•Hoofdstuk 30•
POV Cloe.
"Ik weet het niet... ik heb wel eens van deze man gehoord toen ik nog jong was maar ik weet niet of het mogelijk is." Zegt Kéziah. Hij staat met z'n armen over elkaar maar met z'n linkerarm houd hij z'n hand deels tegen z'n mond aan. Met andere woorden... de denkhouding.
Z'n haar staat mooi recht overeind en z'n blauwe ogen springen heel erg uit met z'n zwarte kleding. Hij draagt een zwarte spijkerbroek met een zwarte blouse waar witte spikkels op zitten. Er zit een ketting van een zwarte haaientand om z'n nek heen en z'n zwarte schoenen zijn netjes gepoetst.
Ik had Kéziah gebeld om te vragen of hij langs wilde komen. Ik moest hier wat over weten.
"Maar aangezien het in het siropen boek staat word ik nieuwsgierig. Ik denk dat hij een interessanter verleden heeft dan dat iedereen denkt." Voegt Kéziah toe aan z'n zin en we staan beide te kijken naar z'n levenloze lichaam.
"Toen ik in die wereld was zag hij er gelukkig uit." Mompel ik en Kéziah verstaat ieder woord. Hij haalt z'n hand voor een paar seconde van z'n lippen weg. "Er moet een manier zijn om hem wakker te krijgen. Een soort wereld heeft geen zin." Antwoord hij en ik zucht.
"Waar is Nupas?" Vraag ik uit het niets en Kéziah haalt z'n schouders op. "Hij gaat 's morgens vroeg de deur uit en komt 's avonds laat weer thuis. Hij is graag alleen." Antwoord Kéziah en ik kijk hem aan.
"Hoe weet je dat?" Vraag ik en Kéziah kijkt mij nu ook aan. "Ik heb met Nupas gepraat. Hij zij dat hij overal en nergens rond loopt omdat hij al die jaren al gewend is om alleen te zijn. In de weekenden hebben we besloten dat we een film kijken of ergens pizza gaan eten. Ik ben de enige familie die hij heeft." Zegt hij en ik knik.
"Maar Nupas is niet alleen mijn familie." Voegt hij toe en ik trek een wenkbrauw op. "Hoe bedoel je?" Vraag ik en Kéziah glimlacht even.
"Als siroop kunnen we wel kinderen krijgen maar dat gaat met moeite en ik ben een 17 jarige jongen, tenminste zo zie ik eruit. Maar ik ben èèn van de eerste siropen en alle nakomelingen zijn net kinderen voor me. Will was iets ouder... waarom denk je dat hij me beschermt heeft?" Vraagt hij en ik sta stil zonder respons en ik wacht tot er meer komt.
"En daarom bescherm ik Nupas en jou. Jullie zijn mijn kinderen en dat klinkt raar om te zeggen vanwege mijn uiterlijk maar niet voor mijn leeftijd." Zegt hij en ik trek langzaam mijn mond open.
"Hoe oud ben je dan?" Vraag ik en Kéziah lacht. "Dat vertel ik bijna aan niemand. Ik lieg vaak over mijn leeftijd dus vraag dat maar niet." Antwoord hij en ik knik.
Ik ga naast Rick zitten op de stoel en ik raak z'n koude voorhoofd aan. "Geen zorgen Rick... we vinden wel een manier. We halen je hier uit." Mompel ik hoor dat Kéziah z'n telefoon pakt.
"Ik bel Henderson en Nupas."
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top