2.


De volgende dag loop ik het plein op. Als het goed is heb ik het eerste uur les met Evy, wiskunde, als ik me niet vergis. Ik loop naar mijn kluisje en stop wat boeken in mijn kluisje. Dan haast ik me naar het wiskunde lokaal. Gelukkig ik de docent er nog niet. Ik kijk rond en zie Evy. Snel ga ik bij haar staan. We praten nog wat, maar dan, midden in het gesprek zie ik Liv langslopen. Ze is klein, dat heb ik gisteren slechts onbewust gemerkt.

"Hey Liv!" Zeg ik. Liv loopt helemaal alleen door de gang. Ze lijkt nog meer verlegen dan ze gisteravond leek.

"Hey.." Zegt ze zacht, Liv loopt verder.

"Wie was dat ..?" Vraagt Evy als we in de klas zitten.

"Liv, gisteren avond toen ik naar huis fietste kwam ik haar tegen. We wachtten samen voor de trein die langs kwam. Ze leek verdrietig, dus ik praatte met haar."

Ik denk na over gisteren, eigenlijk was het een rare situatie geweest. Ik mag Liv wel, ook al ken ik haar nog amper.

De meneer van wiskunde wil de les beginnen, dus Evy en ik beginnen onze schriften vol te tekenen met mislukte ogen. Zodra onze docent klaar is met de uitleg ben ik bijna klaar met mijn tweede oog. Evy is daar al mee klaar en komt met het idee om de meneer van wiskunde na te tekenen. Beide doen we een poging die niet bepaald lukt.

"Jou oor lijkt meer op een vis." Zegt Evy, ze lacht.

"Jou gezicht lijkt op een vis." Zeg ik, ik lach nog harder dan Evy. Iedereen valt stil. Het enige geluid in het lokaal is het geluid van Evy en mij die keihard lachen om twee mislukte tekeningen. De meneer van wiskunde komt naar ons toegelopen.

"Dus dames, jullie willen jullie grap vast met de hele klas delen." Zegt de docent. Ik hoor een aantal mensen die achter ons zitten giechelen. Ik probeer iets tegen de meneer van wiskunde te zeggen, maar ik heb de slappe lach, die man wil niet weten waarom we lachen. Ik denk dat hij er niet om zou kunnen lachen en ons rechtstreeks naar de conciërge zou sturen om ons te melden. Gelukkig hoeft hij niks te weten.

Na wiskunde gaat Evy naar Economie, ik heb een tussenuur. Voor de vakantie had ik vrienden met wie ik tegelijkertijd tussenuur had, maar sinds de vakantie niet meer. Alles is anders sinds de vakantie. Ik loop naar de schoolzaal en zie Liv weer. Bijzonder dat je sommige mensen pas opmerkt als je ze kent. Liv zit op een bank, alleen. Ze leest een boek.

"Hey Liv, mag ik bij je komen zitten?" Liv aarzelt een beetje, maar ze knikt. Ik ga naast Liv op de blauwe bank zitten. "Welk boek lees je?" Vraag ik. Liv draait haar boek om en wijst de titel aan.

"Je kent het vast niet." Zegt ze. Dat klopt, ik ken aardig wat boeken maar dit boek niet.

"Nee, ik ken het niet nee.." Een lange stilte volgt.. Liv leest haar boek en ik kijk vooruit. Naar eigenlijk helemaal niks.. Ik denk enkel na. Ik denk na over Liv. Iets in mij zegt dat er iets raars met haar gebeurd is, iets dat is gebeurt wat ik volledig gemist heb. Maar is zou me niet kunnen bedenken wat. Over vijf minuten begint de volgende les.

"Hey e-eh Liv, ik ga naar mijn kluisje om boeken te wisselen."

"Ik loop wel mee, ik moet ook nog wat boeken wisselen." Ik sta op en Liv volgt, ze stopt haar boek nog even in haar tas en dan lopen we naar de kluisjes. Eerst lopen we langs haar kluisje en dan langs het mijne. Ik stop mijn wiskundeboek in mijn kluisje en haal er een aantal boeken uit.

"Doei Liv, zie je snel weer!" Ik glimlach. En Liv glimlacht voorzichtig terug. Dan lopen we beide een andere kant op. Ik loop de trap op, als ik boven ben gekomen zie ik Evy al bij het lokaal staan.

"Weetje wat er gebeurde onder economie?! Je weet wel, mevrouw Stuif, de stuiterbal, ze werd boos vandaag! Onze klas deed zoals altijd niks tijdens de les, en na een kwartier liep ze woedend de klas uit!" Ik lacht.

"Oh wauw, dan maak je nog eens wat mee op school!" Zeg ik. Evy knikt.

"Voor je het weet zitten we in het bejaardentehuis." Zegt Eef.

"Ja, maar als we daar dan zitten vergeten we de rollatorraces niet hè!" We lachen, tot de docent ons het lokaal in stuurt. Een aantal saaie lessen gaan voorbij, gelukkig begint vandaag het weekend. Nog vijf minuten voordat de bel gaat. De tijd lijkt altijd zo langzaam voorbij te gaan vrijdag..

Dan hoor ik de bel, snel pak ik mijn tas en loop ik het lokaal uit. Ik loop de trappen af en loop in de richting van de kluisjes. Mijn hoofd doet pijn, het voelt alsof er niks meer bij kan. Gelukkig begint het weekend bijna, maar eerst nog naar huis.

~ Eline

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top