Hoofdstuk 11

Pov. Livia

Na weer lang gerezen te hebben kwamen Ryan en ik aan bij een groot meer en aan de andere kant kon ik huisjes zien. De zon scheen fel en liet het water glinsteren. Het was erg mooi om te zien. Vogels vlogen laag boven het water en midden op het meer zag ik witte zwanen zwemmen.
Ik keek naast me en zag dat Ryan weer terug begon te veranderen in een mens.
Toen zag ik dat hij naakt was en gelijk draaide ik mijn gezicht de andere kant op.
Ik hoorde hem lachen. "Daar ligt een bootje en maak je geen zorgen, daar ligt nog kleding in van mij," lachte hij en liep langs het water door het natte zand. Ik liet Rodeo hem volgen.

"Past Rodeo wel op het bootje, want ik laat hem niet achter hoor!" zei ik en Ryan knikte.
"Het wordt een beetje proppen, maar dit bootje is gemaakt van het beste hout uit ons dorp," zei Ryan en uit het bootje viste hij een shirt en een korte broek.
Ik stapte van Rodeo af, terwijl Ryan het bootje klaar maakte om in te varen.
Ik leidde mijn paard naar het bootje, maar hij begon te hinniken.
"Ik denk dat hij water haat," reageerde Ryan en ik probeerde Rodeo te kalmeren. Ik aaide hem over zijn hals en kuste zijn zachte neus.
"Ga maar Rodeo. Het is oke. Wij zijn er ook," fluisterde ik tegen Rodeo en leidde hem opnieuw het bootje op. Deze keer stapte hij braaf in het bootje en ik volgde.
Ryan duwde de boot voorzichtig het water in en klom er ook in.
Het varen kalmeerde me en gaf me innerlijke rust.
Toen besefte ik me dat ik al een grote reis voor de boeg had en dat mijn verhaal zeker nog niet was afgelopen. Ik dacht aan mijn vader en Edward en ja, zelfs Jonatan kreeg een plekje in mijn gedachtes. Maar ik voelde woede en mijn handen begonnen te zweten.
Ik was kwaad op hem en ik raakte het water aan met mijn handen.
Het voelde heerlijk verkoelend en kwam weer tot rust.

Toen we aan de andere kant aankwamen leidde ik Rodeo weer de boot uit en Ryan kwam me achterna.
Ik volgde hem met de Rodeo's teugels in mijn hand naar het dorp.
We liepen een klein bos in en kwamen al gauw bij een houten poort terecht.
Er stonden geen wachters en toen we het dorp inliepen hoorde ik gelach en gejuich.
"Dus dit is jouw thuis?" vroeg ik en Ryan knikte.
We liepen naar het plein van het dorp en zagen dat daar veel mensen en wolven waren. Ze waren aan het eten en het rook er naar gebakken vlees. Iedereen keek op toen Ryan en ik binnenkwamen. Rodeo werd angstig, maar ik hield hem kalm.
Ik had nog nooit een roedel wolven gezien dat rustig mee at met de mensen.

Ik werd aangestaard van alle kanten en voelde me een klein beetje ongemakkelijk.
Een grote jongen kwam op ons af. Hij zag er erg goed uit en vooral zijn lichaam. Erg gespierd.
"Wie heb je meegenomen?" vroeg hij en bekeek me. Ik werd een klein beetje rood.
"Dit is Livia en ze is de dochter van koning Fabian," zei Ryan.
Iedereen begon zachtjes te praten, terwijl ze me aan bleven kijken. Het ging dus overduidelijk over mij.
"Ze is een prinses?" vroeg de jongen en hij stelde zichzelf aan me voor. "Ik ben Dean, de alfa," en ik schudde hem de hand.
Hij nam ons mee naar zijn hut waar nog andere mensen waren.
"Dit zijn twee andere stamhoofden. In totaal bestaan we uit drie wolf stammen, maar we zijn een familie," vertelde Dean en ik knikte naar de stamhoofden met een glimlach.
"Nu zouden we graag je verhaal willen weten," zei Dean en ging op een stoel zitten.
En voor de derde vertelde ik weer mijn hele verhaal.
En weer was iedereen onder de indruk en kon zijn oren niet geloven over wat mijn bloedeigen broer had gedaan.
Ryan vertelde dat de elfen een bondgenootschap wilden aangaan, omdat Kratta en haar Duisternis de wereld zouden verwoesten.
Dean keek niet blij.
"Hoe weten we dat de elfen ons niet weer zullen naaien?" zei hij en Ryan gaf hem gelijk.
"Maar als we niet samen sterk staan dan zullen we kwetsbaarder zijn," zei ik, want ik vond het idee van de elfen een heel goed plan!
"We denken erover na," zei Dean.
"Zoveel tijd hebben we niet," zei Ryan en Dean schudde zijn hoofd.
"We kunnen wel een team gaan vormen, maar we hebben geen eens een plan om het Duister überhaupt te verslaan. Bovendien, hoe verslaan we Zwarte Magie. Die Zwarte Ruiter is niet gestopt met zoeken. Trouwens, werden jullie niet achtervolgd toen jullie hierheen kwamen?"
Ryan en ik schudden onze hoofden. We hadden niks gezien en ook tijdens het varen was er niemand.
"In ieder geval, Livia, je kunt hier blijven," zei Dean met een knipoog en weer voelde ik mezelf rood worden.
"Ze kan hier niet zomaar blijven! Je kent de regels over het toelaten van mensen in onze dorpen!" zei een van de stamhoofden. Ze zag er gefrustreerd uit. Iemand die nooit lacht.
"Ik bepaal de regels in mijn eigen dorp. Zij is een prinses en ondanks alle regels moeten we voor elkaar zorgen. Zij is nu een van ons," kwam Dean voor me op en ze hield haar mond.

Nadat we uitgesproken waren liet Dean me een hut zien waar ik kon slapen.
"Sorry van Tamar. Ze is nogal gefrustreerd als er vrouwen bij mij in de buurt komen," legde Dean uit. Ik grinnikte. "Dus ze is je vriendin?" vroeg ik. "Nee, ik heb haar al zo vaak afgewezen, maar ze blijft plakken en zodra er ook maar een vrouw bij mij staat wordt ze jaloers. Wolven he? We zijn over het algemeen best wel bezitterig," antwoordde Dean lachen en liep de hut binnen.
"Ik heb ooit wel gelezen dat wolven een ander kunnen marken, alsof het hun territorium is," zei ik.
"Klopt, maar bij ons komt dat amper voor. Het is echt een emotionele band wat een wolf met een ander moet hebben om diegene te kunnen marken,"

"Misschien heeft Tamar jou wel gemarkt,"

Dean lachte naar me en eventjes smolt mijn hart vanbinnen. Hij kwam dichterbij me staan en legde zijn hand op mijn arm. "Dit is nu jouw hut. Voel je thuis en als je iets nodig hebt laat het me weten,".

Ik voelde me voor het eerst weer thuis.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top