||28|| Een Vredesoffer
||BELANGRIJKE A/N AAN HET EINDE||
"It takes a strong person to say sorry, and an ever stronger person to forgive."
―Vanessa Guzman
Nadat was besloten dat ze naar Iralin, de hoofdstad van heel Esmaron, zouden afreizen, was ieder zijn eigen weg gegaan totdat het moment van hun vertrek zou aanbreken. Mae worstelde met haar verdriet en probeerde tegelijkertijd over haar koninkrijk te regeren en Sage probeerde haar hier zo goed als mogelijk mee te helpen. Ash had wat tegen Elys willen zeggen, maar voordat hij haar kon aanspreken was ze al naar haar kamer in de Maanvleugel gevlucht. Ze kon het gewoon niet. Ze wilde niet horen wat hij te zeggen had, welke aantrekkelijke leugens nu weer uit zijn mond zouden komen.
''Vertel,'' zuchtte Lila terwijl ze haar hoofd in haar handen liet rusten. Haar krullen waaierden om haar hoofd en ze blies er nonchalant één uit haar ogen.
''Ik weet niet waar je het over hebt,'' antwoordde Elys op haar hoede.
De aardestuurder trok haar wenkbrauw op, uitdagend. Haar bruine huid glansde in het zonlicht dat door de eindeloze ramen en daken gefilterd werd. Ze droeg een simpele paarse tuniek met korte mouwen waardoor haar donkere tatoeages, die krulden over de welvingen van haar spieren, in volle glorie zichtbaar waren. Maar Elys wist dat het meer was dan wat versieringen. Het waren stoffige herinneringen die levend gehouden werden, onderhuidse littekens die zichtbaar waren gemaakt. Achter elke krul en elke lijn zat een verhaal. Een verhaal dat geluidloos verteld werd, omdat Lila zelf haast nooit over haar tijd als Epatí sprak.
''Weet je,'' begon Lila, ''je bent een goede leugenaar, maar mooie woorden kunnen die blik in je ogen, je wallen en je bleke huid niet verdoezelen. Dus, vertel. Wat is er?''
Elys knipperde, te verbaasd om woorden uit haar keel te krijgen. Ze had altijd gedacht dat haar gezicht niet goed af te lezen was als ze dat niet wilde, maar kennelijk had ze het mis.
''Ik ben gewoon boos, nou goed?'' murmelde ze terwijl ze haar armen over elkaar sloeg.
Lila glimlachte. ''Dat weet ik. Ik ben ook boos, maar ik zie er niet uit alsof de hele wereld vergaan is. En ik zie er al helemaal niet uit alsof ik Ash elk moment kan gaan wurgen.''
Elys liet haar armen iets zakken. Was het zo overduidelijk?
''Ik ben boos op Ash én Sage,'' zei ze afgemeten.
''Leugen,'' zei Lila droogjes terwijl ze haar nagels bestudeerde. ''Je wàs boos op Sage; je hebt hem allang vergeven. Het interessante is echter dat je Ash niet hebt vergeven. Je bent niet alleen boos, maar ook teleurgesteld, omdat—''
''Ja ja, heel leuk die theorieën van je. Kunnen we nu ergens anders over praten,'' onderbrak Elys haar bot. Ze hield niet van de kant waar dit gesprek heenging.
''Doen alsof je geen gevoel hebt zal je niet beschermen, Elys. Ik hou er ook niet van om over mijn gevoelens te praten, ik weet zelfs niet waarom ik opeens de taak van Sage als vredesbewaker op me neem, maar het ontkennen van je emoties kan veel potentieel mooie dingen voorgoed beschadigen.''
''Praat je over mij of over jezelf?'' vroeg Elys. ''Denk maar niet dat ik niet zie hoe je naar Sage kijkt.''
Lila sloeg haar ogen neer, maar niet snel genoeg; Elys zag de pijn die erdoorheen was geflitst.
''Het maakt niet uit hoe ik, volgens jou, naar hem kijk. Hij is duidelijk met heel andere, interessantere, dingen bezig en ik hoef er niet aan herinnerd te worden. Je weet niet hoe het voelt om te weten dat je nooit eerste keus zal zijn, om te zien dat iemand niet naar jou kijkt maar naar iemand anders.''
Medelijden welde in Elys op. Het voelde als een zee die alleen maar vloed kende. ''Lila...''
De aardestuurder hief haar hand en haar armbanden rinkelden. ''Het is al goed. Ik ben het gewend om alleen te zijn. Ik red me wel. Bovendien besta ik uit meer dan een hoopje onbeantwoorde gevoelens.''
Elys beet op haar lip. Ze wilde Lila troosten, haar een knuffel geven en zeggen dat ze niet alleen was. Ze hadden elkaar...ze waren immers vrienden, toch? Maar ze deed niets, behalve met een gepijnigde blik naar Lila kijken. Waarom voelde ze zich altijd zo ongemakkelijk als het ging om emoties en gevoelens?
Ze zuchtte. Waarom konden sommige simpele dingen zo moeilijk zijn voor haar?
Na een korte stilte zei Lila stellig: ''Je moet echt met Ash gaan praten.''
Elys' ogen ontmoetten opstandig de warme ogen van Lila. Ze hield er niet van als mensen haar vertelden wat ze moest doen, ook al bedoelde men het goed.
''Nee,'' antwoordde ze kortaf.
''Waar ben je zo bang voor?'' riep Lila uit terwijl ze haar armen spreidde.
''Lila...'' gromde Elys, haar woede nog net bedwingend.
''Oké, ik snap het. Je wil er niet over praten. Niet nu dan.''
Lila zuchtte theatraal en liet haar kin weer op haar handen rusten.
''Ik hou al op. Ik heb geen zin om ook met jou ruzie te maken. Al helemaal omdat we elkaar zullen moeten ondersteunen als we het idiote gedrag van Sage en Ash willen overleven in Iralin,'' zei Lila spottend, maar Elys lachte niet.
''Ik weet niet of ik meega,'' zei ze zachtjes. Lila's ogen werden groot en haar mond viel half open. Ze had dit duidelijk niet verwacht.
''Wat? Waarom niet? Je laat me toch niet alleen met een halfdode kroonprins, een verliefde sukkel en een gebroken meisje dat angstaanjagend goed kan richten met pijl en boog?''
Voordat Elys haar mond kon opendoen om te antwoorden, werd er geklopt op de deur. Lila trok haar wenkbrauwen vragend naar haar op en riep: ''Wie is daar?''
''Lila?'' vroeg de stem van Ash verbaasd. ''Wat doe jij daar?''
De aardestuurder rolde met haar ogen. ''Kan ik ook aan jou vragen.''
Stilte.
''Is Elys daar?'' Ash stem klonk onzeker, haast onhoorbaar door het dikke hout van de gesloten deuren en muren.
Lila wierp snel een blik naar Elys die haar hoofd schudde.
''Misschien,'' riep de aardestuurder. Elys wierp haar een dodelijke blik. ''Hoezo?''
''Ik wil met haar praten.''
''Oké, leuk. Zij niet met jou,'' antwoordde Lila droog.
Elys hoorde Ash diep zuchten. De deurklink bewoog.
''Waag het niet om binnen te komen, Ash, Aedan, kroonprins—hoe ik je ook moet noemen.''
Maar natuurlijk luisterde Ash niet en de deur werd opengeslagen. Lila kneep haar ogen samen en maakte vliegensvlug een werpbeweging. Een mintgroene splinter van kristal sneed door de lucht.
Ash vloekte in Ignura en keek verwilderd om zich heen. Zijn zilveren ogen werden groot toen hij de kristallen dolk opmerkte die zich een centimeter van zijn gezicht in het hout van de deurpost had geboord.
"Waar was dat voor nodig?" Ash' blik gleed verontwaardigd naar Lila.
De aardestuurder haalde haar schouders op. "Je luisterde niet."
"Je had me tenminste kunnen waarschuwen," beet Ash haar toe, maar een minuscule glimlach werd zichtbaar. Hij trok Lila's dolk uit de deurpost en wierp hem naar haar toe. Met het grootste gemak ving ze hem op en maakte ze er weer een armband van.
Ash liep naar hen toe, zijn ogen gericht op Elys. "Kan ik met je praten?"
Zijn stem was zacht, voorzichtig en misschien zelfs een tikkeltje onzeker.
"Als je wil dat ik hem wegstuur," begon Lila met een lichte glimlach, "dan is dat zo gebeurd."
Elys beet op haar lip. Ash' zilveren ogen leken zo oprecht en smeekten haar praktisch om hem een kans te geven het uit te leggen. Ze was nog steeds furieus, maar haar brandende woede leek weg te ebben door zijn blik, die ze nauwelijks kon weerstaan. Ze zuchtte. Ze zou hier nog spijt van krijgen.
''Dankje,'' zei ze tegen Lila, ''maar dat is niet nodig.''
Lila grijnsde en stond snel op om naar de deur te lopen. Vlak voordat ze verdween, zei ze: ''Laat alles wel heel, oké?''
Toen sloeg ze de deur dicht. Een stilte daalde over Ash en Elys neer. Hun blikken kruisden en de tijd tikte door. Elys sloeg haar armen over elkaar, afwachtend, maar Ash zei niets.
''Waar wacht je op?'' siste ze. ''Verwacht je dat ik je kroonprins ga noemen? Of Aedan? Of Ash? Of wacht je totdat ik voor je ga buigen? Want dat kun je vergeten.''
Elys' woorden buitelden razendsnel naar buiten, alsof alle opgekropte woede er ineens uit begon te komen. Het zilver van Ash' ogen werd een tint donkerder en een schaduw viel over zijn gezicht.
''Ik verwacht niet dat je me zo noemt. Helemaal niet zelfs. Ik ben nog steeds Ash,'' zei hij kalm.
Elys trok een wenkbrauw op. Nog steeds Ash? Tuurlijk. Hij deed net alsof er niets gebeurd was, alsof er niets aan de hand was.
''Luister, ik—'' Ash zuchtte even en haalde zijn hand door zijn haar. ''Ik wil niet dat je boos op me bent. Ik wil dit oplossen.''
Zijn armen hingen moedeloos langs zijn lichaam en zijn haar zat rommelig. Hij leek moe, verslagen, alsof de reis eindelijk zijn tol begon te eisen. Het maakte dat er een scheutje medelijden in Elys begon te groeien. Ze wilde hem vergeven, zeggen dat alles goed was en dat er niets aan de hand was. Maar dat kon ze niet. Hij had tegen haar gelogen. Ze wist niet meer wat waar was. Had hij alles gemeend wat hij had gezegd? Was zijn gelach oprecht geweest? Of had dat ook allemaal bij zijn leugens gehoord?
''Ik wil ook niet boos zijn, maar je maakt het me wel erg lastig na...na al die leugens,'' zei Elys. Haar armen had ze nog steeds over elkaar heen geslagen, alsof het haar zou beschermen.
''Ik weet dat ik het verpest heb en dat je woedend bent. Sorry, dat ik tegen je gelogen heb, dat ik de waarheid voor je heb verborgen. Je hebt geen idee hoeveel het me spijt dat ik dat heb gedaan. Ik heb veel fouten gemaakt in mijn leven, maar dit is waarschijnlijk de grootste. En als...als je me niet vergeeft, zal ik voor eeuwig spijt hebben; dat is iets wat ik zeker weet. Geef me alsjeblieft een kans om het uit te leggen.''
Elys keek diep in zijn ogen, speurend naar weer een leugen, maar ze kon niets vinden. Zijn gezicht had nog nooit zo bezorgd en verdrietig geleken.
''Hoe kan je ooit rechtvaardigen dat je hebt gelogen, Ash?'' zei Elys terwijl ze ervoor zorgde dat ze nadruk legde op zijn 'naam'. ''Je liegt niet tegen...tegen vrienden.''
''Dat weet ik,'' zei Ash, haast wanhopig. ''Ik wil het niet goedpraten. Ik wil het je uitleggen, je duidelijk maken waarom ik het deed. Misschien dat je het dan begrijpt...''
Hij zuchtte.
''Eerst vertelde ik het niet, omdat ik je niet vertrouwde. We waren vreemden en ik wilde niet dat een of ander meisje zou vertellen dat de kroonprins van Ignuron in de bossen van Elodir dwaalde, op zoek naar een remedie voor zijn verzwakte vuursturen--''
''Zoiets zou ik nooit doen!'' onderbrak Elys hem verontwaardigd.
Ash trok zijn wenkbrauwen vragend op. ''Oh nee? Je haatte vuurstuurders. En ik denk dat je trouwer bent aan Uslan, dan aan Ignuron.''
Elys hield wijselijk haar mond en Ash vervolgde zijn verhaal. ''Als ik het verteld had, zouden mensen op zoek gaan naar me en dat mocht absoluut niet. Ik moest eerst genezing vinden voordat ik kon terugkeren naar Ignuron...als ik dat al ooit zou doen."
Hij stopte even om Elys te peilen. Ze gebaarde hem om verder te gaan. Ash schraapte zijn keel.
"Daarna leerde ik je steeds beter kennen. Je koppigheid, je nieuwsgierigheid en soms ook je ongeduld; ik leerde dat het allemaal onderdeel van je was en ik...ik ontdekte wat voor een geweldige persoon je bent. Je bent lief, zorgzaam, eerlijk en direct en nog duizend andere die me laten lachen en elke dag een stukje mooier en draagzamer maken. Jij was niet bang voor me, behandelde me niet als een godheid die je moest aanbieden. Jij bent één van de weinigen die me behandelde als een normaal persoon en dat voelde gewoon zo fijn. Het...het voelde alsof alles juist was, alsof ik eindelijk echt mezelf kon zijn."
Ash keek op. Hun blikken verstrengelden zich met elkaar en een warm, donzig gevoel verspreidde zich door Elys' lichaam. Ze probeerde het te negeren.
Ash slikte en zei: "Het voelde alsof ik eindelijk mijn thuis had gevonden en dat gevoel wilde ik niet verpesten. Ik wilde niet de kroonprins van Ignuron zijn. Niet voor jullie. Ik ben Ash en meer niet."
Elys zweeg. Ze verdronk in zijn ogen en woorden, maar dat was niet genoeg. Ze voelde nog steeds de likkende vlammen die haar aderen schroeiden. De pijn die zijn leugens hadden veroorzaakt, diep in haar hart, op plekken waarvan ze dacht dat die nooit meer gemaakt zouden kunnen worden.
''Elys, alsjeblieft,'' sprak Ash, ''ik wil geen ruzie hebben. Al helemaal niet als we vanavond naar Iralin gaan.''
''Als,'' fluisterde ze.
''Wat?''
Ash schrok gespannen op. Zijn kaakspieren spanden zich aan en zijn ogen vernauwden zich.
''Ik weet niet of ik meega naar Iralin,'' verduidelijkte Elys. ''Ik weet niet of ik verder wil met deze reis. Met jullie, met jou.''
Ze wist dat haar woorden hem zouden steken, dat het als gif zijn hersenen binnen zou dringen en daar een lange tijd zou blijven zitten, met zoals pijnlijke herinneringen konden doen.
''Wat is dit?'' bracht Ash verbaasd, maar ook gekwetst, uit. ''Hoezo weet je niet of je mee wil? Wat ga je dan doen?''
Elys haalde haar schouders op. ''Weet ik niet. Terug naar huis misschien?''
Haar woorden leken Ash' woede, pijn, wat het ook was, alleen maar aan te wakkeren.
''Naar huis? Waarom? Om weer opgesloten te worden? Om weer te doen wat je vader wil? Of om met Rhys te trouwen?'' siste hij terwijl hij zijn vuisten samenbalde.
Zijn woede flakkerde die van haar aan.
''Jij vertelt me niet wat ik wel en niet zou moeten doen!'' riep ze. ''Ik kan prima zelf beslissingen nemen. En wat maakt het jou uit? Wat als ik terug zou gaan en met Rhys zou trouwen? Het zijn jouw zaken niet.''
Ash zweeg. Elys zag gevaarlijke glinsteringen in zijn ogen, het vuur van zijn eigen wil en een koppigheid die die van haar evenaarde.
''Dus je wil niet leren watersturen? Ik dacht dat je een watermeester wilde worden...ik kan je daarbij helpen; dat weet je. En ik heb jouw hulp nodig. Of maakt het je niet uit dat ik misschien doodga?''
Zijn woorden staken als vlijmscherpe dolken doordrenkt met gif in haar hart. Hoe durfde hij te denken dat ze niet om hem gaf, dat ze hem zou laten sterven? Ze balde haar vuisten.
''Elys,'' fluisterde Ash, ''als ik doodga, zal Eroh een oorlog ontketenen. Dan zal niets hem meer tegenhouden om de troon te bestijgen en alle Rijken van Esmaron over te nemen.''
Ze wist dat hij gelijk had, maar dat maakte niet dat de haast ondraaglijke pijn wegging. Het voelde alsof ijzeren vuisten haar hart verwrongen en samenknepen, alsof haar lichaam van binnen uit elkaar werd gerukt in duizend stukjes en ze nooit meer alle stukjes zou vinden om zichzelf weer te maken. Dat maakte dat haar verstand dit keer niet de boventoon voerde, maar haar brandende, allesvernietigende gevoel. Woorden rolden haar mond uit zonder dat ze erover had kunnen nadenken.
''Eroh is verschrikkelijk. Hij is gestoord en slecht, maar waarom zou jij beter zijn?'' riep ze, nog steeds furieus. ''Je liegt, bedriegt, doet je voor als iemand anders, zei dat je niet meer wilde terugkeren naar je familie.''
Elys haalde diep adem en siste: ''Je hebt Ignuron, je koninkrijk, gewoon in de steek gelaten. je hebt elke burger keihard laten vallen en overgeleverd aan Eroh.''
Tranen welden op in haar ooghoeken. Niet alleen omdat ze zo ongelofelijk boos was, maar ook omdat ze zich verraden voelde en teleurgesteld was, omdat het verdriet niet wegging en ze datzelfde verdriet weerspiegeld zag in Ash zijn ogen. Ze wist dat ze hem ook pijn deed. Woorden richtten soms meer schade aan dan fysiek geweld.
''Je bent een lafaard.''
Haar tranen vloeiden nu vrijelijk als kleine watervallen over haar wangen. Het waren tranen van verraad, van een gebroken vertrouwen en hart. Elys merkte dat ze trilde.
Ash zag het ook. Hij had zijn hand half gestrekt om haar gerust te stellen, maar trok zijn arm toch terug. Hij zweeg, maar zijn gezicht zei genoeg. Zijn ogen stonden koud en hard, zijn kaakspieren waren aangespannen, maar onder dat harnas en achter die marmeren muren zag ze een gebroken jongen die door bijna alles en iedereen in de steek was gelaten. Het deed Elys misschien nog wel meer pijn dat ze wist dat ze mogelijk één van die personen was en als ze kon, realiseerde ze zich, zou ze haar woorden direct terugnemen. Er zat een kern van waarheid in, maar toch. Furieuze eerlijkheid is iets anders dan ware eerlijkheid en die kennis brak haar op. Het maakte dat ze zich schuldig voelde en dat ze niet, zoals gewoonlijk, de behoefte voelde om haar tranen resoluut uit te wissen. Het voelde alsof al haar ontembare woede ineens weg was en plaats had gemaakt voor schaamte, schuldgevoel en moeheid.
''I-ik...ik ben niet zoals Eroh. Ik vermoord geen onschuldige mensen en ik hunker niet naar macht. Niet meer. Misschien ben ik een monster en wordt mijn geest vertroebeld door duisternis en zal ik nooit vergeven worden voor mijn daden, maar ik zal nooit zo'n gruwelijk monster zijn zoals Eroh.''
Ash leunde moedeloos tegen de tafelrand.
''Ik weet dat ik verschrikkelijke dingen heb gedaan en dat ik die niet meer kan veranderen. Wat ik wél kan doen is het goedmaken door het voortaan beter te doen, maar daarvoor heb ik mijn krachten nodig om te blijven leven. Daarom moet ik genezing vinden. Help me alsjeblieft, Elys. Ik weet niet of we zullen slagen zonder jou.''
Elys was uit het veld geslagen en wist niet wat te doen. Haar binnenste was één grote chaos en ze wist niet meer wat te voelen of wat te zeggen.
''We zijn een goed team, Elys. Dat kan je niet ontkennen,'' voegde hij zacht toe.
''Hoe kan ik je ooit nog vertrouwen?'' zei ze, terwijl ze haar tranen zonder succes weg probeerde te knipperen.
Ash haalde diep adem en stapte naar haar toe. Vlak voor haar hield hij halt. Zijn warme handen streelden haar wangen en lieten haar tranen opgaan in het niets. Ze wist niet of ze hield van het tintelende gevoel dat zijn aanrakingen haar gaven.
''Ik zal het je laten zien,'' zei hij met een fluistering van belofte in zijn stem.
Elys beet op haar lip en sloot haar ogen. Meestal luisterde ze naar haar verstand, maar op één of andere manier voelde dat nu niet juist. Daarom luisterde ze naar haar hart.
''Oké,'' knikte ze instemmend, ''maar dan wil ik dat je eerlijk bent en me verteld welke verschrikkelijke dingen je hebt gedaan. Ik wil het weten...alles.''
Ash knikte en trok Elys in een warme omhelzing.
——————
[A/N] Aahw :3 Hoe zou het nu met Ash en Elys zitten? Zal ze hem weer kunnen vertrouwen en hem kunnen vergeven? Laat het me vooral weten! En natuurlijk ben ik benieuwd naar al jullie gedachten, ideeën en theorieën ;)
Dan nu: TFP heeft dus een Watty gewonnen EN ik heb afgelopen week 1K volgers bereikt :o Echt heel absurd allemaal. Maar goed. Ik heb dus besloten om dit samen te vieren. Allereerst zal er een Q&A komen! Meer informatie hierover zal ik in een apart hoofdstuk hierna zetten ;)
Verder zal er een-groot-bonushoofdstuk komen...ik kan niet wachten om het te schrijven MAAR jullie zullen nog moeten wachten om het te lezen, omdat dit hoofdstuk zich na het einde van TFP afspeelt helaas. Maar het zal het wachten waard zijn.
Natuurlijk is dit niet het laatste ;) Ik ben van plan een soort tweede Q&A te doen, maar dan met de belangrijkste personages van TFP. Zij zullen dan leuke, grappige, moeilijke vragen etc. moeten beantwoorden (en als jullie vragen voor hen hebben: stel ze gerust! Ik zal ze noteren en ze zullen misschien wel beantwoord worden ^^). Dit zal waarschijnlijk rond de kerstvakantie verschijnen!
EN DAN...*tromgeroffel* Ik heb verder beloofd om twee aankondigingen te doen...soort van XD TFP is nu aardig op weg en ik ben al aan het bedenken waar ik na TFP aan ga schrijven. Ik heb twee ideeën waar ik enorm enthousiast over ben en ik wilde dit graag met jullie delen. Dus:
1) The Ember Princess (voorlopige titel): dit is een verhaal dat zich ±25 jaar na The Frostfire Prince afspeelt in Esmaron. Elys en Ash zullen niet de hoofdpersonages zijn en het is dus GEEN vervolg. TFP is een op zichzelf staand verhaal, MAAR sommige personages zullen zeker een keer (of vaker) voorkomen in het verhaal en er zullen zéér zeker lijnen zijn met de verhalen van enkele personages van TFP ;) Ik weet al dat er drie belangrijke personages zullen zijn; twee jongens en 1 meisje. Eén van die personages (jongen) is Ira (ik hou gewoon van die naam). Oh, en er is een grote kans dat we meer zullen leren over de wereld buiten Esmaron.
2) Deadly Dreams: Dit is een heel ander verhaal. Het is fantasy/paranormaal en speelt zich af in onze normale wereld, MAAR er is ook sprake van een magische wereld naast de onze. Dit verhaal zal om twee hoofdpersonages draaien: Rae (meisje) en Cain (jongen). Er zullen Fae, Magiërs, Meervolk en allerlei wezens in voorkomen en het zal een duister tintje hebben ;) Geheimen, oude families, sprookjes en legendes, gruwelijke wezens zijn zeker dingen die zullen voorkomen. Oh, en ik heb zelfs al een flaptekst en cover (allebei voorlopig).
''In een wereld waar nachtmerries tot leven komen en bloeddorstige wezens zich schuilhouden in de schaduwen is het de taak van Magiërs om mensen tegen hun eigen onwetendheid te beschermen.
Een taak die de 17-jarige Raegan Santini met liefde vervult.
De dood is niets nieuws als je ouders vermoord zijn, doden je werk is en je een Necromancer bent die zombies en duisternis kan oproepen wanneer gewenst.
Een avondpatrouille tijdens Halloween zou dan ook niet voor verassingen moeten zorgen, toch?
Maar dat loopt anders als Rae en een zelfingenomen Hoge Fae, Cain Aragon, iets ontdekken wat de wereld de zij kennen bedreigt.
Zullen ze erin slagen om te redden wat hen lief is terwijl een wereld vol geheimen, verborgen verhalen en onmogelijke dromen zich voor hen opent?
En onthoudt: alle nachtmerries zijn echt.''
Onthou alsjeblieft dat namen, titels etc. nog kunnen veranderen! Wat vinden jullie ervan?
Xx Am
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top