5 - Rusteloos

Juice zat op de rand van het opgemaakte bed en keek de kamer rond. Zijn kamer, was het voorlopig. Er zat een eigen badkamer aan vast. Het drong allemaal nog niet echt tot hem door. Hij was vrij, maar zo voelde het niet. Het was alsof er ieder moment een agent de kamer kon binnenstappen die hem vertelde dat alles op een misverstand berustte. Hij durfde nauwelijks naar de woonkamer te gaan. Wat moest hij tegen zijn broer zeggen? Die had hem niet eens zijn naam willen vertellen. Ondanks het feit dat de man hem in huis genomen had en hem verzekerd had dat hem niets overkwam, zat er een verontrustend gevoel in zijn maag. Nog altijd begreep hij niet zo goed waarom Shades dit allemaal geregeld had. Hij leek zijn zaakjes prima voor elkaar te hebben, dus waarom liet hij zijn verknipte tweelingbroer toe in zijn zo goed geregelde leven? Hij kon het idee maar niet van zich afschudden dat de man iets voor hem achterhield, al kon hij niet bedenken was. Misschien kwam het ook wel gewoon door alles wat hij had meegemaakt. Hij had geleerd dat hij op niemand kon rekenen – ook niet op zichzelf. Nu wel zijn vertrouwen in iemand stellen was moeilijk, en zijn argwaan was te moeilijk om weg te duwen.

Juice besefte echter ook wel dat hij niet de hele dag hier kon blijven zitten. Hij moest zijn broer onder ogen komen, hem leren kennen, bedenken hoe hij vanaf hier weer een leven kon opbouwen. Na een lange, hete douche genomen te hebben keerde hij dan ook naar de woonkamer terug.

Shades stond met zijn rug naar hem toe voor de glazen wand en keek uit over de stad die zich rondom hen uitstrekte. Juice wist niet zeker of zijn broer hem wel had gehoord en wreef een beetje nerveus over zijn hanenkam.

'Mooi ehm – mooi huis heb je,' zei hij opgelaten.

Shades draaide zich om en trok een mondhoek op. 'Ik heb er hard voor gewerkt.'

Juice stond op het punt om te vragen hoe, maar aangezien Isaiah hem een gangster had genoemd wilde hij niet de indruk wekken dat hij zich in zijn shady zaakjes wilde mengen.

'In wat voor woning woonde je zelf?'

Aarzelend zakte Juice op de grijze bank neer. Alle meubels zagen eruit alsof ze nieuw waren, en alsof Shades ze eens in de zoveel tijd verving puur omdat hij daar zin in had. 'Een tweekamerappartement. Op de derde verdieping. In Charming waren niet echt hoge gebouwen.' Hij pauzeerde even, en voegde toen toe: 'In ons clubhuis had ik ook een eigen kamer. Daar was ik vaker dan thuis.'

In elk geval voordat hij op de vlucht was geslagen. Hij wist niet of het Shades iets kon schelen – waarschijnlijk niet – maar de ruimte vullen met betekenisloze woorden was nog altijd beter dan een zenuwslopende stilte.

'Hoe lang kan ik hier blijven?' vroeg hij uiteindelijk zacht. Hij wilde zijn broer niet te lang tot een last zijn. Het was echter moeilijk om te bedenken welke stappen hij nu moest ondernemen. Zou hij een baan vinden? Wat voor baan dan, met zijn criminele record en gebrek aan referenties?

'Zolang nodig is,' antwoordde Shades. 'Maak je over geld geen zorgen. Verder ben ik toch vaak weg voor zaken, dus het is niet zo dat we de hele tijd op elkaars lip zitten. Neem gewoon de tijd om te herstellen van wat je allemaal hebt doorgemaakt. Ik ben er al die tijd van uitgegaan dat dat een tijdje zal duren.'

Herstellen van wat je hebt meegemaakt... Hij had geen flauw idee hoe hij daaraan moest beginnen. Hoe verwerkte je een reeks verkrachtingen, de haat van personen die je het nauwst aan het hart lagen, het verlies van alles wat ooit belangrijk voor hem was geweest?

Hij wist het niet. Hij wist het echt niet.

'Kom, laten we ergens een hapje gaan eten. Daarna laat ik je Harlem's Paradise zien. Ik heb het een tijdje geleden opgekocht.'

Juice knikte aarzelend en kwam overeind. Zijn broer was aardig, dat kon hij niet ontkennen. Hij deed zijn best, voor hem was het natuurlijk ook allemaal heel raar. Een klein glimlachje kroop om zijn lippen. Zijn broer had alles zo goed voor elkaar... misschien kon hij hem ook wel helpen om zijn leven weer op orde te krijgen. Was dat tenslotte niet waar je familie voor was?

. . .

Het was een chique tent waar Shades hem naartoe kwam. Aan de manier waarop Shades gespreksonderwerpen aansneed merkte hij dat over koetjes en kalfjes praten niet echt zijn ding was, maar dat hij ook niet echt persoonlijke dingen wilde bespreken. Het gaf hem het gevoel dat hij normaal gesproken vooral zaken besprak en hij vroeg zich af wat voor andere contacten hij had.

'Heb je eh – eigenlijk een relatie ofzo?'

'Nah.' Hij nam een slok van zijn biertje. 'Ik beperk me tot zakenrelaties. Heb jij wel een liefje achtergelaten?'

Juice schudde zijn hoofd. Het was heel lang geleden dat hij een vriendin had gehad, en dat had maar een paar maanden geduurd. Hij was nooit goed geweest in langdurige relaties; vaak was hij zo bang dat hij het zou verkloten dat hij er maar helemaal niet aan begon. Zeker toen al zijn broeders wel relaties kregen – zelfs al liep het met de meesten ervan niet heel goed af – had hij het wel gemist. Iemand die hem aan het einde van de dag opwachtte, die uitgelaten over haar dag vertelde, die hem vasthield wanneer hij erdoorheen zat. Achteraf was hij toch blij dat hij niemand ontmoet had. Dan zou hij haar door de hel hebben getrokken.

Het was maar beter dat hij alleen was. Hij had al genoeg mensen pijn gedaan.

'Mooi. Dat scheelt weer gedoe.'

Een bediende zette hun borden voor elkaar neer. Zijn broer had voor hun beiden kreeft besteld. Juice had niet de moed gehad om zijn broer te vertellen dat hij eigenlijk vegetariër was, al had hij het vlees in de gevangenis ook niet altijd kunnen omzeilen. Hoewel het tegen zijn principes inging was het te lang geleden dat hij fatsoenlijk gegeten had, waardoor het hoe dan ook goed smaakte.

Ze aten in stilte. Hij merkte dat zijn broer hem observeerde, en in plaats van zijn blik te beantwoorden keek hij naar het voedsel. Wat zou hij van hem vinden? Hij vond hem vast een teleurstelling. Juice voelde zich klein naast hem, onbetekenend. Hij zag er netjes uit met zijn pak aan en korte haar, Juice zelf kon de tatoeages op zijn hoofdhuid voelen branden. Hij droeg een simpele spijkerbroek en een shirt; bij lange na zag hij er niet zo stijlvol uit als zijn broer en zelfs als hij zich wel in een pak hees, wist hij dat hij zich daar niet in thuis zou voelen.

Na de maaltijd nam Shades hem mee naar de nachtclub waar hij mede-eigenaar van was. Hij stelde Juice voor aan Mariah, een donkere vrouw die zijn zakenpartner was. Ze liet hem een brede glimlach zien, al was de blik in haar ogen een beetje achterdochtig; het leek eerder alsof ze hem een schooier vond die geld van zijn broer probeerde af te troggelen. Hij voelde zich niet echt op zijn gemak bij haar en was blij toen Shades hem een rondleiding gaf.

Aan de bar deden ze een drankje, waarna de mensen langzaam de zaal binnendruppelden. Pianonoten vulden de ruimte, vergezeld van een zwoele vrouwenstem.

'Vermaak je vanavond maar eens goed.' Shades gaf hem een knipoog. 'Je mag je vrijheid vieren, broertje.'

Juice veinsde een glimlach en knikte zo overtuigend mogelijk, aangezien hij niet wilde dat de man de hele tijd als een soort babysitter naast hem zou blijven zitten.

Juice luisterde naar muziek, glimlachte af en toe naar mooie vrouwen, maar zag al snel in dat hij nogal buiten de boot viel met de eenvoudige kleren die hij droeg. Iedereen was chic gekleed behalve hij. De sfeer was in sterk contrast met de avonden in het clubhuis, en plotseling miste hij die ongedwongenheid. Hij liet zich van de barkruk afglijden en liep naar buiten toe. Daar ademde hij de frisse lucht diep zijn longen in.

Had hij net een blikje in zijn eigen toekomst geworpen? Zou hij er over een tijdje ook zo bijlopen? Hij had het gevoel dat er dan niets van de oude Juice overbleef. Aan de andere kant... Wellicht was dat alleen maar goed.

Met zijn handen in zijn zakken slenterde hij door de straat. Om zijn veiligheid maalde hij niet heel erg, al was het vreemd om de vertrouwde omvang van zijn Glock niet achter zijn broekband te voelen. Na een tijdje kwam hij langs een portiek waar een groep jongens van een jaar of twaalf rondhing. Even zag hij zichzelf op deze leeftijd, ook hij had veel op straat rondgestruind. Vaak had hij zich eenzaam gevoeld – en weten dat hij eigenlijk een broer had die aan de andere kant van de stad niet veel anders deed, zorgde voor een knoop in zijn maag. Iets kouds verspreidde zich vanuit zijn borst. Zijn moeder had nooit wat gezegd. Geen woord. Hij voelde zich verraden.

De deur van het portiek ging open en de jongens dromden luid pratend naar binnen toe. Er stond een vrouw in de deuropening die hen met een glimlach begroette. Juice staarde ernaar; de meesten vrouwen liepen met een boog om straatschoffies heen. Ze zag er verzorgd uit, haar huid licht getint, haar wenkbrauwen donker en mooi gevormd. Ze had een roodbruine omslag doek om die alleen haar achterhoofd bedekte; de meeste van haar golvende, donkere lokken waren te zien.

Haar ogen ontmoetten die van hem alsof ze hem voelde staren. Ze glimlachte op dezelfde manier als ze naar de jongens had geglimlacht.

'Wil je ook een kijkje binnen nemen?' vroeg ze vriendelijk. Haar stem was vriendelijk en had een accent dat hij niet helemaal kon duiden.

Juice' blik gleed langs de gevel, hij wist niet helemaal wat voor gebouw het was. Een evangelische gemeente, zag hij. Vlug schudde hij zijn hoofd, en voor hij het wist kwamen zijn benen alweer in beweging en beende hij verder, weg van een plek die hij alleen maar kon besmeuren met alle dingen die hij op zijn kerfstok had.

Toch kon hij haar warme glimlach niet zo maar van zich afschudden. Het was lang geleden dat iemand hem met zo'n open blik had aangekeken, en hoe verder hij liep, hoe sterker het knagende gevoel in zijn maag werd. 

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top