4- Op de achterbank


Het was pas later toen ik op de achterbank neerzakte, dat ik me bedacht dat ik dit wel een beetje voorzichtiger had kunnen aanpakken. Er was nog steeds een taxi die mensen ontvoerde in deze omgeving of de legende eromheen nou waar was of niet. Het abrupt in een taxi springen leek dus niet zo'n heel goed idee. Ik had op zijn minst het nummerbord kunnen controleren, maar daar was het al te laat voor. Waarom bedenk ik ook altijd achteraf wat ik beter had kunnen doen?

Mijn handen wreven nerveus over de oude leren stof van de bank. Terwijl mijn vingers het patroon van overlappende rechthoekjes overtrok, begonnen mijn ogen de stoel voor mij die uit hetzelfde leer gemaakt was te verlaten en volgden ze een weg omhoog naar het achterhoofd van de chauffeur. De zwarte golvende haren schudden een beetje op en neer, toen de man achter het stuur, aan de diepe stem te horen, met een beetje chagrijnige ondertoon begon te praten. "Waar wil je naartoe gaan, meisje?", galmde het bars door het wagentje. 

Nadat ik mijn adres had gemompeld, kwam er een hand in een wit overhemd in zicht die zich naar het dashboard toe bewoog. De wijsvinger lande op een knopje waardoor er een teller oplichtte rechts van een klein klokje. Het was zeven uur precies, de getallen bleven maar terugkomen. De hand verplaatste zich naar een draaiknop en er begon, na een klein geruis, een rustige melodie uit de luidspreker te komen. Een paar tellen later werd het muziekje overheerst door het brommen van de motor. We begonnen te rijden over de grijze laag beton die zich voor ons uitstrekte.

Na enkele minuten stilte merkte ik op dat we niet de makkelijkste en snelste route naar mijn huis toe namen, maar ik besloot om mijn mond niet te openen. Ik had geen zin om de man achter het stuur te verbeteren in het nemen van zijn routes en hield mijn gedachtes voor mijzelf. Toen we ons later meer leken te verwijderen van mijn huis dan dat we in de buurt ervan kwamen, begon ik te vermoeden dat hij misschien het verkeerde adres had verstaan. Deze keer maakte ik wel geluid, door mijn keel te schrapen en daarna te vragen of dat hij wel wist dat dit niet de weg naar mijn huis was. 

De man liet daarop als antwoord een grom vanuit zijn keel klinken en bromde daarna: "Ja, dat weet ik." Ik veronderstelde dat de man het als een persoonlijk verwijt had genomen en perste mijn lippen verschrikt weer op elkaar. De rustige melodie nam weer de opperhand in de cabine, ondersteunt door het zachte geloei van de motor dat onder de kap vandaan kwam. De kalmte van de muziek weerspiegelde helaas niks van wat er door mij heenging.

Een naar gevoel had me bekropen in de vorm van een koude rilling op mijn rug. 'Dit is niet goed, deze hele situatie niet,' dreunde het door mijn hoofd.  We gingen niet richting huis en de bestuurder van de taxi waar ik in zat wist het en leek het helemaal niks te schelen. 'Dit is niet goed!' Hoe zou dit alles ooit een positieve uitkomst kunnen hebben. Ik zou iets moeten doen, maar ik bleef als versteend zitten. Ik dacht aan mijn besluit eerder om in te stappen en het bleef maar bonzen in mijn hoofd. 'Echt helemaal niet goed!'

Mijn duimen wreven alsmaar langs elkaar af, terwijl de rest van mijn vingers met elkaar uit wanhoop waren verweven. Mijn handen leken zich vast te klampen aan de warmte die mijn palmen afgaven door mijn angstigheid. Stijf kneep ik mijn handen in elkaar in een poging de slechte situatie bij mij binnen te laten dringen. Ik merkte de kleine bultjes van het kippenvel op mijn armen op. De kleine haartjes op mijn huid gingen nog verder recht op staan toen ik opschrikte van een nieuw geluid.

De muziek was nogmaals abrupt verstoord, maar deze keer door de chauffeur zelf. "Je weet toch wel dat je in taxi 396 bent gestapt?" klonk het spottend, "Ik en deze taxi brengen je niet naar waar je wilt zijn, maar naar waar je moet zijn om de waarheid te weten te komen. De waarheid die je altijd al hebt verlangd te weten."

De complete paniek, die ik overal van binnen voelde, nam mijn lijf over en rukte me woest uit mijn versteende staat. Mijn vingertoppen betaste de autodeur op zoek naar de hendel om de deur te openen, terwijl mijn mond en stembanden hun best deden een zo goed mogelijke smeekbede te geven. Ik had altijd gedacht dat ik nooit genoeg moed zou hebben om uit een rijdende auto te springen, maar ik twijfelde er op dat moment niet aan. Het kwam er alleen uiteindelijk niet van, want ik stuitte op een deur die niet wou openen. 

Een klein vlaagje opluchting, dat ik niet uit de auto had hoeven springen, was haast onmogelijk merkbaar tussen de woede die ik uitte op het verdomde kinderslot dat me had weerhouden van ontsnappen. De verwensingen die ik in mezelf op het kinderslot afvuurde, moesten van richtingen veranderen, omdat ik het gniffelen van de man had opgevangen. Het diep pessimistische humeur van de chauffeur was veranderd in puur vermaak. Hij had iets gevonden waar hij de spot mee kon drijven: mij.

Het langzaam diepe lachje van de man stopte om zijn verhaal te kunnen vervolgen. ''Je zult willen dat je nooit was ingestapt, maar er is maar een weg naar de waarheid. En alleen taxi 396 weet de route naar de eindbestemming met belang voor jouw," sprak hij, terwijl hij zijn hoofd omdraaide om naar mij te kunnen kijken. Zijn gezicht was bekleed met een zwarte stof, waardoor enkel zijn ogen te zien waren. 

De dieprode aderen die zijn irissen omringde leken zo hard te kloppen dat ik het kloppen met mijn blote ogen kon zien. Zijn ogen knepen samen, tot er enkel zoveel ruimte overbleef dat je nog net de pupillen kon zien. Ik voelde een soort trans controle nemen over mijn geest, zodat ik alle woede en angst in mij verloor. De rustige melodie van het muziekje weergalmde hard in mijn oren. Ik voelde dat ik niet meer de overhand had, want dat had hij. Ik werd bespeeld door de chauffeur op de maat van de melodie.

Zo schommelde ik in slaap.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top