Hoofdstuk 28

Pov. Livia

"Pas op!" riep ik snel en pakte Helena bij haar arm beet. Ze viel bijna een afgrond in.
"Dank je," zei ze en deed een stap naar achteren.
Dean, de wolven en ik keken over de rand heen en zagen dat er op de grond een groot stuk huid lag.
"Slangenhuid," siste Dean.
"Met wat hebben we te maken?" dacht ik hardop en keek om me heen. Ik zag een pad dat naar beneden leidde.
Helena liep voor ons het pad af naar beneden en liep naar het stuk huid toe. Het was groot en doorzichtig.
"Het is nog vers," zei ze.
Ik bekeek het van dichtbij en Dean rook er aan.
"Het stinkt," zei hij en de andere wolven roken er ook aan.
Plots voelde ik me weer misselijk, maar ik had geen behoefte om nu te gaan overgeven.
"Gaat het?" vroeg Dean paniekerig en veranderde terug naar zichzelf. Hij hield me vast.
"Wat gebeurt er?" zei ik zacht en hoestte.
"Een basilisk," zei Helena plots en draaide zich om.
"We moeten snel dat zwaard vinden voor het ons vind!" zei ze en wees naar een stapel botten naast een grote pilaar.
Ik zag schedels van mensen liggen en kreeg rillingen.
Ik negeerde mijn misselijkheid en hield mijn boog al goed vast.
Dean transformeerde weer in een wolf.
"Wat is een basilisk?" vroeg ik en we liepen haastig verder.
We kwamen voor drie grote holen te staan.
"Een reuzenslang. Beter kan ik het niet uitleggen," zei Helena en de zenuwen waren in haar stem te horen.
"Laten we de middelste nemen," zei Dean. "Hier ruik ik geen vreemde geur,".
We volgden met z'n allen Dean de middelste tunnel in en, terwijl onze harten hard bonkten van de spanning dat we een reuzenslang zouden tegenkomen, kwamen we uit bij een ruimte waar bergen met oude zwaarden lagen. De hele ruimte was een beetje verlicht door de wit gloeiende kristallen die aan het plafond hingen.
"Dit meen je niet," merkte Dean op. "Hoe gaan we dat zwaard vinden?" zei een van de wolven achter ons.
Ik keek Helena aan. "Ik had verwacht dat er één zwaard zou liggen en niet honderden," zei ik wanhopig.
"Een van de zwaarden heeft een blauwe gloed, weet je nog? Laten we dat gaan zoeken," stelde Helena voor en blies haar lichtbal uit.
Ze liep langs alle zwaarden heen en begon te zoeken.
"Beter gaan we zoeken, voordat die basilisk ons heeft opgemerkt," zei Dean en zijn wolven liepen ieder een kant op langs de zwaarden heen.
"We vinden het wel," zei Dean en ik keek hem aan. Hij straalde liefde en hoop naar me uit.
Ik liep langs de zwaarden en zag dat er in de ruimte ook weer verschillende tunnels waren. De basilisk kon uit een van die tunnels te voorschijn komen.
Plots hoorde ik een vreemd geluid. Het klonk als een grommend reptiel. Ik wist hoe laat het was.
Een reuzenslang waarvan zijn kop meer weg had van een draak kwam uit de tunnel waar ik voor stond.
Het maakte een sissend geluid en keek me recht in mijn ogen aan.
"Jongens," zei ik en mijn handen begonnen te zweten.
"Wat?" hoorde ik Helena zeggen.
De basilisk staarde me diep in mijn ogen aan.
Ik voelde me heel licht in mijn hoofd worden.
"Mama?" hoorde ik en keek opzij. Een klein meisje met lang bruin golvend haar rende op me af.
Ze hield me vast. "Ik hou van je mama," zei ze en ik stond midden in een woonkamer van een houten huis. "Schat," zei een stem en Dean kwam naar me toegelopen. Hij was netjes gekleed en liep op me af. "We zullen voor altijd bij elkaar blijven," zei hij met een lach. Ik glimlachte terug, maar begreep dat er iets niet klopte.
"Nee," zei ik hardop en Dean keek me raar aan. Het meisje, dat blijkbaar mijn dochter was, liet me los.
"Wat bedoel je?" vroeg Dean.
"Het is nep!" schreeuwde ik en toen verdween alles als mist. Ik stond weer voor de basilisk en op het moment dat ik me realiseerde dat ik weer in de echte wereld was wilde hij me pakken met zijn grote bek. Ik dook op tijd op zij, stond op en rende om pilaren heen.
"Kijk hem niet aan! Hij manipuleert je!" riep ik hardop en de basilisk brulde. Met zijn grote lijf wurmde hij zich langs de zwaarden heen en Helena haalde haar magie erbij.
Dean en de wolven verspreidden zich over de ruimte.
"Niet bij elkaar komen! Zo wordt het moeilijk voor hem!" riep Dean en ik knikte naar hem.
Helena vuurde magische ballen op de reuzenslang, maar het leek hem niet te raken.
"Wat gebeurt er?" riep ik. "Waarom raakt het hem niet?"
"Hij is magie bestendig! Komt omdat dit een beschermde plek is!" riep Helena naar me en sprintte weg voor de basilisk. Hij vernielde alles. De pilaren braken af en ik zag dat het plafond begon te brokkelen.
Helena pakte een zwaard van de grond en wierp het op de slang. Het kaatste van zijn schubben.
Ik richtte mijn pijlen op het beest en schoot raak in zijn nek. De basilisk brulde en kwam razendsnel op mij af.
Ik vluchtte, maar viel op de grond. Ik hield mijn boog paraat en toen de slang voor me stond schoot ik een tweede pijl recht op zijn kop. Ik raakte zijn wang en weer brulde hij.
Ik stond op en rende weer voor mijn leven.
"Pak de tunnels! We zien elkaar buiten wel!" riep Helena en vluchtte een van de tunnels in. Was dit nou wel verstandig?
Dean rende me tegemoet. "Klim op me!" zei hij en sprong op zijn rug. De andere wolven namen een andere tunnel en de basilisk was even in de war. Het wist niet welke tunnel hij moest nemen. "Hij volgt de tunnel van Helena!" zei ik toen we een tunnel in rende.
"We moeten de uitgang vinden," zei Dean hijgend.
"Is dat nou wel een goed idee? Farah en de anderen zijn daar?" zei ik.
We kwamen uit bij een precies dezelfde ruimte als waar we net waren, maar deze was niet vol met zwaarden. Er stond een rots en daar was een zwaard ingestoken.
"Is dat het?" vroeg ik en Dean rende erop af. Ik sprong op de grond en klom de rots op.
Het zwaard zag er net gesmeden uit. Ik pakte het vast en trok het er met alle kracht uit. Het zwaard begon blauw te gloeien.
"We hebben het!" riep ik uit.
"Livia?" zei Dean en uit de tunnel, waar we vandaan kwamen, kwam de basilisk.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top