-Hoofdstuk 19-
Cloe.
'Russel! Gabriel!' Schreeuw ik als ik ze in de verte zie staan en ze kijken naar me. Dan rennen ze op me af en Gabriel omhelst me meteen. 'Hoe ben je nog in leven?' Vraagt hij blij als Russel erbij komt staan.
'Lang verhaal.' Antwoord ik lachend en ik zet een stap achteruit. 'Waar is de rest?' Vraag ik snel als ik naar de omgeving kijk. 'Ze zijn aan het opsplitsen om de rest te.....' begint Russel maar dan schiet er ineens een grote vuur vlam gecombineerd met roze, de lucht in.
We vallen alle drie op de grond maar we staan zo snel als we kunnen weer op. De vlam blijft even maar dan word het minder. Vervolgens word het duister en we kijken elkaar aan. 'Wat was dat?' Vraagt Gabriel.
'Ik denk, dat dat de hellehond was.' Zeg ik zacht en ik kijk naar twee gezichten die volledig in paniek zijn. 'Sinds wanneer heeft de hellehond roze licht?' Vraagt Gabriel.
Anne.
'Ik haat dit.' Zeg ik tegen mezelf en ik kijk naar de omgeving. 'Rick!!' Roep ik maar ik krijg geen antwoord. Ik zal het nog eens proberen. Mijn groene ogen komen tevoorschijn en mijn tanden springen bijna uit mijn mond. 'Rick!!!!' Brul ik hard naar de lucht dat ze het aan de andere kant van de onderwereld nog zouden kunnen horen. Zo weten demonen meteen dat ze niet tegenover mij willen staan.
'Oké, oké, rustig.' Zegt Rick die ineens uit de bosjes komt lopen. Hij heeft z'n handen tegen z'n oren en hij heeft duidelijk gehuild. Ik ren naar hem toe en ik omhels hem. 'Doe dat nooit meer maatje.' Fluister ik in z'n nek en ik laat hem los. 'Waarom ben je hier?' Vraagt Rick en ineens begint de grond te schudden.
Er word een grote vuur flits met roze zichtbaar in de lucht die hoog naar boven schiet. Rick en ik vallen op de grond en we blijven staren naar het licht.
'Ik denk dat de hellehond dichtbij is.' Zeg ik terwijl ik snel opsta en Rick overeind help. 'Sinds wanneer heeft de hellehond roze licht?' Vraagt hij en ik staar weer naar de lucht waar alles verdwenen is.
Will.
'Ik was te streng. We hebben het verkloot.' Zeg ik en Eva kijkt me aan. 'Wees niet te streng voor jezelf. Kéziah was van slag af, misschien wilde hij ons gewoon de echte waarheid vertellen.' Antwoord Eva en ik maak een sarcastisch lachje met mijn mondhoek.
'Ik heb een siroop nog nooit zoiets zien doen. Geen enkele siroop kan zoiets doen.' Zeg ik als tegenantwoord en ik kijk Eva niet aan. 'Wie was nou degene die steeds tegen me zij dat Kéziah anders was als andere siropen?' Vraagt Eva en ik versnel mijn pas.
'Ik heb Kéziah inderdaad dingen zien doen die niet normaal zijn voor een gewone siroop. Maar we moeten Kéziah hier niet de hoofdpersoon maken. Kéziah is inderdaad belangrijk voor me omdat ik hem al zo lang ken en dat geld ook voor jou. Waar begon dit verhaal nou eigenlijk? Bij een simpele Badboy en een schoolmeisje?' Vraag ik boos en Eva schiet bijna in de lag.
'Wij kunnen hier niet over oordelen als we er zelf niet bij waren. We zitten hier al veel te lang.' Zegt Eva en ik zucht. 'Misschien was ik wel te streng voor hem.' Antwoord ik.
Dan begint de grond te trillen en er schiet ineens een grote lichtflits van vuur en roze licht de lucht in. Het geeft een enorme schokgolf waardoor Eva en ik op de grond vallen. Na een tijdje verdwijnt het en we kijken elkaar aan. 'De hellehond?' Vraagt Eva en ik schut met mijn hoofd. 'De hellehond heeft geen roze licht. Dit is Kéziah.' Antwoord ik.
Cloe.
'Gabriel!' Roep ik terwijl we sneller rennen. 'Wat?' Vraagt hij snel en gestrest en ik haal de ring die Marcel me gegeven heeft uit mijn zak. Als Marcel de waarheid spreekt moet dit werken. 'Doe deze ring om.' Zeg ik snel en Gabriel bekijkt het antieke ding.
'Waarom?' Vraagt hij snel en ik schuif het snel om zijn vinger en het begint zich snel om zijn vinger te vormen. 'Ik wil dat je dit voor me draagt en ik moet je vragen me te vertrouwen.' Antwoord ik en Gabriel knikt.
Dan rennen we verder naar het licht.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top