Hoofdstuk 4
'Laureline, wat doe jij hier? Waarom heb jij je hier verstopt? Wie is de tweede persoon, want die mannen stem klonk niet als Jelle?,' vraagt Diëlle aan me.
'Ik euhm... Dat is Cliff,' zeg ik en negeer zijn andere vragen. Ik verwacht dat Cliff te voorschijn komt, maar dat is niet het geval. 'Cliff, kom dan.'
'Ja maar... Euhm, ik ben niet van deze tijdperk!' zucht Cliff.
'Dus Cliff komt uit de toekomst?,' vraagt Diëlle aan me.
'Ja en ik ga elk moment weer verdwijnen om terug naar mijn tijd te gaan,' zegt Cliff plotseling. Ik draai me naar hem toe en zie hem onder de trap vandaan stappen. Diëlle die naast me is komen te staan hoor ik overduidelijk slikken. 'Sorry Lau, ik moet gaan van mijn baas.'
'Maar- maar- maar-.' stamel ik en plots vervaagd zijn rechterarm.
'Moet ik nog wat voor je beantwoorden?,' vraag ik vlug. 'Je wou toch meer informatie over me hebben voor die baas van jou?'
Zijn gezicht verstijfd, waardoor alle spieren in zijn gezicht duidelijk zichtbaar worden. 'Hoe oud was je toen je moeder overleedt?,' vraagt hij aan me, terwijl zijn ledematen langzaam één voor één verdwijnen.
Ik miet even nadenken over deze vraag. 'Toen was ik 10 jaar en had ontdekt dat het dienstmeisje Aurora door mijn moeder werdt gedwongen om haar dood te schieten,' vertel ik.
'Dat was je stiefmoeder,' zucht hij.
'Owh, oeps! Ik weet niet precies meer, maar ze had een mysterieuze zwarte ziekte die tot op de dag als vandaag nog altijd onbekend is,' vertel ik aan Cliff, die ondertussen geen armen meer heeft. Die zijn al verdwenen.
'Wat weet je nog van de klchten of sympthomen?,' vraagt hij snel door. Hij heeft haast zo te horen.
'Het enige dat ik nog weet is: een zwarte vlek op eerst één hand, later kwam het ook op de andere hand. Daardoor voelde ze de plekken waar her zwart zat de huid niet meer. Helemaal niks,' leg ik uit. 'Ik was toen nog een jaar of 3 á 4.'
'Dankjewel voor de informatie. Later in de toekomst hoop ik voor je dat deze ziekte een naam heeft en er een geneesmiddel is. Je ontmoet ooit mij weer eens opnieuw, maar dan jonger en niet uit de toekomst. Tot ziens,' zegt Cliff en dan poef is hij verdwenen. Er is niks meer, dan alleen maar een leegre voor mijn neus. Ik staar voor me uit naar de leegte voor me, waar nog niet zo lang geleden Cliff nog stond. Ik ben overdonderd door de manier van afscheid.
'Waar kwam je die vreemdeling tegen?,' vraagt Diëlle, die zijn stem weer heeft terug gevonden. Hij heeft het tafereel stil bekeken.
'Op Croanora, na een boze Crocosaurus in wiens bek ik zat,' vertel ik en ik zie zijn ogen van schrik groter worden. 'Maar ik heb daar niks aan overgehouden, alleen een nat pak. De Crocosaurus vond me niet zo lekker en spuugde me uit, waardoor ik in een plas terecht kwam.'
'Een plas?'
'Ja een waterplas,' reageer ik vlug.
'Ah, ik wou net zeggen. Trouwens, Jelle is verdwenen. Ik heb hem niet meer gezien, toen jij werdt aangevallen door andere piraten,' merkt hij op.
'Vreemd, ik heb hem ook niet meer gezien,' reageer ik. Ik zucht eventjes diep en zet me zelf over de vreemde afscheid van Cliff heen. Het leven gaat inmers ook voort.
'Kom we gaan naar boven toe, dan zien de anderen dat ik tegen jou sprak. Over... die vreem-.'
'Cliff!' ondervreek ik hem.
'Ook goed. Over hem zwijgen we, oké?,' zegt Diëlle.
'Oké,' zeg ik simpel en loop naar de trap toe. Ik kijk even om en stop met lopen. Mijn ogen schieten naar de plek, waar Cliff stond sn verdwenen was. Ik verwacht dat hij elk moment weer verschijnd, maar het blijft leeg en zie alleen Diëlle staan. Hij is een paar millimeters verschoven.
'Kom dan Diëlle,' zeg ik en wenk hem.
'Ja sorry, ik kom. Er gebeurd plotseling zo veel, dat ik het allemaal even niet meer volg,' legt hij uit en komt voor mijn neus staan. 'Laten we maar naar boven gaan.'
Ik knik en draai me vervolgens om, waarna ik de trap oploop. Maar op de een of andere manier blijft de vreemde afscheid van Cliff rond in mijn hoofd spoken.
'Jongens, kijk eens wie ik beneden in het ruim vond?,' vraagt hij aan de andere.
'Laureline!' roepen ze allemaal blij dn opgelucht.
'Bwen jwe wel iwn orwde?,' vraagt Tyar.
'Waar is Nimrod?,' vraag ik, Tyars vraag negerend.
'Hijw iws dwood,' zegt Matthew, waarna hij diep zucht en zijn ogen sluit.
'Gesneuveld tijdens de strijd,' zegt Jelmer ook met een diepe zucht. Zijn ogen worden vochtig en al snel rolt er een traa over zijn wang.
'Jelmer, hij heeft voor iedereen gevochten. Hij heeft zich opgeofferd. Aanvaar dat het zo is toegwezen. Wij kunnen niet het lot bepalen,' zeg ik tegen hem. Hij zucht en ik sla mijn armen open om hem een knuffel te geven, maar hij wijst mijn knuffel af. Jelmer loopt van me weg en gaat naar de rand toe, waar hij voorzich uit gaat staan staren.
'Lau, wil jij alsjeblieft sturen?,' vraagt Diëlle aan me.
'J-.'
'Diëlle, kwijk! Dwaar liwgt Lawniwnea!' roept Korneel opeens.
'We zijn er weer! Laat de zeilen zakken mannen, Lau jij aan het stuur,' commandeerd Diëlle iedereen op. 'Ik laat het anker zakker. We gaan keren!'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top