||8|| Het Orakel van Rivenend

[A/N] VERASSING: Vandaag een update, omdat ik morgen echt géén tijd heb T-T Dit hoofdstuk en de komende twee waren zo leuk om te schijven haha ;p Laat me vooral weten wat jij er van vindt en verbeteren/tips geven mag natuurlijk ook! Zaterdag wordt de woordenlijst geüpdate. 

"I don't cry because we've been separated by distance, and for a matter of years. Why? Because for as long as we share the same sky and breathe the same air, we're still together."

―Donna Lynn Hope

Versuft wreef Elys in haar ogen. Ze lag op haar buik onder een warme deken en naast haar, op een krakkemikkig tafeltje, lagen haar schoudertas, witte feestjurk en mantel. Ze werkte zichzelf overeind en nam even de tijd om om zich heen te kijken. Het lage bed stond in een piepkleine kamer, de muren gemaakt van glanzende grijze stenen. Elys zuchtte en liet haar hoofd in haar handen steunen. Hoe was ze hier terecht gekomen? Ze herinnerde zich Nhani en het moment dat ze met Ash, doodvermoeid, in Rivenend was aangekomen. De nacht was kil geweest en alle sterren hadden zich verstopt achter donkere wolken. Vaag herinnerde ze zich een vrouw, maar wat er daarna gebeurd was wist ze niet meer. 

Ze greep haar schoudertas, rommelde erin en haalde haar normale kleren tevoorschijn: een donkere broek en een knielange blauwgrijze tuniek. Ze wilde haar schoudertas terugleggen toen ze iets zag, of, beter gezegd: iets zag wat miste. Waar was het boek dat ze van heer Nagaz had gekregen? Haastig zocht ze met haar handen in de schoudertas, op zoek naar de vertrouwde blauwe kaft en vergeelde bladzijden. Maar het was er niet. Elys beet op haar lip. Als ze het maar niet onderweg verloren had, want het boek was op dit moment het enige wat haar kon helpen met watersturen. Ze wilde net de deur van de kamer open doen toen ze een kort klopje hoorde, gevolgd door een zachte vriendelijke stem. 

''Vrouwe? Ik ben door hogepriesteres Raena gestuurd. Kan ik binnenkomen?''

Elys fronste. Hogepriesteres Raena? Ze had geen idee wie dat was, maar daar zou ze hopelijk snel achter komen. 

''Natuurlijk,'' antwoordde ze.

De deur zwaaide langzaam open en een vrouw van middelbare leeftijd met dik goudkleurig haar met hier en daar wat grijze strepen kwam tevoorschijn. Op haar voorhoofd prijkte een witte tatoeage, een teken dat Elys niet bekend voorkwam, en om haar zachte chocoladekleurige ogen waren kleine kraaienpootjes te zien. De vrouw was gekleed in een lange, haast transparante, witte jurk die tot de vloer reikte. Haar slanke polsen, vingers en hals zaten vol met gouden sieraden en nog meer witte tatoegages. Maar wat Elys het meest opviel, was een hanger met een steen van jade waarop een gegraveerd oog te zien was. Ze herkende het symbool uit één van haar lesboeken. Het symbool werd gedragen door priesteressen van de Jade Tempel in Rivenend. De Jade Tempel stond echter beter bekend als het Orakel van Rivenend. 

''Kaio vrouwe, ik ben priesteres Iana,'' zei de vrouw, Iana, terwijl ze lichtjes haar hoofd boog. Elys deed hetzelfde en zei: ''Kaio, ik ben vrouwe Elys.'' 

Iana glimlachte. ''Dat weet ik. U bent de dochter van gódir Kenswin, nietwaar?''

Elys' hart begon sneller te kloppen en met grote ogen keek ze Iana aan. Hoe wist ze dat? Hingen er in Rivenend ook al honderden posters van haar? Als dat het geval was, moest ze hier zo snel mogelijk weg. Iana wierp haar een geruststellende glimlach. 

''Maakt u zich geen zorgen. Onze tempel is een veilige haven voor allen die hulp nodig hebben. Als u mij zou willen volgen?'' vroeg de priesteres kalm terwijl ze Elys wenkte haar te volgen. 

Elys zuchtte opgelucht en volgde Iana die geruisloos door de hoge grijze gangen liep. Haar witte jurk wapperde achter haar aan. Elys nam haar omgeving in zich op. De muren en vloeren waren grijs en er waren honderden smalle hoge pilaren en spitsbogen. Er waren bijna geen ramen, waardoor de gangen alleen verlicht werden door brandende fakkels die om de paar meter aan de muren hingen. Plots sloeg Iana linksaf en het geluid van klaterend water werd steeds luider. Elys hield haar adem verrast in. Ze waren nu buiten en de donkere gangen hadden plaatsgemaakt voor een lange brug die naar een bescheiden rond gebouw, versierd met smalle pilaren en vreemde tekens die Elys niet kende, leidde. Voor de enorme groenkleurige koperen deur, die uit twee delen bestond, hielden twee reusachtige standbeelden van zittende lumaki de wacht. De beelden herinnerden Elys meteen aan de onvermoeibare Nhani. Waar was Nhani eigenlijk? En waar was Ash? Haar maag keerde zich om bij het beeld van zijn bewusteloze gewonde lichaam. Het was een beeld dat op haar netvlies gebrand stond. 

''Sorry, priesteres Iana, maar waar zijn Ash en Nhani?'' vroeg ze ongerust. 

De priesteres hield haar pas even in en keek achterom naar Elys. De vrolijke glinstering was opvallend afwezig in haar bruine ogen. 

''Ze zijn ook hier. De lumako maakt het goed. Ze was alleen uitgeput door de lange reis. De jongen daarentegen...''

Iana's stem stierf langzaam weg en de daaropvolgende stilte leek eeuwen te duren. De priesteres was gestopt met lopen. Haar gezicht was uitdrukkingloos en ze staarde afwezig naar het glasheldere water dat onder de brug door stroomde. Haar slanke handen steunden op de stenen balustrade van de brug, alsof ze zichzelf alleen zo staande kon houden. 

''Ik heb alles gedaan wat ik kon, vrouwe Elys. Ik weet alleen niet of dat genoeg is,'' zei ze zacht, haar blik nog steeds gericht op het water. Iana schudde haar hoofd zachtjes en vervolgde toen haar weg naar het gebouw voor hen. Verbaasd haastte Elys zich om Iana bij te benen. Ash leefde dus nog, maar voor hoe lang? De priesteres had verdrietig geklonken, alsof Ash' leven elk moment aan een einde kon komen.

''Maar—''

Elys werd gestopt door Iana, die haar hand had geheven ten teken dat ze niet moest praten. Elys balde haar vuisten. 

''We zijn er,'' sprak de priesteres. 

Ze was stil blijven staan voor de enorme tweedelige deur en mompelde wat woorden die Elys met geen mogelijkheid kon verstaan. De deuren zwaaiden met een luid piepend geluid open en met haastige passen liep Iana het gebouw binnen. Elys volgde haar voorbeeld. Ze had verwacht dat Iana haar naar de tempel zou brengen, maar aan het interieur te zien was dat niet waar ze nu was. Warm licht van tientallen brandende fakkels verlichtten de grijze stenen en de vloer was bedekt met kleurige tapijten. Aan de typische patronen op de tapijten te zien, kwamen ze uit alle windstreken van Esmaron. Tegenover de koperen deur, waar Elys stond, zat een groot glas-in-lood raam dat honderden gekleurde lichtvlekjes door de kamer verspreidde. In het midden van de ronde kamer stond een lage tafel met daar omheen bontgekleurde kussens die dienst deden als stoel. Elys wierp Iana een vragende blik. De blonde priesteres gaf meteen antwoord. 

''Dit is het huis van hogepriesteres Raena en—''

''Iana, alsjeblieft, ik ben je moeder dus noem me gewoon zo,'' sprak een kraakheldere stem die toebehoorde aan een oude vrouw die langzaam de trap af kwam lopen. 

Elys herkende de vrouw: zij was degene die ze was tegengekomen toen ze Rivenend binnen was gekomen. De vrouw, hogepriesteres Raena, was klein en liep een beetje gebogen. Ze had eenzelfde soort gewaad aan als Iana en in haar rechterhand hield ze een knoestige stok van gedraaid hout vast. Haar haar was lichtgrijs en werd bijeen gehouden door talloze met jade versierde pinnen. Raena's gezicht en handen werden getekend door rimpels en ouderdomsvlekken en een groot litteken liep over haar linkerwang. Maar wat het meeste opviel waren haar sprankelende chocoladebruine ogen die ze met haar dochter deelde. Elys keek vol bewondering naar de stokoude vrouw die trillend de trap af liep. Iana keek echter niet al te vrolijk: haar mond was vertrokken in een dunne streep. 

''Moeder!" siste Iana waarschuwend met haar blik op Elys. "Als iedereen dat weet dan—'' 

Raena was nu beneden aangekomen en keek haar dochter met een opgetrokken wenkbrauw aan. 

''Dan wat? Ik ben te oud voor geheimen, lieverd. Bovendien geloof ik niet dat deze jongedame ons zal verraden."

Raena's ogen bestudeerden Elys, die haar hoofd schudde.

"Uw geheim is veilig bij mij."

Iana snoof, duidelijk niet overtuigd, maar Raena glimlachte. De hogepriesteres nam plaats op een kussen en gebaarde naar Elys dat ze moest gaan zitten.

"Iana, kun je wat van die overheerlijke jasmijnthee zetten voor onze gast?'

De priesteres knikte en verdween via de trap naar een andere kamer. Raena keek haar dochter hoofdschuddend na.

"Neem me niet kwalijk, jongedame. Mijn dochter is bang dat ik hier weg zal moeten als men weet dat ze mijn kind is. Priesteressen mogen geen relaties en dergelijke hebben," fluisterde Raena haar glimlachend toe. Elys knikte.

"En wat is je naam, jongedame? Die van mij weet je al. Je mag me trouwens gewoon Rae noemen hoor. Ik heb een bloedhekel aan al die officiële titels," snoof Raena.

"Oké, Rae," antwoordde Elys met een glimlach. Ze mocht Raena—Rae—wel. "Ik ben Elys," zei ze, waarna ze zachtjes mompelde: "Elys Kenswin."

Rae's ogen lichtten goud op in het warme vuur van de fakkels en knikte.

"De dochter van de gódir van Elodir. Dat weet ik ja. Ik heb voorzien dat je hier met de jongen en lumako zou aankomen. Daarom stond ik ook in dat rotweer buiten de poorten van de stad te wachten."

Elys knipperde verbaasd. "U bedoelt dat...?"

Rae knikte.

"Ja. De Jade Tempel staat niet voor niets bekend als het Orakel van Rivenend."

Het was even stil. Net toen Elys wilde vragen hoe het met Ash ging, was de hogepriesteres haar voor.

"De jongen redt het wel. Mijn dochter is een geweldige heler, hoewel ze daar zelf soms nog aan twijfelt. Jullie reis is nog niet afgelopen, Elys," zei Rae, "maar voordat we het over de jongen hebben, wil ik je iets laten zien.''

Met trillende handen haalde ze een boek met vergeelde bladzijden tevoorschijn en legde deze voorzichtig op de tafel. Haar handen streken liefkozend over de kaft. Elys' ogen schoten verbaasd naar de vrouw. De lichtblauwe kaft zou ze uit duizenden herkennen. 

''Hoe komt u daaraan?'' vroeg ze wantrouwig. De hogepriesteres gniffelde.

''Toen ik in je kamer was, liet ik per ongeluk je schoudertas vallen. Dat soort dingen gebeuren nu eenmaal als je ouder wordt,'' zuchtte Rae. ''Maar wat ik me afvroeg was hoe je aan dit boek komt.''

Elys haalde nonchalant haar schouders op en wiebelde ongedurig op het fuchsia kleurige kussen. 

''Ik heb het gekregen van mijn leraar, heer Nagaz,'' antwoordde ze. ''Hij vertelde me dat de tijd was gekomen dat hij het boek zou doorgeven.''

De ogen van de vrouw begonnen te schitteren en ze keek vertederd naar het boek. Elys kon alleen maar nieuwsgierig toekijken. Ze zag dat Rae een traan wegveegde. De oude vrouw mompelde iets, maar Elys kon niet verstaan wat. 

''Kent u heer Nagaz?'' 

Rae keek verbaasd op, alsof ze even helemaal was vergeten waar ze was. Met haar gerimpelde handen schoof ze het boek trillend naar Elys toe. 

''Kijk maar achterin, aan de binnenkant,'' zei Rae glunderend. 

Elys opende het boek en liet de vergeelde broze bladzijden langs haar vingers glijden. Eenmaal achterin het boek aangekomen, zag ze dat er in blauwe inkt een boodschap was gekrabbeld. Er stond: ''Voor Kyran, die niet geloofde dat de priesteressen de deur van de bibliotheek niet op slot deden. 

Liefs, R.

PS: je zal weten wanneer je dit boek moet doorgeven. Ik ben helderziend, weet je nog?''

''Ik wist niet dat heer Nagaz Kyran heette,'' zei Elys, die ook verbaasd was door de PS die onderaan het berichtje geschreven stond. 

''Zijn volledige naam is Akhyran,'' antwoordde Rae, ''maar hij werd door iedereen Kyran genoemd. Veel makkelijker.'' 

''Heeft u dit boek echt uit de bibliotheek van deze tempel gestolen?'' vroeg Elys vol ongeloof. De hogepriesteres knikte.

''Ach ja, wat zal ik zeggen? Ik had het niet zo op regels,'' gniffelde de hogepriesteres. ''Nog steeds niet trouwens.''

Plotseling hoorde Elys het geluid van brekend aardewerk, gevolgd door geroffel; het geluid van haastige voeten op een houten trap. Elys en Rae keken allebei verschrikt op. Iana's wangen waren rood, haar ogen wijd gesperd, en ze balanceerde gevaarlijk op de smalle treden. 

''Er is iets mis!'' riep ze gealarmeerd. 

Elys' hart begon beangstigend snel te kloppen en met grote ogen keek ze toe hoe Iana met een enorme vaart weer naar boven sprintte. Rae fronste en stond trillend op. Met grote passen, gevolgd door het getik van haar houten stok, snelde ze naar de trap. Elys stond ook op en volgde de oude vrouw naar boven. 

De kamer baadde in een wit licht dat binnen kwam door de enorme ramen die elk oppervlak van de grijze cirkelvormige kamer bedekten. Er was één plek waar geen raam zat, maar een groot gapend gat met luiken die openstonden. Vlak onder het open gat hing een ketel boven een vuurtje. De grijze vloer was hetzelfde als de kamer die ze eerder had gezien en was bedekt met stapels boeken. Aan de ene kant van de kamer stond een brede houten werkbank, waar groenten, fruit en brood op lagen. Aan het plafond hingen tientallen bosjes gedroogde kruiden. Bij de werkbank lagen tientallen scherven van een gebroken kopje, omringd door een heldere bruine vloeistof. Dat was vast de jasmijnthee, dacht Elys. Ze verplaatste haar blik naar de rechterkant van de kamer en daar, op een laag bed, bedekt onder witte lakens, lag Ash. Zijn gezicht leek wel gebeeldhouwd uit marmer, dooraderd met grijs. Letterlijk. Kronkelige antracietkleurige lijnen kwamen tevoorschijn vanonder de witte lakens en vervolgden hun weg over Ash zijn schouder, nek en kaaklijn. 

Iana knielde neer bij het lichaam, sloeg haar hand om de witte lakens en perste haar lippen samen. Elys zag haar handen trillen, alsof ze wist wat ze aan zou treffen. Met één beweging trok de priesteres de lakens weg en bij het zien van het duizelingwekkende netwerk van de donkere aders wierp Iana een wanhopige blik naar Rae. De hogepriesters ging naast haar dochter staan en liet haar linkerhand boven Ash' lichaam zweven. Ze boog haar hoofd, sloot haar ogen en er stroomde een waterval van Uraanse woorden uit haar mond. Al die tijd was Elys als aan de grond genageld blijven staan, te verbaasd en geschrokken om ook maar één woord uit te brengen. 

''De dolk moet doordrenkt zijn geweest met een bijzonder langzaam werkend gif. Ik voel zijn energie vervagen. Zijn geest begint al langzaam los te komen van zijn lichaam. Als we niets doen, vrees ik dat we hem binnen enkele minuten kwijt zijn,'' sprak Rae beheerst. Er weerklonk spijt in haar fragiele stem. ''Je weet wat je te doen staat,'' zei ze met een blik op Iana. 

Na een korte twijfeling knikte Iana en ze begon driftig tussen de stapels boeken te zoeken. Haar haastige voetstappen duidelijk hoorbaar op de stenen tegels. Rae had gezucht en was op een stoel gaan zitten. Ze had haar ogen gesloten en prevelde zachtjes. Verbaasd sloeg Elys het tafereel gaande. Wat gebeurde er? Waarom deed de hogepriesteres niets? 

Iana had inmiddels een stoffig boek uit de stapels weten te vissen en knielde bij Ash. Haar handen bladerden razendsnel door de vergeelde bladzijden heen en legden het boek, eenmaal aangekomen bij de goede pagina, op het bed. Ze zwaaide allebei haar handen door de lucht, alsof ze iets wilde grijpen, en Elys zag dat er nu twee handschoenen van water om Iana's handen golfden. De priesteres legde haar rechterhand op Ash' voorhoofd en haar linkerhand op de plek waar alle zwarte aders vandaan kwamen: Ash zijn steekwond. Geconcentreerd las Iana voor uit het boek en met open mond keek Elys toe hoe het water om Iana's handen lichtblauw begon op te lichten. Ook haar witte tatoeages op haar hoofd, armen en vingers begonnen te stralen, iets wat Iana een goddelijke uitstraling gaf. Dit was helen op een heel ander niveau. Het tafereel was zo adembenemend mooi dat Elys bijna vergat dat Ash op het randje van de dood balanceerde.  Zweetdruppels parelden op Iana's voorhoofd en haar ademhaling begon zwaar te worden. Haar borst ging hevig op en neer en het water dat eerst nog licht had gegeven, begon nu langzaam te vervagen. 

''Ik weet niet of ik dit lang genoeg kan volhouden, moeder. De spreuk put mijn krachten uit,'' hijgde Iana. ''Het gaat te langzaam.'' Ze wierp een blik op het donkergekleurde spinnenweb van aders dat geleidelijk begon te verdwijnen. 

Achter Elys' ogen welden tranen op. Wat als Iana Ash niet wist te helen? Wat als hij dood zou gaan? Ze balde haar vuisten en keek naar Rae die nog steeds doodkalm in haar stoel zat. 

''Waarom doet u niks?'' riep Elys wanhopig. Ze kon niet alleen blijven toekijken hoe Ash' leven langzaam wegglipte. De hogepriesteres opende één oog. 

''Ik kan niet helpen.''

''Maar ik wel! Ik ben ook een waterstuurder met heelkrachten en—''

Rae schudde haar hoofd en zuchtte.''Nee, dat kun je niet. Je zou waarschijnlijk meer kwaad dan goed doen. Helen is niet iets wat je zomaar leert.''

Elys beet op haar lip. Ze haatte het als iemand anders gelijk had, maar ze haatte het nog meer om nutteloos toe te kijken. Ze balde haar vuisten en knielde naast Iana neer. De priesteres glimlachte zwakjes, duidelijk aan het einde van haar krachten. Elys stuurde wat water van Iana's waterbollen naar haar eigen handen en raakte Ash zijn schouder aan. 

En toen ging alles mis.

Ash stopte met ademen. 

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top