•Hoofdstuk 35•

POV Cloe.
Rick en ik zijn al een uur van elkaar opgesplitst. Het is momenteel twaalf uur 's nachts en ik loop buiten... alleen met m'n handen in m'n zakken, zoekend naar wezens met zwarte ogen.

Ik vraag me af hoe het leven voor altijd had geweest als ik een mens was gebleven. Een wereld helpt niet bij mijn vraag. Rick heeft vast enorm veel exen en ik heb nog nooit echt de tijd gehad voor een echte relatie.

Mijn leven is klote en iedere dag vraag ik me weer af of er dooie vallen. Mensen zoals normalo's weten de helft niet eens. De wereld loopt gevaar en dat is onze schuld.

Ik loop de hoek om uit een steegje en ik bots ineens tegen een jongen aan. "Hey kijk uit!" Roept hij maar wanneer de jongen me beter bekijkt schut hij z'n hoofd. "Ow sorry... ik had niet zo mogen reageren." Voegt hij toe en ik knik en lach.

Ik vertrouw hem niet wand het kan een demon zijn. Hij heeft zwart haar wat een beetje in krullen voor z'n ogen hangt. Hij heeft blauwe ogen... doet me een beetje denken aan Kéziah maar die is iets langer.

"Ik heb jou hier nog nooit eerder gezien." Antwoord ik en de jongen glimlacht en steekt z'n hand uit. "Klopt, mijn naam is Henry.. ik ben hier net nieuw komen wonen. Ik verdiep me te veel in wezens van de diepte dus m'n ouders wilde dat ik naar een andere buurt en school ging waar ik me anders zou moeten gedragen. Ik werd veel gepest." Zegt hij en ik knik.

Ik neem z'n hand aan en ik geef antwoord. "Mijn naam is Cloe, ik woon hier al jaren. Over die wezens... waar verdiep je je precies in?" Vraag ik en Henry haalt z'n schouders op.

De naam Henry klinkt heel bekend... het licht op het puntje van m'n tong maar ik kan er niet opkomen.

"Nou... het klinkt gek en je gaat het toch niet geloven." Zegt hij en ik schut met mijn hoofd. "Ow geloof me. Je kan me alles vertellen. Niks klinkt gek in mijn oren." Antwoord ik en Henry lacht.

"Mijn familie stamt af van de siropen... maar zelf ben ik er geen èèn en mijn ouders ook niet. Vele boeken zeggen dat ze jaren geleden zijn uitgestorven. De familie siroop waren èèn van de eerste siropen allertijden." Zegt hij en ik trek een wenkbrauw omhoog.

"Weet jij veel over de geschiedenis van siropen?" Vraag ik en hij knikt. "Ken je ze?" Vraagt hij en ik knik terug. "Jazeker... ik ben... een groot fan van onderwerelders." Zeg ik met een kleine aarzeling.

"Wil je een stukje wandelen? Dan praten we erover." Stelt hij voor en ik knik. Ik blijf evengoed alert wand ik ken deze jongen niet.

"De naam is trouwens Herondale... Henry Herondale." Zegt hij en mijn mond valt open. Herondale! Hij is achter achter achter familie van Will Herondale! Ik loop gewoon naast een lang vermist familie lid van èèn van de belangrijkste siroop leden.

"Mijn over over over groot vader Will Herondale was een siroop heb ik gehoord. Ik las veel boeken erover. Niet te geloven! Hij kende gewoon de enige echte Kéziah siroop! Ik heb veel over ze gelezen en ik hoop ergens dat het echt is." Zegt hij en ik zucht.

"Nou je zal enorm blij zijn." Antwoord ik en Henry knikt hevig.

We lopen weer samen een steegje in maar we stoppen meteen wanneer ik een hand voor Henry hou.

Er zit een demon recht in het midden van de steeg en hij eet iets. Ik ruik meteen bloed. Wanneer de demon ons door heeft staat hij op en draait hij zich om met diepe zwarte ogen.

"Ow god." Mompelt hij en ik laat mijn ogen roze opgloeien zonder dat Henry het merkt en ik loop naar voren. "Cloe!" Roept hij meteen en ik ren met vampier snelheid op de demon af maar hij weert me af waardoor ik op de grond beland.

Vervolgens komt er een hand door hem heen en verdwijnt hij. Kéziah word zichtbaar met roze gloeiende ogen en z'n hand onder het zwarte bloed.

"Thanks voor de redding Kéziah." Zeg ik en hij knikt met nog steeds roze ogen. Henry komt dichterbij en Kéziah helpt me overeind.

"Jij.. jij.. jij bent..." mompelt hij en Kéziah z'n ogen zijn gestopt met gloeien. "Wie ben jij?" Vraagt Kéziah en Henry begint nerveus te raken. "Jij bent Kéziah siroop. Je bent echt. En jij...." zegt Henry, wijzend naar mij.

"Je moet rustig blijven." Mompel ik en hij valt meteen flauw.

-nou jongens! We hebben familie van Will gevonden! Verre familie dan. Denk mee.. herkennen jullie de naam Henry?-

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top