||48.1|| Een Reünie in de Lucht

"A bond between souls is ancient - older than the planet."

―Dianna Hardy, The Witching Pen

Luchtschepen waren van oudsher altijd de vervoersmiddelen geweest van Aerion, het Luchtrijk, maar sinds de vier Rijken enkele honderden jaren geleden besloten om samen te werken was dat veranderd. Aerion verdiende veel geld met de verkoop van luchtschepen en vooral Parrodin was dankbaar geweest voor de elegante schepen die de hoofdstad van Uslan minder geïsoleerd maakten. Parrodin lag ingeklemd tussen staalgrijze rotswanden, scherpe spitsen en een enorm bergmeer dat hoog boven de grond zat. Het luchtschip was inmiddels het meest populaire vervoersmiddel van Parrodin geworden. Gódir Murator had hier gebruik van gemaakt en naast Aerion beschikte Parrodin over de grootse luchtvloot van heel Esmaron.

Ash was, als kleinzoon van gódir Murator en kroonprins van Ignuron, als vanzelfsprekend meegegaan op het grootste luchtschip dat Uslan bezat: de sariphi van gódir Murator en zijn hoogste legerofficieren. Het schip genaamd Iomeda―een eerbetoon aan zijn vrouw―was gemaakt van hetzelfde lichte hout als dat van de Aeriaanse schepen en had elegante, sierlijke lijnen en een smalle romp. Drie masten torenden boven het dek uit en droegen trots blauwgrijze zeilen met het witte symbool van Parrodin: een cirkel met drie bergtoppen met daaronder drie krullende lijnen die het meer van Parrodin symboliseerden. Het schip had veel laadruimte en vele, luxueuze kamers die alleen bestemd waren voor de hoogste personen uit Parrodin en Uslan. Tot Elys' grote verbazing had gódir Murator haar persoonlijk uitgenodigd om te verblijven op Iomeda. Ze had een kamer toegewezen gekregen―eentje die naast die van Ash lag―en de gódir had haar in geuren en kleuren verteld over de geschiedenis van Iomeda, de prachten van Parrodin―hij had haar op het hart gedrukt om een keer op bezoek te komen―en had haar geprezen voor haar moed en tientallen keren bedankt voor het redden van Ash. Met bewondering had Elys naar zijn warme stem geluisterd en met de seconde mocht ze de leider van Uslan meer. Ze had altijd gedacht dat de gódiri enigszins saaie mensen waren die serieus waren en zich met ernstige zaken bezighielden, maar gódir Murator was een echte levensgenieter en zijn lach bulderde regelmatig over het dek terwijl hij haar van de ene kant van het schip naar de andere kant meetroonde. Elys genoot ervan, maar ze tegelijkertijd begreep ze niet waarom gódir Murator haar zo bijzonder leek te vinden.

Na de uitgebreide rondleiding hadden Ash en Elys zich voorbereid op het gevecht dat ongetwijfeld snel zou komen. Ze hadden getraind, wapenuitrusting gepast en Ash had zijn zilveren zwaard geslepen totdat het lemmet vlijmscherp was. Elys had een paar dolken in haar handen gedrukt gekregen en met een oneindig geduld had Ash haar stap voor stap uitgelegd hoe ze de dolken kon gebruiken in een gevecht. Een paar uur later wist ze zich voor een korte tijd staande te houden in een een-op-een gevecht tegen Ash, maar ze wist dat dat bij lange na niet genoeg zou zijn. Eenmaal op het slagveld zou watersturen haar enige redmiddel zijn.

De zon stond laag boven de horizon en de zachte, laatste zonnestralen gleden over de wolken heen en schilderde de zachte witte dons in tientallen tinten poederroze, koraal en goud. Een zachte bries speelde met enkele donkerbruine lokken van Elys' haar en ze liet haar blik over het prachtige uitzicht glijden. Ash stond naast haar in een grijze tuniek en leunde met zijn ellebogen op de reling van het schip. Hij leek diep in gedachten verzonken te zijn en ze kon het hem niet kwalijk nemen. Alles leek zo kalm en rustig, maar het was en verraderlijke vrede en het idyllische uitzicht en het glooiende land onder hen veranderde daar niets aan. Iomeda werd omringd door de andere luchtschepen van de Uslaanse luchtvloot. Soldaten zwermden over het dek, oefenden gevechten en slepen wapens. Oorlog hing in de vochtige lucht en treurige gedachten bewolkten Elys' hoofd.

Ze beet op haar lip en wierp een blik opzij.

''Denk je dat er veel doden zullen vallen?'' vroeg ze.

Ash fronste zijn wenkbrauwen licht, maar bleef vooruit kijken. ''Het zal oorlog zijn, dus ja, er zullen doden vallen en veel ook.''

Een knoop vormde zich in haar maag en Elys' vingers tikten ongedurig op het hout van de reling. ''Wat als ...''

Ze zuchtte. ''Jij vecht mee, Rhys, Chara, mijn vader, gódir Murator ... iedereen doet mee. Zelfs heer Nagaz.''

''Nou, heer Nagaz is anders een geweldige stuurder als ik al die verhalen hoor van mijn grootvader en de andere krijgers.''

Elys trok haar wenkbrauw op. ''Ja, en hij is 80 lauturi oud en balanceerde minder dan een week geleden nog op het randje van de dood.''

''Vrouwe Raena zorgt wel voor hem. Ze vervloekt waarschijnlijk elke ziel die in de buurt durft de komen. En anders is Iana er ook altijd nog met haar heelkrachten. Ik denk dat heer Nagaz in goed gezelschap verkeert.''

''Ik―'' ze zuchtte en probeerde de lokken die in haar gezicht waaiden verwoed achter haar oren te vegen. ''Ik ben gewoon bang dat iedereen doodgaat, dat niemand voor Selin kan zorgen. Hij is nog maar zeven. Hij kan zich niet alleen redden.''

Ze slikte haar tranen weg en dacht aan de glinsterende turkooizen ogen van Selin toen ze met haar vader―misschien wel voor altijd―afscheid hadden genomen. ''Selin kan niet zonder zijn familie.''

Ze voelde hoe Ash zich naar haar draaide en zijn warme hand vouwde zich om die van haar.

''Hij zal zich niet alleen hoeven te redden. We zullen dit winnen en hier levend uitkomen.''

Hij gaf een kneepje in haar hand en warme tintelingen schoten door haar vingers, haar aderen en verspreidden zich door haar lichaam. Het voelde alsof zonlicht elke donkere gedachte in haar verdreef. Ash glimlachte kort, maar de vermoeide flits in zijn ogen ontging haar niet. Donkere wallen tekenden zijn ogen en zijn jukbeenderen waren prominenter aanwezig dat Elys zich kon herinneren. Ash leek slanker geworden, zijn schouders beniger en scherper dan zou moeten en zijn getinte huid grauw.

''Gaat het wel met je?'' vroeg ze bezorgd.

Ash was even stil en knipperde verbaasd met zijn ogen, maar knikte uiteindelijk. ''Ja, ik heb gewoon slecht geslapen. Dat is alles.''

Elys sloeg haar armen over elkaar en kneep haar ogen samen. Ash' stem had vlak geklonken en zijn zilveren ogen ontweken die van haar. Hij verborg iets en angst sluimerde in haar gedachten.

''Ik weet dat er iets is, Ash. Je kan me de waarheid vertellen. Dat weet je, toch?'' Haar stem vervaagde en werd meegedragen door de zachte bries.

''Ja, ik―'' Hij zuchtte en wreef over zijn neusbrug. Toen hij opkeek, boorden zijn ogen zich in die van haar. ''Ik wil niet dat je je onnodig zorgen gaat maken.''

Elys kantelde haar hoofd licht. Haar hart begon angstig harder te bonken in haar borstkas door Ash' woorden, maar ze probeerde haar hoofd koel te houden. Ze wist dat ze zich snel zorgen maakte om anderen en dat dat haar zwaarder belastte dan ze eerder altijd had gedacht. ''Vertel het en dan kan ik zelf wel uitmaken of het onnodig is of niet.''

Haar stem klonk onverbiddelijk en dwingender dan ze had gewild, maar Ash was iemand die zijn problemen en zorgen voor zichzelf hield om zelf op te lossen en Elys wenste met heel haar hart dat hij zou leren dat vragen om hulp niet betekende dat je een last was voor anderen.

''Mijn vuursturen gaat achteruit―iets wat geen verrassing is,'' begon hij, ''maar de laatste tijd is het sneller achteruit gegaan. Ik kan niet veel meer dan basistechnieken gebruiken. Het is frusterend. Ik kan geen blauw vuur meer sturen, geen elektriciteit en ik kan met moeite hitte voelen. Ik merk dat mijn conditie achteruitgaat, mijn kracht en uithoudingsvermogen. Ik weet dat we eerst moeten afrekenen met Eroh, maar daarna ...''

Zijn stem stierf weg, maar hij hoefde zijn zin niet af te maken. Elys wist dat de tijd drong. Ze moesten snel genezing voor Ash vinden, want elke dag ging het slechter. Een wanhopige zucht ontsnapte en ze leunde met haar hoofd in haar handen. Ze moesten naar het Eeuwige Vuur in Nulan, zodat Ash opnieuw de Gift van Vuur kon ontvangen, maar er was één groot probleem: Nulan was een van de twee hoofdsteden van Ignuron en was de stad waar het Drakenpaleis―de thuisbasis van koningin Celia―stond. Als ze in oorlog waren met Ignuron wist Elys niet hoe ze ongedeerd Nulan zouden bereiken en weer veilig terug zouden keren.

''Maar je hoeft je echt geen zorgen te maken, Elys,'' zei Ash zacht en zijn ogen gleden over de donzige wolkenvelden. ''Ik red me wel.''

De knoop in Elys' maag werd groter en ze tikte ongedurig met haar vingers. ''Nou, we weten door Mae dat Eroh van plan is om de koning te worden en dat kan alleen als hij je vader, Celia en jou vermoordt. Hij zal achter je aankomen. Zelfs als hij de oorlog verliest zal hij nog koning worden als hij alle andere geboren Brénains vermoordt, want dan zal hij de enige overgebleven troonopvolger zijn.''

Ze slikte en de kronkelende, allesvernietigende blauwe bliksemschichten van Eroh dansten op haar netvlies. Eroh was zonder twijfel een van de gevaarlijkste vuurstuurders van heel Esmaron en Elys dacht niet dat hij ervoor zou terugdeinzen om zijn familie uit te moorden als dat betekende dat hij alle macht zou hebben. Een ijskoude rilling gleed over haar ruggengraat.

''Ik blijf bij je, tijdens het gevecht. Wat dan ook. Ik weet dat je denkt dat je alles alleen aankan, maar dat is niet zo. Al helemaal niet nu je krachten zo sterk achteruitgaan. Dus,'' zei ze terwijl ze haar armen vastberaden over elkaar heensloeg, ''ik blijf bij je en ik zal naast je vechten.''

Pretlichtjes verschenen in de grijze sterrenhemel van Ash' ogen en zijn mond krulde in een glimlach.

''Wat?'' vroeg Elys.

Ash schudde met zijn hoofd en grijnsde. ''Je woorden deden me denken aan de caithir.''

Toen hij Elys' verwarde blik zag praatte hij verder. ''Het is een oude Ignuraanse traditie. Caithir zijn krijgers die zo met elkaar verbonden zijn dat ze elkaar aanvoelen als ze dicht bij elkaar zijn, iets wat erg van pas komt in een gevecht. Caithir werken samen op een heel ander niveau dan normale krijgers. Het is een band tussen twee of meerdere krijgers die gevormd wordt door middel van een oude Uraanse spreuk, maar het is zo'n oud gebruik dat er verschillende verhalen zijn over het ontstaan, het ritueel en de effecten. De meeste Ignuri weten er niet van of geloven het niet. Of ze geloven dat de Uraanse spreuken maar heel weinig effect hebben.''

''Dus die Uraanse spreuk werkt niet?''

''Nee, dat zeg ik niet,'' zei Ash. ''Het is alleen redelijk onduidelijk hoe het werkt en eeuwenoude Uraanse magie is niet iets waar veel mensen zich comfortabel bij voelen.''

''Dus jij gelooft wel in caithir?''

''Ja.''

''Maar waarom zijn jij en Sage dan nooit caithir geworden?'' vroeg ze.

''Sage kon me toch al voelen door zijn Zicht en door mijn twee stuurkrachten had ik niet het idee dat ik hulp nodig had. Bovendien had ik vroeger nooit gedacht dat we in een oorlog zouden belanden,'' zuchtte Ash.

''Ken je de spreuk?''

''Ja, de spreuk voor de caithir is verbonden aan vuursturen.''

Zonder verder nog wat te zeggen stak Elys haar hand uit en keek ze hem recht in de ogen. Haar hart bonkte in haar borstkas. Er had zich een idee in haar hoofd genesteld en ze was bereid om alles te doen om Ash te helpen. Er was één ding dat ze zeker wist en dat was dat Ash niet liet zien hoe verzwakt hij was.

''Doe het,'' beviel ze hem terwijl ze zijn blik vastberaden vasthield.

Zijn ogen werden groot en ze zag de verbazing die zijn gezicht tekende. Vrijwel meteen schudde hij zijn hoofd.

''Nee,'' zei hij, ''Dit is niet iets wat je zomaar beslist. Het is een verbinding die altijd zal blijven, hoe klein het effect van de spreuk ook kan zijn. Je kan hier niet licht over denken.''

Zijn stem sloeg haast over terwijl de woorden struikelend uit zijn mond kwamen.

''Dat doe ik niet,'' bracht Elys tegen hem in. ''Ik ben bloedserieus. Je kan dat masker van je opzetten en tegen iedereen doen alsof alles goed gaat, maar daar ken ik je inmiddels te goed voor. Ik weet dat het niet goed met je gaat dus wees niet zo eigenwijs in Elos' naam en accepteer mijn hulp. Je hebt iemand nodig die je beschermt en ... en ik heb ook iemand nodig die me rugdekking geeft tijdens gevechten.''

Ash glimlachte en ongeloof sluimerde in zijn ogen. Hij zette voorzichtig een stap naar Elys toe en pakte haar hand vast. Warme tintelingen schoten door haar huid en stroomden door haar aderen.

''Dit is een grote beslissing. Het betekent veel ... caithir zijn.''

''Dat begrijp ik, maar ik ben oud genoeg om zelf beslissingen te nemen. Ik geef veel om je, dus doe het. Tenzij je het zelf niet wil natuurlijk.''

Ash slikte en zijn blik schoot nerveus over haar gezicht. Hij leek verward, niet begrijpend dat ze dit wilde doen voor hem. De laatste zonnestralen verlichtten zijn gezicht en kropen over zijn hals, over zijn jukbeenderen en zijn zwarte haar. De lucht werd koeler en het gedruis van de krijgers op de andere luchtschepen om hen heen was verstomd.

''Ik weet niet of het lukt en hoeveel effect het heeft,'' zei Ash zacht.

''Geeft niet. Het is het proberen waard.''

Hij slikte en haalde diep adem. Ze stonden dicht bij elkaar en Ash had zijn linkerhand stevig om haar rechterhand gevouwen. Hun vingers hadden zich verstrengeld en terwijl het laatste gouden licht verdween, begon Ash vreemde woorden te mompelen. De onbekende klanken rolden over zijn lippen en uit zijn handen ontsproten dunne, glinsterende draden. Ze groeiden en kronkelden om hun vingers heen, hun handen en krulden over hun armen. De draden voelden warm aan en leken gemaakt te zijn van vloeibaar goud en zilver. De warmte nam toe en de draden brandden op Elys' huid. Ash leek het niet te voelen, maar ze wist niet of dat kwam doordat hij zich zo erg concentreerde of doordat hij een vuurstuurder was. Twee draden splitsten zich af en kronkelden naar hun harten. Met open mond keek Elys toe hoe de draden door haar huid gingen en verdwenen in haar hand, armen en borstkas. Haar hart klopte razendsnel en ze voelde zich vederlicht, alsof de wind haar zo zou kunnen wegdragen. Ash hijgde en Elys voelde zijn warme adem en tot haar verassing had ze het idee dat ze zijn hart kon horen kloppen, maar het moment dat ze zich er bewust van werd was het geluid verdwenen. Het voelde alsof ze uit haar slaap was ontwaakt en de laatste ongrijpbare flarden van haar dromen haar gedachten ontglipten.

''Heeft het gewerkt?'' vroeg ze.

Ash liet haar hand los en bestudeerde zijn eigen hand en arm aandachtig. ''Ik heb geen idee.''

Elys opende haar mond, maar voordat ze ook maar iets kon zeggen, schalde het geluid van een luide hoorn door de lucht. Elys en Ash schrokken op en met verbazing keken ze naar de horizon. Daar in de verte, met de sterren achter zich en de nacht die net viel, verscheen een immens luchtschip. Elys' ademhaling stokte.

''Een Aeriaans luchtschip?'' mompelde ze en ze kneep haar ogen tot spleetjes.

Ze zag het echt goed. Op de witte zeilen prijkte het groene teken van Aerion en blijheid vulde Elys' lichaam. Ze glimlachte en keek naar Ash die zijn handen om de reling had geklemd. Zijn mond stond iets open en vol ongeloof fluisterde hij: ''Niet één, maar een hele vloot. Het is Sage gelukt.''

Achter het immense luchtschip van Aerion waren nu ook andere schepen opgedoken, elk voorzien van witte zeilen en groene tekens. Elys wist niet hoe het Sage, Lila, Istar en Dhalys was gelukt om Guthrir Canrun over te halen, maar het was fantastisch nieuws. Ze stonden niet alleen tegen Eroh en Celia en hun vuursoldaten en dat maakte dat hoop opvlamde in Elys' hart.

――――――

[A/N] Zooo...dit hoofdstuk kwam iets later dan gepland, maar ik ben op dit moment zo druk en gestrest XD De hoofdstukken van de komende twee weken zullen ook iets korter zijn en/of misschien iets later komen dan gepland, omdat school nu gewoon even voor gaat. Maar ik zal mijn uiterste best doen om elke week iets te kunnen posten! 

Ik had―verrassing―iets heel anders gepland voor dit hoofdstuk, maar het liep weer anders (goh, dat overkomt mij nu nooit *kuch*) en ja... :') Ik heb zelf nogal gemengde gevoelens over dit hoofdstuk, maar ik ben altijd benieuwd wat jullie ervan vonden! 

Er is niet bijster veel gebeurd op het eerste gezicht, maar ja...er moeten nog wat dingen gebeuren, opgelost worden enzovoorts voordat ze aankomen in Iralin ^^

Denken jullie dat de spreuk heeft gewerkt tussen Elys en Ash? En hoe lang zou het duren voordat Lila en Sage doorhebben dat er iets tussen hen speelt? Oh, en denken jullie dat de anderen zullen weten dat Sage zijn moeder heeft gevonden in Amrine? Laat het me weten ;)

Xx Am

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top