We laten elkaar los en zien dat John en Adam ongemakkelijk naar Diana staan te kijken. Ze kennen haar natuurlijk nog niet. Ik loop naar ze toe en stel ze voor aan Diana. "Ik ben Diana, Ash"s mate" stelt zij zich op haar beurt voor. Ze ontspannen een beetje. "Volg mij allemaal!" Roep ik naar de roedel. Ik loop naar de deur en de roedel volgt mij. "Waar gaan we naartoe Luna?" Vraagt een klein meisje met blond haar aan mij. Ik ben er nog steeds niet aan gewend dat ik in de toekomst Luna wordt. "Naar huis" antwoord ik haar. "Joepie!" Roept ze vrolijk. Ik grinnik en loop naar de deur die naar buiten leid. Ik wil net Elijah gaan mindlinken als ik een hand op mijn schouder voel. Van de tintelingen kan ik uitmaken dat het Elijah is. "Hey" zeg ik tegen hem. " Hey" antwoord hij. "Waar gaan we ze naartoe brengen?" "Terug naar de roedel." Hij knikt en transformeert. Ik transformeer ook en de hele roedel doet mij na. Ik loop door de deur en begin zachtjes te rennen.
Ik draai me om en zie dat de kinderen, die nog niet zijn getransformeerd, want je kan pas op je 16e transformeren, bij hun ouders op de rug zitten. Ik draai me om en begin steeds harder te rennen. Terug naar de roedel.

Ongeveer een uur later komen we aan bij een meer. Ik stop even en gebaar dat ze even 5 minuten pauze mogen maken. We hebben een uur lang doorgereden en zijn nergens gestopt. De roedel leden gaan even liggen of drinken wat water. Zelf neem ik ook wat water. "Je wordt een geweldige Luna" Hoor ik opeens in mijn hoofd. Ik weet dat het Elijah is omdat ik zijn stem herken. Gelukkig ben ik niet in mijn mensengedaante anders was ik gaan blozen. "Bedankt" zeg ik terug. Ik kijk om me heen en zie dat iedereen is uitgerust. Ik jank als teken dat we weer verdergaan. Nog een half uurtje lopen. De kinderen gaan weer op de ruggen van hun ouders. Ik wacht nog op de laatste kinderen als ik opeens een klein handje op mijn vacht voel. Ik draai mijn hoofd en zie dat het het meisje is met het blonde haar. "Mag ik bij jou op je rug Luna?" Vraagt ze. Ik knik en ga liggen zodat ze op kan stappen. Ze pakt mijn vacht vast zodat ze grip heeft. Ik ga iets zachter rennen zodat ze niet valt. Op naar de roedel.