Hoofdstuk 12
'Is hij nog in de haven, Haven?,' vraag ik nieuwsgierig aan haar.
'Nee, hij heeft mij hier afgezet en is er toen haastig overstuur er weer vandoor gegaan. Hoezo?,' legt ze uit.
Ik slaak een zucht. 'Nee, laat maar dan,' reageer ik en draai me om. Ik loop naar een boom, waar mijn dolk terecht in was gekomen van het bevrijden van Haven uit haar toen nog hachelijke stand. Met mijn rechterhand pak ik mijn dolk beet en wil hem uit de boom trekken. Maar hij zit muur vast! Mijn linkerhand pakt de dolk nu ook beet en met al mijn kracht begin ik er hard aan te trekken.
'Aaah! Laureline, help!' hoor ik plots Haven een hulpkreet slaan.
Met een harde ruk trek ik zo de dolk uit de boom. Daarna draai ik mezelf haastig om. Voor de tweede keer vandaag sta ik oog in oog met Jelle en Xavira. Ik had hun al verwacht en pak mijn dolk stevig in mijn rechterhand vast. Mijn linkerhand trekt vervolgens mijn zwaard uit zijn schede.
'Ho, wapens neer!' commandeert Xavira mij meteen.
'Nee! Ik luister niet naar commando's van jou!' zeg ik schuw.
Ze kijkt me geïrriteerd aan en knijpt haar ogen ietsjes dicht. 'Ken je de gevolgen nog niet?,' vraagt ze aan me.
Ik bekijk de situatie en zie dat ik Havens leven op het spel kan zetten. Jelle houdt zijn zwaard horizontaal voor haar keel. Eén fataal woord of zin kan Havens hoofd worden.
'Nu ik de situatie heb bekeken, ken ik de fatale gevolgen,' beantwoord ik dan Xavira's vraag.
'Mooi! Je zal naar ons moeten luisteren. We hebben iemand nodig die goed kan kaartlezen en dar kwam Jelle op jou uit. We stellen voor dat jij met ons mee op avontuur gaat!' zegt Xavira met een gemene grijns op haar mond.
'En wat als ik daar niet mee akkoord ga?,' vraag ik aan haar.
'Dan leggen we haar om!' Ze wijst naar Haven, wie mij nu angstig aankijkt.
'Heb ik nog bedenktijd?,' vraag ik voorzichtig.
Ik zie Xavira's ogen sluiten en plotseling zakt ze door haar benen. Ze valt bewusteloos op de grond neer.
'Lang genoeg,' zegt er een jongensstem. Ik kijk verward om me heen, maar zie niemand. Jelle die eerst Haven in zijn houdgreep had, die ligt er inmiddels ook bewusteloos bij.
'Wie is onze redder? Laat je eens zien!' vraagt Haven hardop zich af.
'Thomas en Sybren Pennets,' zeggen twee jongensstemmen tegelijkertijd in koor en komen uit een boom geklommen.
Haven en ik staan versteld toe te kijken. Het zijn twee lange jongens en hebben beide blond haar, dat er krullend uit ziet. Zelfs een beetje pluizig. Naarmate ze dichterbij komen valt het me op dat de ene jongen bruine ogen heeft en de ander blauw. Licht blauw!
'Wow!' zegt Haven en staart de twee jongens aan.
Ik por met mijn elleboog kort in haar zij.
'Wat?,' vraagt ze verontwaardigd.
Als antwoord schud ik met mijn hoofd en rol met mijn ogen. 'Niet netjes van je,' zeg ik zachtjes tegen haar, zodat alleen zij het hoort.
'Whoops, excuus!'
'Haha, geeft niet hoor,' lachen ze.
Via mijn rechterooghoek zie ik hoe Haven van schaamte rood kleurt. Ze kijkt haastig een andere kant op, naar mij in dit geval.
'Bedankt voor jullie hulp,' dank ik dan Thomas en Sybren, om de awkward stilte -die er was gevallen- te verbreken.
'Geen dank. Het was aan ons de taak om Laureline te beschermen in het bos,' zegt de jongen met het blonde pluizerig krullend haar en zijn blauwe ogen. Hij knipoogt naar me.
'Van wie heb je die taak op je gekregen?,' vraag ik aan de twee jongens.
'Onze moeder en oma,' beantwoorden ze mijn vraag. 'Je weet nu vast wel wie.'
'Ja, nu wel,' glimlach ik naar hem. 'Maar euh... wie is wie?'
'Ik ben Sybren,' zegt de jongen die net naar me knipoogde.
'En dan ben jij Thomas zeker?!' roept Haven enthousiast uit.
'Jup, dat klopt,' zegt de andere jongen ook enthousiast.
'Maar euhm... Lau, wat doe jij eigenlijk hier? Waarom hield Jelle mij net vast? Hoe kan hij ineens tegen jou gaan dreigen? Wat is er tussen jullie gebeurd?,' vuurt Haven meteen op mij af.
'Dat is een te lang verhaal. Oja, voor ik het vergeet terug te nemen. De kaart!' zeg ik tegen Haven, maar daarna stort ik me op het zoeken naar de kaart.
'Wat ga je doen Lau?,' vraagt Haven aan me.
'Mij kaart terug nemen. Euhm... wie had hem ook al weer afgepakt?,' zeg ik tegen Haven en spreek dan hardop van wat ik denk.
'Dat hadden wij nog ook gezien. Zij had hem gestolen!' roept Thomas uit en wijst naar Xavira.
'Dankjewel Thomas,' bedank ik hem en loop op de bewusteloze Xavira af. Eenmaal naast haar bewusteloze lichaam aangekomen sta ik stil en hurk neer. Mijn handen schieten naar het bewusteloze lichaam en zoeken naar de kaart.
Ik kan Xavira nu beter omschrijven. Lang licht blond haar, dat half rond is geknipt. Door haar lange bruine gewaad toont ze heel lang, waaronder ze een witte korte jurkje aan heeft. Op haar hoofd heeft ze een bruine piratenhoed op. Ze draagt zwarte laarzen die bijna tot haar knieën zitten. En om het af te maken draagt ze ook nog eens een zwarte ketting, waaraan een zwarte sleutel hangt en de boven kant in een hartje is gebogen. Belachelijk, het verbaasd me niet dat Jelle op haar verliefd zou zijn!
Dan vind ik de kaart en haal hem uit de zak van Xavira's gewaad. Hij is opgevouwen in een vierkant. Ik maak de kaart open en zie dat de kaart heel erg verkreukeld is. Ze kan er niet normaal mee omgaan. 'Ik heb de kaart terug. Laten we hier maar weggaan, voordat ze weer bijkomen,' zeg ik in het algemeen en kijk de andere aan. Ze knikken en komen dan in beweging. Haven komt meteen naar mij toegesneld.
'Mag ik ook mee?,' vraagt ze angstig aan me.
'Tuurlijk! Waarom zou dat niet mogen?,' reageer ik en rol haastig de kaart goed op zonder hem te kreuken. Dan stop ik hem in mijn gewaad.
'Geen idee,' zegt ze schouderophalend en zucht opgelucht.
'Kom, straks zijn Thomas en Sybren ons kwijt. Trouwens, welkom bij het piratenclubje mijn maat,' zeg ik en klop met mijn linkerhand op haar schouder.
'Dankje! Maar vertel me alles wat je al hebt meegemaakt, waar ik niet bij was,' zegt ze.
Ik zucht wanhopig. 'Vooruit! Maar je moet me op mijn woorden echt geloven!'
Ze knikt driftig met haar hoofd.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top