•Hoofdstuk 9•

POV Cloe.
"Cloe we doen dit allemaal samen." Zegt Gabriel en ik schut met mijn hoofd. "Misschien is dit net zoals bij Roy. Misschien moet ik het zelf doen." Antwoord ik en Gabriel kijkt naar Anne.

Het is een blik met veel bezorgde glans in de ogen en ik wed dat hij me het liefst vastbind op dit moment voor een betere oplossing. "Mijn roedel is nog steeds druk opzoek naar het mysterieuze figuur dat op is komen dagen. Misschien kunnen we hem aan onze kant krijgen zodat we meer hebben in ons leger." Zegt Anne en het blijft even stil.

Wat zou je hier ook voor reactie op moeten geven? "Ik zij dat het mogelijk is om een oorlog te krijgen. Denk je nou echt dat ik de aandacht van de hele onderwereld zou willen trekken? Alleen een paar mensen doen dat en dat word een drukte. Misschien vallen er onschuldige doden." Antwoord Gabriel en dit zet Anne aan het denken.

"Wil je dat het roedel door blijft zoeken?" Vraagt Anne en precies op dat moment gaat haar telefoon. Als je het over de duivel heb, trap je hem op z'n staart.... zo ging het spreekwoord toch?

Anne neemt de telefoon op en ze begint dingen te mompelen die amper verstaanbaar zijn. Na een tijdje hangt ze op en kijkt ze ons met een glimlach aan. "Ze hebben de gemaskerde vriend. We moeten nu meteen naar het hol. Daar word hij vastgehouden." Zegt Anne.

"Dit is geweldig nieuws, ik ga mee!" Roept Gabriel enthousiast. "Nee! Ik ga alleen met hem praten." Stel ik voor.

***

Wanneer we in het hol zijn lijd Anne ons naar de bewakers van de cellen. "Ik heb gehoord dat onze gemaskerde vriend is binnen gebracht. Ik wil hem graag spreken." Zegt ze en de wolven knikken. Daarna lopen ze rustig weg.

"Ik denk dat ik zelf naar binnen wil." Stel ik voor en Anne kijkt me bezorgd aan. "Weet je het heel zeker? Je weet niet waar je mee te maken krijgt." Antwoord ze en ik knik voorzichtig.

Even voelt het net zoals bij Roy een paar maanden geleden. Ik voel me alsof ik weer iemand moet vermoorden. Ik gedraag me ook heel anders als ik mijn krachten gebruik. Ik lijk wel een stuk agressiever maar ik weet niet of dat bruikbaar kan zijn.... of juist slecht en gevaarlijk.

Ik verlies mensen en daardoor krijg ik meerdere littekens in mijn hart waardoor het breekt. Word ik langzaam gevoelloos? Nee Cloe, je hebt nog steeds een ziel.

"Ja, ik moet dit alleen doen. Misschien word er naar me geluisterd." Zeg ik en Anne knikt.

De wolven komen terug en ze geven Anne een sein dat ik naar binnen kan.

Ik loop de grote donkere kamer binnen waar een piepklein lichtje in staat. "Hij staat in de hoek." Mompelt een weerwolf en dat verklaard ook waarom ik hem niet kan zien.

De deur word achter me gesloten en nu zijn we helemaal alleen. Laat ik mijn zakelijke deel aanzetten en doen alsof ik heel slim ben. Misschien helpt dat en kom ik niet als een kleine piepende muis over.

Ik ga zitten op de stoel en ik bekijk de donkere hoek.

"Zo, zo.... ik hoorde dat jij mensen lukraak aanvalt waaronder mijn vriend Jayden." Begin ik en ik hoor wat gekraak.

De jongen komt uit het donker en hij heeft z'n masker nog steeds helemaal om zich heen. Wanneer hij tegenover me gaat zitten neemt hij een hap lucht en begint hij te praten.

"Er is iets gebeurd waardoor ik meer bloed nodig had. Ik dronk veel alcohol eerst omdat ik daar beter op kon leven als bloed. Maar er is een bepaald iets voorgevallen waardoor ik weer bloed kan drinken en dat moet ik inhalen. Ik wil het niet.... maar ik wil ook niet dood." Zegt hij met een hele donkere stem.

"Mag ik weten wat er precies is gebeurd? Zo kunnen we je helpen." Antwoord ik en hij zakt een beetje in elkaar. "Wat als ik geen hulp wil Biscuit?" Vraagt hij en er flitst meteen een herinnering bij me naar voren.

Gabriel noemde me altijd Biscuit maar hoe kan hij dit weten? Volgt hij ons al langer? Is het misschien Henderson? De meest onschuldige mensen kunnen rare dingen doen.

"Ik wil je gezicht zien." Maak ik hem duidelijk en hij schut met z'n gezicht. "Het is beter dat we het laten zoals het is. Ik wil mijn identiteit voor nu nog even geheim houden maar er komt een tijd dat we dit verder uitpraten. Luister naar wat ik je nu ga zeggen..... het gene wat stil en sluw is, kan bruikbaar zijn. Het gene wat druk en aanwezig is, kan niet van pas komen. Geloof me jonge dame.... ik zal van pas komen." Zegt hij.

En in een lichtflits is hij ineens verdwenen.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top