•Hoofdstuk 41•
POV Kéziah.
"Mooi je bent op tijd." Zeg ik tegen Nupas die binnen komt lopen. "Waar is Cloe?" Voeg ik toe en Nupas haalt z'n schouders op.
"Ik kwam haar tegen onderweg naar het huis van Jayden. Ze moest nog wat dingen doen en dat kon een tijd duren. Ze wilde liever vertrouwt worden en alleen zijn. We moesten het zonder haar doen. Gaat dat lukken?" Vraagt Nupas.
Ik knik rustig en als ik en Gabriel even oogcontact hebben... weten we al dat we Cloe in de gaten moeten houden.
"Nou ik vertrouw Cloe... en ja dat zou kunnen." Antwoord ik en Nupas knikt en zucht opgelucht. Waarom is hij zo zweterig? Z'n handen zijn helemaal vochtig, dat kan ik van een afstand zien.
"Is er iets?" Vraag ik en Nupas kijkt me gestrest aan. "Wat? Nee! Ik maak me gewoon ook zorgen om Cloe... maar dat doet iedereen nu wel denk ik." Zegt hij en ik knik en vervolgens sta ik op.
We gaan met Henry, Gideon, Gabriel, ik en Nupas in een cirkel staan en Gabriel begint de spreuk te mompelen. Ik voel dat er druk op word gezet dus ik versterk het met magie waardoor er een roze gloed door de cirkel heen gaat.
Er komt een zwarte waas in de cirkel en er verschijnt langzaam iemand. Will.
Hij kijkt ons allemaal aan met een wenkbrauw omhoog en duidelijk opgelucht. "Hey Will... we hebben familie gevonden." Zeg ik en Will draait zich om naar Henry zonder iets te zeggen.
"Henry Herondale... ik weet er van... ik heb een magische stamboom die zichzelf iedere maand bijwerkt. Ik weet dat je er bent. Leuk je te ontmoeten." Zegt Will en dan draait hij zich weer om naar mij.
"Is er iets?" Vraag ik en Will kijkt kort naar Nupas. Iets is gaande hier en Nupas weet er meer van. "Cloe heeft nu jullie hulp nodig! Ze zit vast bij Marcel! Nupas heeft..." roept Will maar Nupas verbreekt snel de Cirkel.
Will verdwijnt onmiddellijk en iedereen schiet achteruit.
Ik sta onmiddellijk op en ik grijp Nupas bij z'n kraag vast. Ik duw hem tegen de muur en ik kijk hem met mijn roze ogen aan. "Waar is Cloe!?" Roep ik en Nupas kijkt me aan met zijn roze ogen.
Gideon en Gabriel komen erbij staan en Henry heeft nog moeite met opstaan. "Wat heb je met Cloe gedaan!?" Roept Gabriel als toevoeging en Nupas probeert zich los te worstelen.
"Marcel heeft ons bescherming belooft als ik Cloe in zou leveren." Antwoord hij en iedereen zucht.
We laten Nupas los en m'n ogen worden weer normaal. Hetzelfde geld voor zijn ogen. "Het was niet m'n bedoeling. Ik wilde iedereen redden door ons veilig te houden." Voegt hij toe en ik laat mezelf in m'n favoriete leunstoel vallen.
Die moeten ze echt nooit weg doen.
"Waar is ze nu?" Vraag ik en Nupas kijkt naar beneden. "Als ik dat vertel zijn we er allemaal geweest." Antwoord Nupas en ik kijk hem recht aan.
"Je weet waar ze is?" Vraag ik en Nupas knikt. "Ik heb haar zelf gezien. Ze zit vastgebonden en Marcel is haar waarschijnlijk aan het martelen nu."
Rick komt uit de gang rennen in vampier snelheid en hij gooit Nupas tegen de muur met z'n blauwe ogen aan.
Ik schiet overeind en ik hou Rick vast. "Hey Hey! Chill!!" Roep ik maar Rick probeert zich los te worstelen uit mijn greep maar ik hou hem vast met m'n magie.
"Ik maak je af!" Roept Rick naar Nupas die is opgestaan. "Hou je rustig vampier!" Roep ik en Rick luistert totaal niet naar mij.
"Gabriel... ik wil jou even in de keuken spreken." Zeg ik tegen hem en ik zet Rick vast aan de muur. Dat is echt mijn special truc. Gabriel weet daar alles van af.
Gabriel loopt zonder twijfel mee naar de keuken maar Gideon kijkt me wel raar aan.
Wanneer ik in de keuken ben met hem sluit ik de deur en Gabriel gooit z'n armen over elkaar heen. "Wat is er?" Vraagt hij en ik heb het gevoel alsof ik hem nu wel kan zoenen. Hij ziet er echt knap uit vandaag, daar zal ik niet over liegen.
"Vind je dit niet raar? Marcel bedriegt ons, m'n broertje bedriegt Cloe en wat als er meer komt?" Vraag ik en Gabriel trekt een wenkbrauw omhoog.
"Denk je dat we meer bedriegers onder ons hebben?" Vraagt hij en ik knik. "Nou... ik denk niet zo per se dat er meer komen... maar met al die bedreigingen van Marcel vallen we uit elkaar. Straks bedrieg je mij nog of andersom." Zeg ik en Gabriel schut met z'n hoofd.
"Kéziah dat zal nooit gebeuren. Daar ken ik je te lang voor en het is het niet waard. Juist nu moeten we er voor elkaar zijn." Antwoord Gabriel.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top