{Kéziah en Roy.}
Kéziah.
Ik loop met Anne door het wolven hol omdat ze een afspraak met Roy en mij heeft geregeld. Die jongen heeft mijn soort lastig gevallen, die is nog niet van mij af. 'Haal Subject 3.' Zegt Anne tegen twee jongens. Ze knikken en lopen weg.

'Waarom wil je dit eigenlijk?' Vraagt ze en dit is de eerste keer dat ze iets aan mij vraagt. 'Wees blij dat ik alleen dit vraag.' Zeg ik en Anne rolt met haar ogen. 'Gabriel heeft gezegd wie Will is.' Zegt ze en ik probeer mijn angst in te houden. 'Echt waar? Gefeliciteerd, ik stuur wel een taart.' Antwoord ik nijdig.

De tweeling komt terug en ze knikken naar Anne. 'Volg mij.' Zegt ze tegen me en we lopen een kamer binnen. De kamer is donker maar er word èèn tafel verlicht. 'Succes.' Zegt Anne en ze sluit de deur waardoor ik en Roy alleen zijn. Ik ga zitten aan de tafel en ik zie dat Roy probeert weg te kijken.

'Kéziah Siroop. Waar heb ik dit bezoek aan verdient?' Vraagt Roy. 'Je hebt mijn soort aangevallen jongen.' Antwoord ik. 'En mensen kunnen mij boos maken als ze mijn soort aanvallen.'

'Kom op zeg ik heb je amper aangeraakt.' Zegt Roy en ik trek een wenkbrauw omhoog. 'Gaat dit om Cloe?' Vraagt Roy verbaast na een korte stilte. 'Wat wil je van haar?' Vraag ik. 'Waarom geef jij om dat wicht?! Ze is niks waard! Ze moet dood!' Roept Roy nijdig en met een knip in mijn vingers doe ik de deur stevig op slot om de wolven buiten te houden.

Ik schiet naar voren ik pak Roy mijn z'n kraag. Met mijn andere hand gooi ik de tafel weg en ik trek hem van z'n stoel en vervolgens duw ik hem tegen de muur en ik trek hem een beetje van de grond af maar ik heb nog steeds een sterke grip op zijn kraag.

'Als je dat nog èèn keer zegt maak ik je af vampier!' Roep ik en ik hoor dat er op de deur gebonkt word. Als ik mijn ogen roze laat gloeien kan ik door de muur heen kijken en ik zie dat Anne de deur probeert open te krijgen.

'Wat wil je van me!?' Roept Roy. 'Als jij niet van Cloe wegblijft zal ik je vermoorden.' Fluister ik nijdig en Roy kijkt niet bang maar uitdagend. 'Waarom vind je haar zo speciaal?' Vraagt Roy verbaast. 'Dat ga ik echt niet tegen jou zeggen.' Antwoord ik en ik laat Roy los en ik zet een paar stappen achteruit.

Dan heeft Anne de deur opengebroken en de twee jongens dragen Roy weg. 'Waar sloeg dat op Kéziah!?' Roept Anne boos. 'Hij schold Cloe uit. Hij wilde haar dood. Alsof jij hem niet wil afmaken.' Antwoord ik. 'Cloe bepaald wat er met hem gebeurd en wat heb jij toch met haar? Waarom bescherm je haar?' Vraag Anne en ik kijk even naar beneden. 'Omdat ze op iemand lijkt die ik ken.' Antwoord ik.