Hoofdstuk 30

{Haast}
Gabriel.
'Rick! Schiet op! Haal je kont hier heen! Ik bel Russel!' Roep ik door de telefoon.

Ik hang meteen weer op zonder dat Rick antwoord kon geven en ik kijk even naar Cloe die levenloos op de bank licht. Haar oogkassen worden langzaam zwart en haar ademhaling is ongelijk.

Ik toets meteen het nummer van Russel in en ik hou de telefoon tegen mijn hoor. Na drie keer overgaan neemt hij op.

'Hey Gabriel. Wat is er?'
'Je moet snel naar Rick's huis komen. Ik stuur wel een adres. Ik leg je alles uit als je er bent. Neem flesjes water mee.'
'Ja tuurlijk. Ik kom zo snel mogelijk.'
'Doei.'
'Doei.'

Ik hang op. De flesjes water vroeg ik om Cloe koud te houden. Ik vind het nog al onbeleefd om hier water te pakken. Bovendien barst ik van die stomme flesjes omdat Russel een baan heeft bij een waterbedrijf. Nu kan ik ze gebruiken voor iets nuttigs.

Ik loop naar Cloe toe en ik voel aan haar voorhoofd. Ze word alsmaar warmer en warmer. Dan schrikt ze wakker en ze hapt vervolgens naar adem. Ik schrik en ik val op de grond. Ik sta bijna gelijk weer op en ik kniel naast haar.

'Cloe? Hoor je me?' Vraag ik maar Cloe blijft zwaar ademen. Ze begint harder te bloeden. Dan grijpt ze de kraag van mijn shirt en ze trekt me naar zich toe waardoor mijn oor voor haar mond licht. 'Ik hoop maar dat je goed bent wand ik voel me behoorlijk sterfelijk voor een weerwolf.' Fluistert ze.

Dan laat ze me los en ze valt weer weg alsof het haar laatste adem was. Ze ademt nog. Nog, als Anne en Rick niet opschieten.

Dan vliegt te deur open en Russel is zo te zien zo snel mogelijk gekomen. Ik had het sms'je gestuurd nadat ik meteen ophing. 'Dat was snel.' Zeg ik en Russel zet wat flesjes water op tafel. Hij loopt naar me toe en hij geeft me een kus op mijn hooft. 'Natuurlijk. Je klonk bezorgd.' Antwoord hij en hij kijkt naar Cloe. Ik was natuurlijk ook vergeten dat hij weerwolven snelheid had.

'Is dit de patiënt?' Vraagt hij. 'Ja. Dit is Cloe.' Begin ik en ik leg het hele verhaal uit. Wat er met haar gebeurd is en wat we moeten doen. Russel is op de piano kruk gaan zitten.

Rick.
'Hoeveel hebben we nog nodig?' Vraag ik. 'Alleen haring pupillen maar ik ken een gast die dat soort dingen heeft. Hij woont hier niet ver vandaan.' Antwoord Anne.

'Zij je nou dat hij niet ver woont?' Vraag ik. Anne knikt. 'Hoezo?' Vraagt ze terug. 'Ren wedstrijdje?' Vraag ik waardoor Anne een grijns achterlaat. 'Go!' Roept ze en we beginnen allebei te rennen. Vampiers waren zoiezo al sneller dan wolven maar aangezien zij de Alpha is moet ik moeite doen om haar bij te houden. Gelukkig voor mij raak ik nooit buiten adem.

Wanneer we er bijna zijn probeer ik nog harder te rennen maar Anne rent me voorbij alsof het niks is. Dan stopt ze. 'Hier is het. En ik heb gewonnen.' Zegt ze lachend. 'Oké, miss Alpha heeft gewonnen, gefeliciteerd.' En ik maak een diepe buiging. Anne begint te lachen maar haar lach verdwijnt snel. Ik kijk naar haar op en ik zie dat ze aan Cloe denkt. 'We moeten snel zijn.' Zeg ik en Anne loopt naar de deur. 'Blijf alsjeblieft buiten wachten. Deze gast houd niet bepaald van vampiers.' Zegt Anne en ik knik.

Anne loopt vervolgens naar binnen en ik blijf in de kou buiten wachten en ik zie de zon langzaam ondergaan. Het mag dan wel koud zijn voor andere mensen maar ik kan het niet koud hebben. Ik heb niet bepaald lichaamswarmte.

Ik begin te ijsberen en ik zie rook uit de monden van voorbijgangers komen omdat het zo koud is. Èèn vrouw kijkt me zelfs aan omdat er natuurlijk geen stoom uit mijn mond komt. Ik adem niet behalve als ik dat wil. Ik heb geen adem nodig maar ik kon normale mensen wel laten denken dat ik normaal was door te ademen. Ik en de rest van de jongens haatte het. Ik adem snel even in en uit en ik blaas wat stoom naar buiten waardoor de vrouw weer doorloopt en wegkijkt.

Dan komt Anne weer naar buiten gelopen en ze houd een zakje in de lucht. 'Ik heb het! Nu snel naar Cloe. Hopelijk win je ronde twee van het olympisch kampioenschap onderwereld rennen.' Zegt Anne.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top