Hoofdstuk 1
Ik ren naar binnen en gooi de voordeur achter mij dicht. De deur doe ik op slot met de knip en ik voel mij gelijk een stukje veiliger. Mijn ouders zijn niet thuis. Hopelijk zijn ze veilig...
Veel tijd om hier bij stil te staan heb ik niet, ik moet wat spullen pakken en weg van hier! Ik ren naar zolder voor een koffer. Waar ligt dat klote ding nou?! Ik schuif wat dozen opzij en daar lag alleen de kleine koffer. Wetende dat ik niet veel tijd heb, neem ik de kleine koffer mee naar mijn kamer. Ik trek de kledingkast open en pak er wat kleding uit. De kleding stop ik in de kleine koffer. Ook neem ik snel een tube tandpasta en een tandenborstel mee. Drie handdoeken en weggooibare washandjes prop ik ook in de kleine koffer.
Ook pak ik snel een rugtas, waar ik mijn telefoon en oplader in douw. Ook stop ik er een schrift in en een etui. Ik ren met koffer en rugtas de trap af naar de keuken. Ik open de la met alle messen en neem wat vleesmessen mee om die vervolgens in de rugtas te stoppen. Ook de la met etenswaren gooi ik met een rotgang open en neem er een aantal verpakkingen uit om die vervolgens in mijn rugtas te doen. Ik moet veel meer eten en drinken meenemen, dus ren ik naar de kast waar alle boodschappentassen liggen. Ik pak een boodschappentas en draai mij om. Ik raak in paniek.
Aan de andere kant van de kamer staat een zombie. Ze zijn er al, nu al. Ik zou nog een half uur hebben volgens de voorspelling. Ik graai in mijn tas naar een van de messen maar kan er maar geen te pakken krijgen. Door de spanning in mijn lichaam sta ik volledig te trillen. De zombie komt dichterbij. Ik hoor allerlei onmenselijke geluiden uit z'n mond komen. Uiteindelijk wist ik een mes uit mijn tas te pakken en zwaai met een honkbalslag met het mes naar zijn hoofd. Raak, en het ploft neer. Dood? Geen idee. Wel onthoofd. Ik ben een beetje in shock, maar toch ren ik vlak daarna weer naar de keuken om andere rantsoenen in de tas te doen. Ik moet hier echt weg. Uiteindelijk heb ik alles ingepakt en kan ik zo snel mogelijk weg hier. Ik pak de sleutels mee, en als impuls krijg ik een idee. Ik neem de scooter!
Ik pak de scootersleutel van mijn moeder, haar scooter heeft een mandje achterop. Ik ren met spullen en al de voordeur uit nadat ik deze van de knip heb gehaald. De hele straat staat vol met zombies. Geen uitweg voor een scooter... Ik ren weer naar binnen en gooi de deur achter mij dicht en op de knip. Dat wordt met de auto gaan. Ik wissel de scootersleutel om met de autosleutel van mijn vader. Ik schrijf nog snel een post-it met: "Ik heb de Peugeot, - Laurens"
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top