Hoofdstuk 9
"Fijn. Nu zitten we vast in de kerkers van het rijk van de Boselfen. Ik vind het helemaal prima," mokte Ryan in zijn cel. Ik zat in een cel tegenover hem en keek hem aan.
"Zo, je bent wel veel aardiger als je een mens bent," zei ik bot terug en eventjes moest ik lachen om mijn eigen grap.
"Waarom heb je zo'n hekel aan de elfen? Ik hoorde inderdaad het verhaal over de Zwarte Ruiters, maar je kan ze toch vergeven?" vroeg ik.
Ryan schudde zijn kop.
"Wolven kunnen niet zomaar vergeven en ook al zou ik het doen, dan betekent dat niet dat mijn stam dat zou doen," vertelde Ryan.
"Wie zijn die Zwarte Ruiters dan? Waarom zijn ze zo eng?"
"De Zwarte Ruiters zijn geen mensen of dieren. Men zegt dat er een demon schuilt onder zijn cape. Het paard waar hij op zit is dood, maar tot leven gewekt door Zwarte Magie. Als een Zwarte Ruiter je achtervolgt dan moet je vrezen voor je leven,".
De spanning liep een beetje op bij mij.
"Waar komen die ruiters vandaan?"
"Dat weet niemand, maar ook daarvoor is er een verhaaltje rond gegaan. Namelijk dat de Zwarte Ruiters uit het Duister komen. Niemand is ooit in het Duister geweest, maar men zegt dat er een portal verschijnt als het kwaad wordt opgeroepen," vertelde Ryan.
Ik hoorde voetstappen en we keken allebei naar de trap.
Een elf kwam de trap af en naast haar volgde een groene grote vos. Aan de elf haar kleding kon je zien dat zij een hoge rang had.
Zij trok een sleutelbos te voorschijn en opende mijn cel. Ik keek de vos aan en zijn fel groene ogen blonken.
"Pas op. Hij kan bijten," zei de elf tegen me, want ze zag dat ik de vos best wel schattig vond.
Plots gromde hij naar Ryan. Natuurlijk! Een vos en een wolf.
"Kan je niet terug veranderen naar een mens?" vroeg de elf voordat ze de sleutels in het gat stak.
"Dan ben ik naakt," gromde Ryan. "En daarbij geef ik liever niet mijn identiteit, lang oor,"
De elf zuchtte en opende de cel. We werden meegenomen naar een kamer in het paleis waar een groot balkon aan vast zat, daar had je uitzicht op het bos en de grote watervallen achter het paleis. Midden in de kamer stond een glimmende ronde grote tafel en daar omheen stonden vier elfen.
De elfenkoningin stond er ook tussen.
We keken alle elfen aan. Het viel me op dat elke elf zijn eigen kleur jurk aan had. De ene had een donkerblauwe jurk, de ander een rode, weer een ander een hele lichtblauwe jurk en de elf die ons uit de cel haalde had een groene jurk.
"Ik wil dat jullie je verhaal vertellen aan de Element elfen," zei de koningin.
"Ewelynia? Zijn dit de personen achter wie de Zwarte Ruiter aan zat?" vroeg de elf in de blauwe jurk.
De koningin knikte.
Eindelijk wist ik haar naam!
"Ja, zij kwamen in mijn bossen en hebben dat 'ding' hierheen gelokt. Tarik is overleden aan de Zwarte Magie die in de pijl zat. Hij was nog zo jong..."
Ik zag het verdriet in Ewelynia's ogen en had het met haar te doen.
"We vertellen alleen ons verhaal als jullie beloven dat we daarna weg mogen. We hebben nog een lange reis voor de boeg," reageerde Ryan.
Ik keek de elfen met een zwakke glimlach aan.
"Ik heb de Zwarte Ruiter gezien toen ik de herberg uit liep. Ik wilde net gaan en zag een vreemde gedaante in de verte staan. Het leek wel alsof hij me in de gaten hield. Ryan kwam en toen ik opnieuw keek was hij weg. Toen vertelde Ryan me dat we zo snel mogelijk moesten gaan en nu zijn we hier," vertelde ik.
De elfen keken elkaar aan en zeiden iets in hun eigen taal.
"Ze spreken in hun taal," zei Ryan en ik zuchtte. "Zo dom was ik nou ook weer niet om dat te begrijpen," dacht ik, maar knikte gewoon.
"Livia, kan je je nog iets herinneren wat daarvoor gebeurd is? Iets vreemds voordat je de ruiter gezien hebt?" vroeg de elf in de rode jurk. Aangezien het Elementen Elfen waren vermoedde ik dat zij een vuurelf was.
Ik dacht diep na en toen herinnerde ik het me. Eventjes kreeg ik kippenvel.
"Waar denk je aan?" vroeg Ewelynia.
"De bol..." zei ik en keek hen een voor een aan. "Mijn broer had een glazen bol waar een gedaante met rode ogen in verscheen als je je handen erop legde. Ik heb de bol meegenomen toen ik vluchtte. Daarna heb ik de bol kapot gegooid," vertelde ik en de elfen keken me geschrokken aan.
Weer begonnen ze te praten in hun eigen taal en deze keer leek het op paniek.
Pov. Ewelynia
"Geen wonder!" riep Sterrelyn, de luchtelf. "Die glazen bol is een element van het Duister! Het einde is nabij!" snikte Kyara de vuurelf.
"Geen paniek! We kunnen dit aan. Jullie zijn elfen van elk element. Heb een beetje vertrouwen in julliezelf," moedigde ik de elfen toe.
"Het Duister kan elk element aan. We maken geen schijn van kans. Alleen tegen de slaven van Kratta. Kratta zelf kunnen wij nooit verslaan en vergeet de Zwarte Ruiters niet. Zwarte Magie, daar zijn wij nooit op voorbereid!" vertelde Yacco, de waterelf.
Ik voelde me voor het eerst machteloos.
"Hoe gaan we dit doen? Ook al hebben we geen goede band met de andere wezens in dit land, we moeten iedereen waarschuwen en een groot team vormen," merkte ik op. Daar waren de elfen het mee eens.
"Hoe zit het met Tyros?" vroeg Gerwina, de boself. Ze tilde haar vos op en aaide het dier over zijn kop.
"Tyros? Pff... serieus? Dat beest verschijnt om de 1000 jaar! We zijn nog geen eens op de helft!" reageerde Yacco.
Tyros was een vuur tijger. Erg groot en machtig. Het was een legendarisch beest. Volgens de verhalen van de vuurelfen verscheen het beest om de 1000 jaar.
Het was ook maar een idee omdat we wanhopig waren. Het was nog niet eens zeker of Tyros echt bestond. Maar enkele elfen hadden het beest gezien en bovendien was hij de vriendelijkste niet.
"We kunnen hem oproepen? Of zoeken?" ging Gerwina erop in.
"Hoeveel tijd denk je dat we hebben? Het Duister is al onderweg! En als de zoon van koning Fabian die bol in bezit had, zal Kratta wel in zijn hoofd zitten. Zodra het Duister een land heeft overgenomen zijn we de klos," antwoordde Yacco. Het water in alle glazen begonnen te borrelen.
Gerwina maakte een magisch handgebaar naar Yacco's glas en ineens groeide er een bloem uit. "Blijf kalm Yacco," zei ze met een knipoog terwijl hij naar de prachtige paarse bloem staarde. Het was wonderbaarlijk.
"Dus wat is het plan?" onderbrak ik de korte stilte.
"Bondgenootschap!" zei Yacco.
Pov. Livia
Nadat de elfen een lang gesprek hadden gevoerd keken ze ons aan. Ewelynia stapte naar ons toe.
"Ryan de wolf, ik weet dat we een verleden hebben, maar laten we het nu recht zetten. Het Duister komt eraan en het zal niet lang duren voor we overspoeld raken door Kratta's duisternis. We willen een bondgenootschap sluiten met de wolven en elk ander wezen hier in dit land, zodat we sterk staan," stelde Ewelynia voor en ik vond het een perfect plan.
Ryan bromde. "Dat moet ik wel eerst met de wolvenstam overleggen," antwoordde hij.
Uiteindelijk vertelde Ewelynia ons wat ze daarnet allemaal besproken hadden en daarna lieten ze ons gaan.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top