.'
Hij had gelijk. Ik haalde diep adem en stapte de lift in. We stapten uit bij de intensive care. Zoals de dame achter de balie had gezegd, was er inderdaad een wachtruimte. We namen plaats in de niet al te comfortabele stoelen en wachtten.
'U hoeft er niet bij te blijven,' besloot ik uiteindelijk te zeggen. Ik had het idee dat de man zich verplicht voelde, en ik wilde hem niet laten denken dat hij dat was.
Hij knikte. 'Het is geen probleem. Zoals je misschien net meegekregen hebt: op woensdagavond is er normaal gesproken toch niks aan de hand.' Hij haalde zijn pet van zijn hoofd en streek met zijn hand door zijn warrige bruine haar. 'Bovendien ben je nog niet oud genoeg om hier een hele nacht in je eentje door te brengen.'
Ik snoof. 'Niet oud genoeg? Ik ben bijna volwassen.'
'Je zegt het precies goed. Bijna.'
Ik rolde glimlachend met mijn ogen en pakte een magazine van het tafeltje. Ik las en ik las, totdat ik alle magazines uithad, wat lang duurde aangezien mijn concentratie op het moment belabberd was. Dus speelde ik spelletjes op mijn telefoon, tot mijn batterij bijna leeg was. En toen kwam er een zuster naar me toe.
'Mary Moon?'
Ik knikte en keek haar met dichtgeknepen ogen aan.
'Je moeder is wakker. Als je rustig doet, mag je bij haar kijken.'
Dat liet ik me geen twee keer zeggen. Ik sprintte zowat de deur door, maar toen ik haar zag liggen, hield ik mijn pas in. Wat zag ze eruit! Buisjes liepen vanuit haar neus naar een apparaat. Op haar hand zat een pleister en daaronder liep een buisje naar een zak met... bloed?
'Mam?' bracht ik er schor uit.
'Mary,' glimlachte ze. 'Oh, mijn lieve Mary.'
Ik voelde de tranen in mijn ooghoeken prikken en snelde naar het bed toe. 'Oh, mam. Ik ben zo blij dat alles oké is!'
Ze glimlachte. 'De verpleegster zei dat in het rapport stond dat er niks ernstigs was geraakt. Ik ben nog steeds helemaal de oude, maar dan wat moeier en lichter in mijn hoofd dan normaal.' Weer een waterig glimlachje.
'Mam? Wat is er gebeurd?'
Ze perste haar lippen even op elkaar en liet toen een vermoeide zucht ontsnappen. 'Ik stak mezelf neer?' Het klonk meer als een vraag dan een constatering. Ze schudde haar hoofd. 'Ik heb geen idee waarom. Om precies zeven uur pakte ik een mes en... stak mezelf. En ik heb geen idee waarom.' Ze begon te huilen. 'Oh, Mary! Ik wilde het niet. Het... Waarom...? Ik...' Ze stotterde en haar ogen gingen even dicht. 'Ik ben niet gek, lieverd. Dat weet je toch? Ik wilde dat mes helemaal niet pakken. Ik wilde mezelf helemaal niet neersteken. Ik ben niet gek!'
Ik knikte, ook al kon ze dat niet zien.
Ze sperde haar ogen wagenwijd open. 'Laat ze me dan niet meenemen. Ik wil niet opgesloten worden. Mijn gedachtes... Ik had er geen controle over. Ik ben niet gek, Mary.' Ze greep mijn hand en kneep er in. 'Zeg dat je me gelooft! Zeg dat je me gelooft!' Ze begon te schreeuwen en te huilen. Nee, te krijsen.
De dokters en zusters kwamen aangesneld. We werden uit de kamer gewerkt en ze deur werd voor onze neus gesloten. Ik begon te huilen. Ik liet mijn voorhoofd tegen de deur rusten en sloeg met mijn vuist op het koude materiaal.
'Ik geloof je,' fluisterde ik. 'Ik geloof je.'
JAAAAA dit is het laatste deel van The Good Vampire!!!!
Ik hoop dat jullie allemaal genoten hebben van het boek en wil jullie heeeeeeel erg bedanken voor het lezen <3
Maaaaaaarr ik heb nog een verrassing dus swipe vooral nog even door naar het volgende deel ;)
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top