•Hoofdstuk 44•
POV Cloe.
Zware ogen... dat is wat ik voel naast de pijn in mijn buik. De staak zit er nog steeds in en ik kan me amper bewegen. Niet dat dat kan aangezien ik zit vastgebonden.
Marcel is weg zo te zien... wacht, heb ik geslapen? Als ik naar boven kijk zie ik kleine raampjes en zie ik dat het daglicht is. Het is bewolkt dus Rick heeft de mogelijkheid om me te kunnen komen zoeken.
Ineens zie ik iets wazig... een soort geest of zo. Het komt op me afgelopen en met een dempend geluid hoor ik een stem. Ik kan niet herkennen van wie de stem is.
Ik kijk op en probeer mijn ogen verder open te krijgen. Het zicht word duidelijk en ik zie Henry. "Ah, grappig... Marcel heeft hallucinatie spul bij me ingespoten." Mompel ik en ik voel Henry's handen op mijn schouders.
"Cloe ik ben het, Henry." Mompelt hij en ik glimlach. "Ben je echt?" Vraag ik en hij knikt maar hij houd een vinger voor m'n mond. "Probeer stil te zijn voordat Marcel ons hoort." Zegt hij zacht en ik knik.
"Zou je de staak uit m'n buik willen halen?" Vraag ik en Henry kijkt naar beneden. Zijn twee handen gaan om de staak heen en hij geeft er een ruk aan.
Ik kreun van de pijn en Henry maakt een sissend geluid. "Probeer stil te zijn." Fluistert hij en hij geeft er nog een ruk aan.
De staak gaat er niet uit en ik begin iets zwaarder te ademen. "Het lukt niet. Er is meer kracht nodig om het eruit te halen." Zegt hij en ik zucht.
"Je bent een afstammeling van onze soort. Je bent een siroop van binnen en ergens weet je dat. We hebben mensen gekregen, mensen verloren en nog nooit ben ik iemand tegen gekomen die het tenminste waard is om een siroop te zijn." Zeg ik en Henry lacht.
"Jij bent tenminste een goede siroop." Mompelt hij en ik schut met mijn hoofd. "Maar ik verdien het niet. De siroop is èèn van de sterkste onderwerelder en ik zie in je ogen dat je het verdient. Misschien komt het omdat ik Wills ogen terug zie." Antwoord ik.
"Wat als ik nou niet goed ben?" Vraagt hij en ik schut weer met mijn hoofd. "Niet aan denken." Fluister ik met een kleine glimlach.
Hij pakt de staak weer vast en mijn ogen gloeien roze op. Hij geeft er een ruk aan en ik kreun harder. De staak word eruit getrokken en mijn huid begint zich meteen te genezen.
Henry slaat met de scherpe staak op de boeien totdat ze los springen. Ik val even op de grond maar Henry trekt me overeind.
"Je hebt het geflikt." Zeg ik en ik hoor Henry zachtjes lachen. Mijn roze ogen verdwijnen en ik kom even op adem.
"Kom we gaan naar huis." Zegt Henry en ik loop voor hem uit. "Dat dacht ik niet!" Schreeuwt iemand achter ons en ik draai me om.
Het is Marcel die Henry vast pakt en hem met zijn grote beest tanden in zijn nek bijt. Ik geef een gil en Henry valt bloedend op de grond.
Hij leeft nog en daar moeten we het op houden. "Dacht je nou echt dat je kon ontsnappen?" Vraagt hij en ik laat mijn ogen roze opgloeien.
Marcel komt op me aflopen en ik laat roze vuurballen verschijnen. Ik werp ze naar Marcel toe maar die ontwijkt hij zonder moeite.
Daarna rent hij op me af en geeft me een duw waardoor ik meters verderop op de grond terecht kom.
Vervolgens sta ik snel op en ren ik in vampier snelheid op hem af en geef ik hem een dreun in z'n gezicht. Ik trap hem in z'n ballen en schiet hem weg met een schok van magie.
Dat zal hem maar een paar seconde tegen houden dus ik moet snel zijn...
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top