[Hoofdstuk 5]
POV Kéziah.
"Is het niet raar dat Marcel niks van zich laat horen?" Vraagt Gabriel en ik haal m'n schouders op. "Ik weet het niet. Cloe gedraagt zich ook anders de laatste dagen. Ze is niet.... zichzelf." Antwoord ik.
"Denk je dat we een oog in het zeil moeten houden?" Vraagt Gabe en ik schut met m'n hoofd. "Misschien is ze veel aan het nadenken. Ik snap het wel, vrienden zijn dood, haar ouders zijn dood. Als je zo kijkt... houd ze zichzelf nog best sterk in de hand." Antwoord ik en Gabriel knikt.
Ik vind het altijd fijn om te praten met hem omdat we het te aso vinden om gemeen tegen elkaar te doen. We redden elkaars leven iedere keer.
"Er is iets wat je moet weten." Zeg in en Gabriel kijkt me bezorgd aan. Dan rent er ineens iets voorbij in super snelheid en ik word half omver gewaaid.
"Wow wat was dat?!" Roept Gabe en ik grijp z'n arm vast. "Geen idee maar we moeten erachteraan." Zeg ik en ik trek hem mee in vampier snelheid. Als je mensen vast heb kunnen ze dezelfde snelheid rennen maar dat lukt meestal alleen bij onderwerelders of mensen met zwarte magie.
Het ding gaat een steeg in en het is duidelijk sneller als dat ik ben. Ik ren erachteraan en stop aan het begin van de steeg.
Aan de andere kant rent hij de steeg uit en zie ik licht waar ik dan ook op af ren. Wanneer we de steeg uit zijn, laat ik Gabe los en heb ik mijn ogen op een brandend gebouw.
Het figuur staat stil en draagt een zwarte hoodie. Er is een vrouw die schreeuwt naar het brandende gebouw. "Mijn baby!!!" Schreeuwt ze waarop de jongen met de hoodie naar binnen rent.
Verschillende brandweerlieden roepen "Terugtrekken!" Naar hun collega's omdat het vuur te heftig is. Gabriel wil erop afrennen maar ik hou hem snel tegen.
"Wat doe je?! Hij heeft hulp nodig!" Roept Gabriel en ik trek een wenkbrauw omhoog. "Ja en jij wil hem gaan helpen? Met welke krachten?" Vraag ik en Gabriel kijkt boos als antwoord.
"Help hem!" Roept hij en vlak daarna explodeert het gebouw en zie ik iets zwarts uit de bovenstste verdieping. Gabriel bedekt z'n ogen vanwege het felle licht maar ik hou m'n ogen op het zwarte figuur. Hij beland op de grond van 9 verdiepingen recht naar beneden met een mooie sprong en geeft het kindje terug aan de moeder die hem al op haar knieën begint te bedanken.
Het gebouw stort in en het zwarte figuur ziet ons en rent naar ons toe, neemt ons mee de steeg in en stopt uiteindelijk wanneer we het donkerste punt bereiken.
De hoodie gaat af en m'n mond valt open. Paars/roze ogen worden zichtbaar net zoals Henry's blije gezicht vol adrenaline en wanneer z'n ogen verdwijnen, haalt hij even adem.
"Zagen jullie dat! Ik redde iemand!" Roept hij blij en ik grijp hem bij z'n kraag. "Ben je helemaal gek geworden?!" Roep ik en hij kijkt met een bangig gezicht.
"Kéziah..." mompelt Gabe terwijl hij aan m'n mouw trekt. "Ik moet met je praten."
Ik loop even met Gabriel mee en Henry wacht met een hevig geschrokken gezicht.
"Kéziah hij heeft net iemand gered. Blijf kalm en bedank hem." Zegt hij en ik gooi m'n handen in de lucht. "Jij ook al? Als hij z'n krachten bekend maakt zijn we dood." Antwoord ik en Gabriel zucht.
"Jij bent Henry's voorbeeld als je dat al vergeten was. Hij is al fan van de onderwereld sinds hij een kind was en hij wist niet dat het echt was. Hij wist niet dat de grote Kéziah Siroop echt was. Laat die jongen genieten nu het kan aangezien we al allemaal ellende meemaken." Legt hij uit en ik knik.
Ik begrijp het. Deze jongen is erg geïnteresseerd in onze wereld. Het is creepy als je het mij vraagt en ik hou hem graag in de gaten omdat hij deels beest is want hij heeft geen siropen ogen.
-Op de èèn of andere manier voelde het heel raar om dit hoofdstuk te schrijven. Niet slecht raar maar goed raar want het is iets anders als dat ik normaal schrijf. Het was alsof ik een hoofdstuk van een compleet nieuw boek schreef. Voelde jullie je ook anders?-
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top