1
Dit boek...
Is geschikt voor lezers die 18+ zijn
Bevat geweld en grof taalgebruik
Bevat seksueel getinte scenes
"Vuile bitch!" riep Michael en gooide zijn bier glas naar mijn hoofd.
Ik kon op tijd wegduiken en viel neer naast het gebroken glas dat al eerder door hem veroorzaakt was.
Mijn armen zaten onder de blauwe plekken en mijn lip bloedde van zijn harde woedende vuisten.
Ik zag blonde plukken haar op de grond liggen en keek bang omhoog.
Michael stond voor me en gaf me een trap in mijn buik.
"Je bent niks waard. Niemand houdt van jou. Dat is de reden dat je familie je niet meer moet. Dat je ouders je geen geld meer geven, omdat je toch niks kan. Wat heb je bereikt? Zeg me? Wat heb je bereikt dan op mij te teren? Waardeloos kreng. Ik laat je als een hoertje werken voor je geld. Je k*t is het enige wat is goed is aan jou," schreeuwde Michael door onze kleine woning in een flatje van een achterstandswijk.
We hadden amper tot aan geen geld en Michael was een alcoholverslaafde. Hij gokte ook nog en had schulden bij foute mensen. Hij reageerde zijn woede op mij af en door zijn dominantie sprak ik niemand meer van mijn familie. Ze wilden niets met mij te maken hebben, omdat ik niet bij Michael weg ging.
Ik kon niet bij hem weg. Niet zo makkelijk als dat ik wilde.
Hij bedreigde me, mishandelde me en liet me niet naar buiten. Ik mocht niet eens werken van hem.
Hij was al heel lang niet meer de man op wie ik verliefd was. Ik was bang. Bang voor hem.
Ik werd een ander mens. Ik werd stiller, teruggetrokken en introvert. In mijn dromen ontsnapte ik zoveel keren uit de flat, maar daar bleef het bij.
Niemand schakelde hulp in, want er woonden bijna alleen maar junkies in de flat die ook ruzie maakten met elkaar. Onze ruzies leken niets meer dan dat voor anderen.
Ik zat bevend op de grond en hoorde buiten de storm donderen en de regen stromen.
Michael trok me van de grond en gooide me op de bank.
Hij begon me te wurgen en ik kreeg geen lucht.
Met mijn zwakke armen, omdat ik amper at, sloeg ik hem op zijn ribben, maar het had geen effect.
Toen voelde ik met mijn handen op de bank en voelde tussen de kussens een pistool. Michael had een pistool verstopt in de bank!
Hij was zo op mij gefocust en zei de ergste dingen, maar het enige wat ik voelde was het metaal in mijn handen waarmee ik hem zo'n harde stoot op zijn hoofd gaf.
Michael ging knock-out en ik hapte naar lucht toen zijn handen mij loslieten.
Ik keek naar het pistool en richtte deze op Michael.
Ik besefte toen ineens wat ik had gedaan en besloot hem niet neer te schieten. Om eerlijk te zijn had ik daar het lef niet voor.
Ik rende naar mijn kamer, pakte mijn tas en gooide het pistool ver door de woning heen.
Zo snel als ik kon rende ik naar de deur, maar deze zat op slot en er zat een zware metalen kettingslot aan vast.
"F*ck," vloekte ik in mezelf en besefte me dat de slaapkamer van Michael grenste aan de balustrade van het flatgebouw. Ik zag dat Michael nog steeds bewusteloos op de grond lag en ik glipte zijn slaapkamer binnen.
Het was een rotzooi en ik maakte een weg door het vieze afval dat overal te zien was.
Het slaapkamerraam was gelukkig niet op slot en ik duwde het open.
Een bliksemschicht verlichtte de lucht, gevolgd door een harde donder.
Dit was de eerste keer sinds jaren dat ik buiten kwam. Ik had geen eens schoenen aan en liep op mijn blote voeten naar beneden.
De harde natte stenen voelde als vrijheid onder mijn voeten.
Om de hoek van het flatgebouw was een drukke straat waar vele auto's reden.
Mijn kleren werden zeiknat door de stromende harde regen, maar de kou voelde fijn voor mijn pijnlijke plekken.
Ik was moe en zo energiek tegelijkertijd. Ik was bezig met mijn ontsnapping. Toch was ik nog niet zo ver gekomen. Ik had geen geld om een bus of taxi te pakken en om überhaupt eten te kopen.
Dit was niet doordacht en ik begon zachtjes te huilen.
Laat ik dan maar gewoon oversteken en in ieder geval zo ver mogelijk van het onheil vandaan lopen.
Ik keek snel links en rechts en stak over.
Totdat een auto ineens hard toeterde en ik snel de stoep op sprong en me omdraaide.
Een beige auto stopte naast me en toeterde nog een keer. Het raampje ging open en een man begon tegen me te schreeuwen.
"Ik had je bijna doodgereden! Kijk uit waar je loopt joh!" riep de man boos, maar toen hij mijn gezicht en blauwe armen zag veranderde zijn gezichtsuitdrukking. Hij leek geschrokken en bezorgd en reed zijn auto de stoep op.
Hij stapte uit en liep langzaam op me af.
"Gaat het?" vroeg hij. "Heb je hulp nodig?"
Ik keek hem aan. Dit was de eerste keer na jaren dat iemand oprecht aan me vroeg hoe het met me ging.
"Ik zie... dat je pijn hebt. Kan ik je ergens naartoe brengen? Het is veel te koud," vroeg hij toen en probeerde met zijn jas zijn hoofd te beschermen tegen de regen.
"Zal ik 1-1-2 bellen?" vroeg hij toen en ik schudde toen meteen mijn hoofd.
"Nee! Nee! Bel niet de politie," zei ik met een duidelijke paniek in mijn stem.
"Oke," zei de man onzeker. "Ik kan een motel voor je regelen? Dan kan je ergens slapen,".
Toen keek ik naar de flat van Michael en ik moest wel snel nadenken over de volgende stap die ik zou gaan maken.
Ik stapte in en hield mijn tas stevig vast. Ik had geen andere keus. Michael zou me anders zo weer vinden.
Er klonk een zacht muziekje in de auto, terwijl de regendruppels op de voorruit stortten. Zijn auto was erg netjes. Geen lege Mac Donaldszakken of lege blikjes frisdrank.
"Wat is je naam?" vroeg de onbekende man.
"Heather," zei ik.
"Ramon," stelde hij zichzelf voor. "Ramon Rider,".
Die naam herkende ik ineens.
"Ramon Rider?" herhaalde ik en keek de man in zijn bruine ogen aan.
Toen herkende ik heel vaag zijn gezicht en ik zag dat hij precies hetzelfde bij mij had.
"Wacht. Heather Winston?" vroeg hij toen en ik knikte.
"We zaten bij elkaar op de basisschool," ging hij verder en lachte. "Hoe toevallig!"
Ik vond het bizar, maar ook heel erg genant.
Het was 14 jaar geleden dat ik voor het laatst naar de basisschool was geweest. Het was genant dat hij me nu zo zag.
Ramon en ik waren vroeger vrienden. Niet heel erg close, maar we aten weleens lunch samen op de wc. We werden beiden gepest. Ik werd af en toe gepest, maar Ramon constant.
"Ik was altijd blij als je weer naar de toiletten kwam," zei hij toen en ik glimlachte zwak.
"Gelukkig hoeven we zoiets nooit meer mee te maken," zei ik zacht, maar ik besefte me toen hoe ik er uit zag.
"Wat is er gebeurd? Wie heeft dat gedaan?" vroeg hij toen, maar ik wist niet wat ik moest zeggen waardoor ik stil bleef.
"Je vriendje?" vroeg hij toen.
"Ex," zei ik snel. "Hij is niks meer van me,".
"Je moet aangifte doen hoor," zei hij. "Ik ben een privé-detective. Ik kan je helpen,".
"Weet je het zeker?"
"Natuurlijk! Laten we eerst wat eten voor je halen. Zin in Taco Bell? Of Burger King?"
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top