-Hoofdstuk 27-

Cloe.
Kéziah is bezig met het portaal aangezien mijn kracht een beetje begint op te raken van deze wereld. Ik kan dat gewoon niet meer aan. Bovendien is hij op lichamelijk gebied veel sterker als ik. Hij kan dit allemaal vol houden en ik begin me steeds zwakker te voelen. 'Ga je met ons mee Nupas?' Vraag ik en hij knikt. 'Natuurlijk ga ik met jullie mee.' Zegt hij blij en ik zie dat Kéziah klaar is met het portaal.

'Houden jullie Marcel trouwens even op de hoogte?' Vraag ik aan Will en Eva en ze knikken. 'We zullen het proberen. Als hij echt zo aardig is als jij zegt dat hij is, vertrouwen we je Cloe.' Zegt Will en ik geef een klein knikje terug.

Kéziah.
'Ik neem de rest alvast mee.' Zegt Cloe en ik geef daar toestemming voor. Nog èèn grote groepsknuffel voordat we vertrekken en dan gaan Cloe en de hele crew door het portaal behalve ik, Will en Eva. Het is tijd om afscheid te nemen.

'Het was geweldig om weer even bij jullie te zijn. Ik zal zeker vaker langs komen en....' zeg ik maar Will trekt me al naar zich toe voor een omhelzing. 'Ik hou van je Kéziah als mijn eigen zoon. Ik ben trots op je.' Fluistert Will in mijn nek en ik voel dat zijn mouw nat is van mijn tranen. Ik ben echt een mietje.

Ik laat Will los en ik kijk naar mijn beste vriendin Eva. Is ze eigenlijk wel mijn beste vriendin? Eva is alles voor mij geweest. Ik weet nog zo goed dat ik een meisje leuk vond en ze zij dat ik er vol op voor moest gaan. Ik vroeg een meisje mee uit en het lukte met dank aan Eva. Zonder haar was het me nooit gelukt. Alleen dat meisje kwam niet opdagen en ik heb nooit meer iets van haar gehoord maar inplaats daarvan kwam Eva weer. Ze werd een soort backup en daar heb ik zo veel spijt van. Ik heb haar in mijn tijd in een backup stand gehouden en nu kijk ik haar weer aan in haar mooie ogen en zie ik mijn spijt.

Ik zet weer een stap naar voren. Ik aarzel niet dus ik trek haar naar me toe en ik kus haar. Na een lange tijd staren kwam ik in beweging en dat vind ik nog knap van mezelf. Ik kan langs komen maar ik heb ook mijn thuiswereld die ik moet onderhouden. Ik zou kunnen zeggen dat dit de plek is waar ik zou moeten zijn, waar ik zou moeten wonen. Maar dat wil ik niet. Ik leef al zo lang in de wereld waarin ik geboren ben en het maakt me niet uit wat het doet met de kleur van mijn ogen of met mijn krachten. Het maakt me nu helemaal niks meer uit. Het enige waar ik aan kan denken is Eva.

Ik laat haar zachtjes los en Will kijkt ons met open mond aan. Net nadat we onze mond open doen gooit hij een vinger in de lucht. 'Nah, ik wil het niet eens weten.' Zegt hij waarop ik en Eva glimlachen. 'Ik ga jullie missen.' Zeg ik en we geven elkaar nog een laatste groepsknuffel.

Vervolgens loop ik naar de grote poort. Ik kijk nog èèn keer achterom en ze zwaaien naar me. Ik zwaai terug en dan stap ik de poort in.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top