{Hoofdstuk 7}

{Will.}
Gabriel.
Het is inmiddels een paar uur later en Cloe weet alles weer. Dat ik niet dood ben en ze herinnerd zich Rick en Anne en de rest.

Kéziah staat al een tijdje tegen de muur aan en hij is diep in gedachten, dat zie ik in z'n ogen. Ik kom naar hem toe lopen en iedereen luistert mee. 'Wat is er?' Vraag ik en hij kijkt me aan. 'Niks bijzonders. Misschien is het beter als we weer gaan.' Zegt hij en ik knik.

Russel pakt mijn arm vast en hij omhelst me. Hij geeft me een kus op mijn voorhoofd en ik kijk hem aan. Dan kijk ik naar Kéziah die staat te wachten. Ik loop naar hem toe en zuchtend drukt hij een hand tegen mijn borstkast. 'Blijf maar hier Gabriel. Ik zie dat iedereen je mist. Blijf maar.' Zegt Kéziah en ik omhels hem. 'Bedankt Kéziah.' Zeg ik en ik laat hem los en ik word al snel weer blij vastgepakt door Russel.

Kéziah draait zich om om naar de deur te lopen. 'Will zou trots op je zijn Kéziah!' Roep ik hem na en hij staat stil. hij draait zich om en ik zie dat er een paar tranen over zijn wangen stromen. 'Hopelijk.' Zegt hij en in vampier snelheid verdwijnt hij.

'Wie is Will?' Vraagt Cloe.
'Toen Kéziah nog een kleuter was, waren zijn ouders bevriend met een paar mensen met een zoon. Zijn naam was Will. Hij was een jaar ouder als Kéziah en hij speelde veel met hem. Toen de ouders van beide kinderen vermoord werden, werden ze eerst van elkaar gescheiden. Toen Kéziah 16 was en Will 17 besloot Will om met Kéziah samen te gaan wonen als beste vrienden. Will zorgde voor Kéziah en Will was als een vader voor hem. Toen Kéziah 97 werd, ging Will dood. Hij werd gemarteld en gedood. Dat heeft Kéziah me vertelt toen we nog samen waren, jaren geleden.' Zegt Gabriel.

'Dus Will was als een soort tweede familie voor Kéziah?' Vraagt Cloe en ik knik. 'Het ging Kéziah er altijd om dat hij Will trots maakte. Hij liet hem magische trucjes zien die hij had geleerd toen hij jong was en ze deelde samen hun leven.' Antwoord ik.

'Ik heb medelijden met hem.' Zegt Anne. 'Cloe heeft hem anders net een klap in z'n gezicht gegeven.' Zeg ik grinnikend tegen Anne. 'Heb ik Kéziah een klap verkocht?' Vraagt Cloe verbaast. 'Ja, je noemde hem griezel toen hij probeerde te helpen en je verkocht hem een klap. Dat is nog niks wand toen hij hier binnen kwam wandelen smeet je hem tegen de muur aan. Zelfs toen had je nog niet door dat je een siroop was.' Zeg ik en Cloe probeert na te denken over wat ze heeft gedaan. 'Laten we nu maar even gaan rusten.' Stelt Rick voor en ik knik. 'Rust kunnen we allemaal wel gebruiken nu.' Antwoord ik.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top