||22|| Licht en Duisternis
"I like to have powerful enemies. Makes me feel important."
―Leigh Bardugo, Siege and Storm
''Vond je het leuk gisteren?'' zei Ash.
Elys maakte de laatste tas met proviand vast aan het zadel van Nhani en liet haar vingers liefkozend door de donzige vacht glijden alvorens ze zich omdraaide.
Ash stond wat verderop met zijn armen over elkaar in zijn vertrouwde zwarte kleding en met die vervelende grijns op zijn gezicht geplakt.
''Ja,'' antwoordde ze zacht terwijl ze terug dacht aan haar hand in de zijne en hun dans in een chaotische wirwar van geel en goud. ''Ik ben alleen een beetje moe.''
Ash fronste. ''Wat zei je?''
Elys zuchtte diep en rolde met haar ogen. ''Ik ga niet schreeuwen, omdat jij niet dicht bij Nhani durft te staan.''
''Ik ben niet bang voor Nhani,'' antwoordde hij snel. Zijn ogen flitsten wantrouwig naar de verenwolf en de amberkleurige ogen die hem leken op te nemen.
''Waarom sta je daar dan?'' kaatste Elys terug.
Ash zuchtte en kwam triomfantelijk naast haar staan. Ze kon de diamanten spikkeltjes in zijn ogen zelfs zien.
''Aai haar dan,'' daagde ze hem uit. Zijn kaak spande zich aan en zijn blik verhardde.
''Ik hou niet van dieren.''
''Maar je houdt van dansen,'' zei Elys, harder dan ze wilde. Ash grijnsde.
''Dat is waar. Met jou in het bijzonder.''
Elys beet hard op de binnenkant van haar wang en probeerde oogcontact te vermijden. Met moeite kon ze het beeld van een stralende Ash en de tintelingen van zijn aanrakingen vergeten. Ze hadden alleen gedanst. Waarom brandde haar binnenste dan alsof er duizenden lichtjes in haar waren aangestoken?
''Daar heb je De Blik,'' zei hij droog.
Verstoord keek Elys op, recht in zijn zilveren ogen. ''Welke blik?''
''De 'pas-op-ik-ben-boos-en-ga-je-vermoorden-blik'.''
''Ha ha. Grappig,'' zei Elys sarcastisch. Ze zuchtte. ''Ik was gewoon aan het denken.''
Ash trok zijn wenkbrauw op. ''Dan heb je echt een hele enge 'denk blik'.''
''Ik heb tenminste een 'denk blik','' kaatste ze terug. ''Dat kun je van jou niet zeggen.''
''Wauw,'' grinnikte Ash, ''dát deed echt pijn.''
Hij tilde een tas van de grond en begon Elys te helpen met het bepakken van Nhani. Ze zouden veel nodig hebben voor de reis die voor hen lag.
''Ik denk trouwens aan veel dingen,'' zei hij.
''Zoals?'' vroeg ze terwijl ze nog meer eten en drinken in tassen stopten.
Het was even stil en Ash leek even te twijfelen over zijn volgende woorden. ''Nou, aan veel verschillende dingen. Bijvoorbeeld dat geel je misschien nog beter staat dan blauw.''
Elys glimlachte. ''Als geel bij iemand goed staat dan ben jij het wel,'' zei ze op een haast fluisterende toon. ''Het laat je stralen als goud.''
Ash' halve glimlach verdween, alsof hij even van zijn stuk was gebracht. ''Goud?''
Ze knikte, niet begrijpend waarom Ash zo raar deed. ''Is er wat?''
Ze keek op zij, recht in zijn zilveren ogen. Zijn blik was omgeslagen en het grijs was eerder antraciet en stormachtig, doordrenkt met raadsels. Zijn kaak spande zich aan. Hij schudde kort met zijn hoofd.
''Nee,'' begon hij, ''het is alleen...''
Hij liet een zucht ontsnappen en tuurde naar de horizon. Ze vroeg zich af waar hij was met zijn gedachten. Hij leek verloren zoals hij daar stond. Zijn schouders waren gespannen en zijn haar zat warrig door de wind.
Hij fronste even en liet zijn blik weer op Elys rusten. Ze las twijfel in zijn ogen.
''Iedereen zegt altijd dat mijn broer straalt als goud dus ik...ik was gewoon verbaasd door je vergelijking.''
Een schok schoot door Elys heen, alsof iemand haar een elektrische schok had toegediend. Ash had een broer? Dit was, naast zijn moeder, het enige wat hij, vrijwillig, over zijn familie had losgelaten.
''Broer?'' wist Elys verbaasd uit te brengen.
''Ja,'' antwoordde hij kortaf. ''Halfbroertje eigenlijk.''
Hij ging met zijn hand door zijn haar en begon verwoed de tassen nog eens te controleren. ''Mijn moeder stierf bij mijn geboorte, zoals je weet. Hij heeft dus een andere moeder dan ik.''
Elys knikte, sprakeloos. Ze keek toe hoe Ash nerveus aan het rommelen was met hun baggage. Nhani gromde af en toe even, duidelijk niet blij met al het getrek.
''Hé,'' begon ze terwijl ze zijn handen tegenhield, ''wat is er? Is het zo erg dat ik je, per toeval, met je broer vergeleek?''
Ash zuchtte geërgerd en gromde: ''Ik haat het om vergeleken te worden met mijn halfbroer, maar dat kon je niet weten.''
Elys liet zijn handen los. Ze had de duistere glinstering in zijn ogen gezien en de koele ondertoon in zijn stem. Ze realiseerde zich dat hij zijn masker weer aan het lijmen was en zijn muren aan het opbouwen.
''Waarom?'' vroeg ze enkel.
Ash wierp haar een koude blik toe. ''We kunnen het niet zo goed met elkaar vinden.''
Elys beet op haar lip. Ze voelde dat dit nog zacht was uitgedrukt. Het wakkerde meteen haar nieuwsgierigheid aan, als een vlammetje dat plots meer zuurstof kreeg.
''Wat is zijn naam?'' De vraag had haar lippen verlaten, voordat ze er goed over na had kunnen denken.
Ash' gezicht verhardde en hij leek te twijfelen of zou antwoorden. Maar uiteindelijk deed hij het toch.
''Joah.''
Ze opende haar mond om wat te vragen, maar Ash was haar voor.
''Ik wil er niet over praten,''
Elys liet een zucht ontsnappen. Ze wist dat er niets meer uit hem zou komen. Hij had zijn muren weer opgetrokken en zijn hele houding was defensief. Het was niets nieuws, maar ergens voelde ze spijt. Voor hem. Hij verborg zichzelf achter brede muren, hoog in een onbereikbare toren, alsof hij verwachtte dat zijn kasteel ooit belegerd zou worden. Ze vroeg zich af wat hem zo had gemaakt. En op dat moment realiseerde ze zich dat hij gebroken was. Hij was gebroken en had zichzelf leren lijmen met kilheid, arrogantie en een gebrek aan emoties. Ze voelde medelijden en vastberadenheid. Medelijden omdat iets of iemand hem zo had gemaakt en vastberadenheid omdat ze zeker wist dat zijn muren deels voorgoed afgebroken zouden kunnen worden. En heel misschien kon zij de eerste steen verbrijzelen tot stof.
***
Elys en Ash hadden verder nog maar weinig woorden uitgewisseld en hadden stilzwijgend gewacht totdat Sage en Lila terug waren gekomen. Lila had Sage namelijk naar de persoon gebracht waar ze al naartoe wilden sinds ze in Theron waren aangekomen. Het was iemand geweest die hen meer had kunnen vertellen over de Verborgen Bibliotheek. Nu hadden ze eindelijk een indicatie van de plek van de Verborgen Bibliotheek van Yuin; een geheime vallei, verborgen in de Zaharwoestijn. De Zaharwoestijn lag ten zuiden van Theron en besloeg haast het halve Aarderijk. Het was een berucht gebied voor reizigers; velen raakten verdwaald en werden nooit meer gezien.
Elys gaapte en sloeg haar armen iets steviger om Ash' middel heen om te voorkomen dat ze van Nhani af zou vallen. Ze had Ash kunnen dwingen om op Nhani te rijden zodat zij achterop kon zitten en kon rusten. Het festival, en dan het dansen tot zonsopgang in het bijzonder, hadden haar vermoeider gemaakt dan ze had verwacht.
''Nu al moe?'' vroeg Sage met een lach. ''We beginnen pas net aan onze reis.''
Elys mompelde slaperig een antwoord terug waardoor Sage alleen maar meer moest lachen. Hij zat achterop bij Lila. Ze had op één of andere, vast illegale, manier een grifaldí weten te regelen en reed naast Ash en Nhani. De grifaldí had lange, sterke poten en kleine oogjes en een donkergrijze snavel. De grijze vacht glansde en de enkele schubben op zijn kop waren metaalkleurig. Elys was verbaasd geweest over Lila's zwijgen en de aardestuurder leek diep in gedachten verzonken te zijn.
''Weet je,'' begon Sage weer, ''ik hoop wel dat we genoeg water hebben voor de woestijn.''
''Elys en ik hebben genoeg voedsel en water meegenomen,'' antwoordde Ash terwijl zijn blik nog steeds op de weg voor hem was gericht. De zandweg in één van de armste wijken van Thera was net breed genoeg om naast elkaar te rijden.
Sage haalde nonchalant zijn schouders op. ''Ach, anders kunnen jij en Elys nog altijd water voor ons uit de lucht halen.''
Elys voelde Ash' lichaam verstrakken en zijn zilveren ogen gleden naar Lila. Ze hadden nog geen tijd gehad om haar te vertellen waarom ze naar de Bibliotheek van Yuin wilden en om te vertellen dat Ash een dalikoi was. Lila was wel te vertrouwen, dacht Elys, maar Ash was daar kennelijk nog niet zeker van.
Lila leek uit haar gedachten te ontwaken en zei bij het zien van Ash' blik: ''Ik weet al dat je een dalikoi bent.''
Er viel een stilte en Ash, Elys en Sage keken haar alledrie met open mond en verbaasde blikken aan.
''Nou ja,'' ze ze kalm, ''ik vermoedde het. Ik heb vele gevechten gezien en ik weet wanneer ik een dalikoi zie. Watersturen had ik ook snel geraden toen je het gebruikte om mijn been te laten stilstaan. ''
Bij haar laatste woorden wierp ze Ash een ijzige blik. Hij haalde echter zijn schouders op.
''Het is niet verboden. Ik deed het om te winnen.''
Elys wist niet wat te zeggen. Dat was dus wat Ash had gedaan in de arena. Dat was dus waar zijn handbeweging voor was geweest. Hij had de minuscule hoeveelheden water in elke cel van haar been gestuurd, waardoor ze haar been niet had kunnen bewegen.
''Je stuurde het water in Lila's lichaam?'' bracht Sage verbaasd uit. ''Ik bedoel, ik weet dat je goed bent, maar je bent wel echt vooruit gegaan sinds onze..uh...sinds het scheiden van onze wegen.''
''Ik moest iets toen ik merkte dat mijn vuursturen zwakker werd,'' antwoordde Ash kalm terwijl hij Nhani aanspoorde om door te blijven lopen. ''En ik kan niet helen of ijs creëren dus ik moet wel creatief gebruik maken van mijn omgeving. Vooral als er geen water is.''
De woorden van Ash herhaalden zich in Elys' hoofd. Ze snapte wat hij bedoelde en hoopte dat hij haar ook zou kunnen leren om van haar omgeving gebruikt te kunnen maken. Het klonk alleen zo lastig. Hoe zou ze grip kunnen krijgen op water dat verspreid in de lucht zat of verborgen zat in een lichaam? Haar gedachtengang werd echter ruw onderbroken door Lila.
''Wacht,'' zei ze, ''je verliest je vuursturen?''
Ash, Elys en Sage knikten alledrie.
''Maar...dat is onmogelijk!'' riep ze uit. Haar krullen sprongen op en neer toen ze haar hoofd heftig schudde. ''Het kan gewoon niet.''
Welkom bij de club, dacht Elys. Ze had precies hetzelfde als Lila gedacht.
''Helaas wel,'' mompelde Ash duister. Een schaduw viel over zijn gezicht.
''Dat is de reden dat we naar de Bibliotheek willen,'' legde Sage uit. ''We moeten weten hoe het kan en wat het kan stoppen en snel ook...anders zal Ash...''
''Zeg het gewoon, Sage. Als we niets vinden, ga ik dood.''
Een plotseling gevoel van verdriet en medelijden overspoelde Elys. Ze kon het niet helpen en sloeg haar armen iets meer om Ash heen, alsof dat hem zou helpen. Ze voelde zijn spieren ontspannen en snoof zijn geur op. Ze wilde dit moment niet vergeten, ook al was het een treurig moment.
Niemand zei iets en de ruisende wind en de stappen van Nhani en de grifaldí in het opstuivende zand waren de enige geluiden die hun oren bereikten. De zon brandde boven hun hoofden en Elys was blij dat Lila voor haar typische Theraanse kleding had meegenomen die gepast waren bij dit soort temperaturen.
Uit het niets liet Ash Nhani stoppen en de verenwolf gromde zachtjes. Ook Lila had de grifaldí stil laten staan.
''Wat is er?'' vroeg Elys en ze boog iets opzij om langs Ash' rug te kijken naar de weg voor hen. Alles was verlaten. De weg, de zijstraten, de kleine hutten; de hele achterbuurt leek een spookstad zonder inwoners.
Op één iemand na.
''Wie is dat?'' vroeg Sage. ''Misschien heeft ze hulp nodig. Laten we er naartoe gaan.''
Hij sprong van de grifaldí af en begon naar het meisje toe te lopen. Hij werd echter tegen gehouden door Lila. Ze had haar hand opgeheven en de aarde rondom Sages voeten was omhooggekomen en hadden zijn voeten ingesloten.
''Ik denk niet dat ze hulp nodig heeft, Sage,'' zei ze.
Elys fronste, kneep haar ogen samen tegen de felle zon en tuurde nog eens naar het meisje voor hen. Ze stond op het midden van de zandweg, niet al te ver van hen vandaan. De wind speelde met haar sneeuwwitte haar dat was samengebonden in een hoge staart. Vanonder één lok die voor haar gezicht hing, staarden twee smalle amandelvormige ogen hen aan. Een kleine glimlach speelde rond haar lip. Ze kon niet ouder zijn dan Lila, dacht Elys, en het meisje was even klein en tenger als de voormalige Koningin van Zalaberín. Maar toch. Ze zag er gevaarlijk uit op een manier die Elys niet helemaal kon plaatsen. Haar violette ogen waren glazig, omringd door witte wimpers, en leken door je heen te boren, haar blauw dooraderde huid was haast net zo doorschijnend als haar witte kleding die spookachtig om haar heen wapperde door de wind. Ze leek een baken van licht in de stoffige donkere achterbuurt. Het was alsof de goden haar hadden aangeraakt en bevrijd hadden van alle onzuiverheden en oneffenheden die een mens konden vergiftigen. Elys zag hoe het meisje haar vingers met lange puntige nagels speels bewoog waardoor er kleine witte schitteringen door de lucht kronkelden.
Het was elektriciteit.
Plotseling begon het meisje te grijnzen en ze hield haar hoofd iets schuin.
''Kunnen we alsjeblieft beginnen?'' vroeg ze met een hese stem. ''Dit begint behoorlijk saai te worden.'' Haar vingers bewogen ongedurig en de mini bliksemschichten kronkelden rond haar handen en polsen.
''Nog niet, Yin. Heb geduld,'' sprak een stem.
Naast het kleine meisje, dat kennelijk Yin heette, was een jongeman verschenen. Hij was ontzettend lang en het hoofd van Yin kwam maar tot zijn borstkas. Hij had vuurrood halflang haar dat een eigen leven leek te hebben en ijsblauwe ogen die hen kil en ongeïnteresseerd aankeken. Littekens tekenden zijn huid en bezaten haast elke plek op zijn gezicht en onderarmen die niet bedekt waren met de inktzwarte kleding die hij van top tot teen droeg.
''Waarom moet je altijd alle pret bederven?'' zeurde Yin terwijl ze Elys, Ash, Sage en Lila aankeek alsof ze prooien waren. ''Je bent zo ongelofelijk saai, Jai.''
De jongen, die iets ouder leek dan Ash, glimlachte licht. ''Ik ben niet saai. Ik denk gewoon na voordat ik iets doe.''
''Ja, saai dus,'' zei Yin terwijl ze met haar ogen rolde. ''Ik ben hier alleen zodat ik de angst in hun domme ogen kan zien en kan voelen hoe hun tere zieltjes hun stervende lichamen verlaten. Ik heb niet voor niets witte kleding aangetrokken, Jai,'' zei ze terwijl ze met haar scherpe nagel in Jai's borstkas prikte. ''Ik wil dat het rood is als we dit afgehandeld hebben.''
Yin lachte, ze had een kakelende enge lach, en Elys voelde een ijzingwekkende huivering langs haar ruggengraat lopen. Wat waren dit voor een gestoorde mensen? Wat wilden ze?
''Wat gedraag je je toch weer voorbeeldig, Yin,'' sprak een derde stem achter Elys, Ash, Sage en Lila plotseling.
Elys' bloed leek te bevriezen bij het horen van die honing zachte stem. Het was een stem die ze uit duizenden zou herkennen en het bezorgde haar kippenvel. Ook Ash leek geschrokken te zijn en beiden keken ze om.
Elys' hart begon als een razende te kloppen en alles in haar lijf schreeuwde dat ze moest maken dat ze hier weg kwam. De persoon achter hen was evenveel bepakt met wapens als Elys zich herinnerde en de donkere huid, gifgroene, fluorescerende ogen en paarse lippen waren precies hetzelfde. Bovendien kende Elys maar één persoon die een uit de kluiten gewassen en pikzwarte jazaru bezat.
Het was Malia. En ze grijnsde als een bezetene.
''Ash, lieverd,'' begon ze, ''wat toevallig dat we elkaar hier weer treffen. En Elys, jou ben ik ook zeker niet vergeten. De laatste keer dat ik jullie zag, was ik ervan overtuigd dat ik een einde aan je leven had gemaakt met die dolk, Ash.''
Ze lachte haar scherpe, puntige tanden bloot en haalde twee dolken tevoorschijn, één in elke hand. Haar fluorescerende ogen gleden naar Yin en Jai die geamuseerd toekeken.
''Ik ben hier naartoe gestuurd met deze schatjes van kinderen om nu definitief een einde aan je leven te maken.''
Er brak een stilte aan, een stilte voor de storm, en Malia knikte naar Yin en Jai.
''Nu!'' schreeuwde ze.
En toen was er alleen nog maar chaos.
―――――
[A/N] *evil laugh* Nou...wat zal er gaan gebeuren? ;p Wat vinden jullie van de terugkeer van Malia? En wat denken jullie van Yin en Jai? Oh, en wat vonden jullie van het eerste deel...het gesprek tussen Ash en Elys en de onthulling dat Ash een (half)broer heeft? Ik hoor graag al jullie meningen, gedachten en theorieën! ^^
Xx Amarelia
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top