1- Voor de buis
Er klonk hard gerinkel toen ik het bestek op de twee gestapelde borden neerlegde. Het was harder geweest dan ik bedoeld had. Nu voorzichtiger dan eerst liep ik naar het aanrecht toe om de twee vuile borden dit keer zachtjes neer te zetten.
Het avondjournaal ging bijna beginnen en mijn vader is altijd erg gesteld op het nieuwsbericht geweest. Waarom wist ik niet precies, maar ik hield mezelf altijd voor dat hij ergens nog hoop had een belangrijk bericht te horen. Hij zat 's avonds om acht uur altijd voor de buis gekluisterd, dus storende geluiden stelde hij meestal niet op prijs.
De lange wijzer op de klok schoof langzaam naar het bovenste streepje toe en ik besloot de borden te laten voor wat het was en me naar de woonkamer te begeven. Ik zou later wel zien hoe ik de verharde kaasresten van de borden zou schrapen. Het was lekker om gesmolten kaas over je broccoli te hebben tijdens het eten, maar om het eenmaal verhard van je bord af te moeten schrapen was weer wat minder.
Toen ik de kleine woonkamer binnenkwam, stond mijn vader al voorover gebogen over ons kleine oude tv'tje heen. Hij drukte het knopje aan de zijkant in, mompelde wat binnensmonds toen er niks gebeurde en drukte nogmaals maar wat langer. Deze keer sprong de televisie wel aan. Het ding bromde een beetje toen het zwarte scherm wat vlekken kreeg op het beeld en begon toen te ruizen, terwijl er op het beeld ook een ruis verscheen.
Mijn vader zette een stap naar achter met een ontevreden frons op zijn gezicht en leunde vervolgens weer wat naar voren om een stevige, niet al te harde klap op de bovenkant te geven. Het beeld werd helderder en net op tijd, want uit het luidsprekertje klonk al het intro-muziekje van het journaal.
Ik zakte neer in mijn met groene stof beklede stoel, terwijl mijn vader ging zitten in de zijne. Zo zaten we naast elkaar in onze stoelen die werden gescheden door een klein tafeltje in het midden voor de televisie, waarop de presentator met een brede glimlach en sprankelende ogen iedereen een fijne avond toe wenste en de halfuur durende uitzending begon.
Veel interessants was het deze avond niet. Een beetje gepraat over de politiek en alles wat nog van enig belang had tot de inwoners van ons stadje, totdat ze het weer wilden bespreken. Mijn vader was al opgestaan uit de stoel om weer op het aan-en-uitknopje te drukken. Hij vond de plaatselijke weerman namelijk maar niks. Op zijn weg naar de tv stopte hij, omdat de uitzending was onderbroken.
"We onderbreken het weerbericht, omdat er een nieuwe melding is van de zogenaamde 'taxi van de waarheid'. De taxi of beter gezegd de chauffeur zou deze maand nu al voor de derde keer toe hebben geslagen. In alle gevallen zou de gemaskerde chauffeur de zin: "Dit is niet de rit naar waar je wilt zijn, maar de rit naar waar je moet zijn", hebben gezegd voor dat de passagier het bewust zijn verloor. De taxi zou de waarheid onthullen achter een heftig voorval, dat van belang is voor de inzittende. Deze keer gaat het om een dame van vijfennegentig jaar", zegt de presentator met een veel serieuzere blik dan aan het begin van de uitzending.
Het beeld veranderde met een kleine flits naar een vrouw die met wijde bruine ogen naar je toe staarde, maar waarschijnlijk net langs de lens van de camera afkeek, waardoor ze langs je heen leek te kijken naar ergens in de verte. Haar ravenzwarte haar dat alle kanten opstond, gaf haar samen met de cape van aluminium, die waarschijnlijk door een hulpverlener aan haar was gegeven, een nogal chaotische uitstraling. Met een stem dat iets weghad van paniek en ook iets van opgewondenheid begon ze haastig in de microfoon te praten.
"Mijn man! Mijn man! Hij is jaren geleden overleden, maar vandaag zag ik hem weer. Mijn lieve Wilbert! Hij had zo'n mooie lach op zijn gezicht, voordat hij de afgrond in was gegleden na die val en, och, wat was het sneu en verschrikkelijk om hem te zien, maar, och, wat heb ik hem gemist. Al die jaren wist ik niet wat er met hem was gebeurd, hoe hij was omgekomen, maar nu weet ik het. De chauffeur had gelijk, maar nu is hij... We... We... We moeten naar het ravijn. We moeten hem helpen! Mijn man! Mijn man! Help hem! Mij-", riep de vrouw nu in tranen uit. Er kwamen enkele armen in beeld die de vrouw vastpakten en haar probeerden te kalmeren.
Er was weer een flitsje en de presentator kwam terug op het scherm. Hij schraapte zijn keel een keertje en vervolgde het verhaal: "Er wordt verondersteld dat een stel criminelen de oude legende van 'taxi 396' nieuw leven in proberen te blazen. Ze vermoeden dat er gebruikt wordt gemaakt van verboden middelen om de passagier te laten geloven in de bovennatuurlijke krachten van de taxi. Sommige beweren zelfs dat de voorvallen worden nagespeeld. De politie zegt dat er onderzoek wordt gedaan, maar er tot nu toe nog geen bewijs is gevonden."
Op de televisie zag je de kaart van het weer voor de tweede keer die dag verschijnen. Dit keer bereikte mijn vader wel de tv en zette hem uit. Het beeld ging terug naar zwart en er bleef een stilte hangen in ons kleine woonkamertje. Mijn vader plofte hard neer op zijn stoel. Terwijl er enkele stofjes opvlogen die je in het licht van de lamp kon zien rondwarrelen, liet mijn vader zijn hoofd in zijn handen zakken. Hij zuchtte even en zei daarna:
"Lies, het is allemaal onzin die taxi.''
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top