"Hoofdstuk 1,,

Op de dag dat ik Sunflower voor het eerst zag, had ik nog vroeg in de ochtend overwogen om niet te komen opdagen. Als er iets is wat ik haat dan is het wel na je laatste vakantie dag opstaan om half acht. In één woord te omschrijven: vreselijk.

Om stipt acht uur werd ik wakker gemaakt door mijn rumoerige medegenoten in m'n kamer die nogal veel geluid veroorzaakten. Kreunend draai ik op mijn buik en verstop ik mijn hoofd onder m'n kussen, hopend dat het weer stil zou zijn.

Maar nee, de slaap hebben ze al weggejaagd en dus ook mijn enige stilte in de komende vierentwintig uur. Het lukt ze altijd weer om voor wekker te gaan spelen.

"Je komt te laat!" Hoor ik iemand in paniek roepen.

"Stel je niet zo aan, man", spreekt een ander de eerste tegen.

"Jongens, doe rustig. Straks maken jullie hem nog wakker", sust een meisjes stem. Daarvoor is het al te laat.

Grommend open ik mijn open en wrijf ik even met mijn handen erin. Na een paar keer knipperen wordt het wazig beeld weer duidelijk.

Het eerste wat ik zie, is een meisje dat in kleermakerszit voor me op mijn dekbed zit. Haar ellebogen rusten op haar knieën en met haar palmen steunt ze haar hoofd.

"Rose, hoe vaak moet ik nog zeggen dat je niet zo dicht bij me moet zijn als ik wakker ben. Het is nogal schrikwekkend", mopper ik met een diepe ochtendstem.

Rose schuift een beetje naar achter. "Zo beter?"

Ik besluit dat niets terugzeggen de beste strategie is en sla het dekbed van me af. Rose springt op en begint vrolijk te neuriën.

Het verbaast me elke dag weer hoe ze altijd vrolijk kan blijven in elke situatie en in elk moment. Maar dat is eenmaal één van de eigenschappen die ik haar gegeven heb.

Rose is iemand die je echt om je heen wil hebben. Ze is altijd vrolijk en ik vraag me meestal af hoe groot de energiebron in haar is. Maar ze kan ook plots huilen om niets; de emoties liggen nogal gevoelig bij haar. Bezorgd kan ze ook zijn en dan slaat ze een moederfiguur aan, wat ik meestal niet zo erg vind.

Een stapel kleding wordt tegen mijn gezicht aangegooid en geïrriteerd kijk ik op. Natuurlijk Miles weer. Hij zit onderuitgezakt in mijn stoel en heeft zijn voeten nonchalant op mijn bureau gelegd. Met een arrogante blik kijkt hij me aan.

Miles is de brutale. Heeft een onverschillig houding en geeft om niets, behalve meiden dan. Hij heeft een stoer uiterlijk en kijkt altijd met een arrogante en soms kalme blik die vaak intimiderend over kan komen. Hij is zo'n iemand die ik graag zou willen zijn. Zo'n iemand die iedereen zou willen zijn.

Ik heb hem vernoemd naar een oude klasgenoot met wie ik in groep zes zat. Hij was populair, stoer, aardig, geliefd bij iedereen; hij had alles. Iedereen keek tegen hem op, iedereen wou net als hem zijn en ik dus ook.

Ik wend mijn blik naar Julian af die al mijn boeken in m'n tas propt.

En dan hebben we ook nog Julian. Julian is iemand die ik nooit zou willen zijn. Bang voor alles. Raakt in paniek om alle kleine dingen. Los van dat is hij wel altijd degene die me de verstandigste dingen toe fluistert. 

"Ga je nog omkleden of hoe zit het?"  Vraagt Miles verveeld.

Twijfelend kijk ik naar de kleding die Miles me heeft toegeworpen. Een zwart shirt en een broek met gaten. Ik zie bijna elke populaire jongen dat dragen, maar ik droeg zulke kleding nooit.

Kom op Finn, het is een nieuw jaar dus een nieuw start. Misschien dat ze je dit jaar wel opmerken. Misschien dat je dit jaar niet als laatste met gym wordt gekozen. Misschien dat je dit jaar er wel eindelijk erbij hoort.

Aarzelend trek ik alles aan en trek dan een vragend gezicht naar Rose.

Ze houdt haar hoofd scheef en kijkt me inschattend aan. Dan schudt ze zo hard haar hoofd dat haar hele lichaam mee schudt. Haar collectie gouden armbandjes rinkelen tegen elkaar aan. "Nee", zegt ze vastbesloten.

Zuchtend trek ik het weer uit. Of misschien kan ik beter de onzichtbare Finn van vorig jaar blijven. Ik gris het bovenste shirt van de rommelige stapel met een spijkerbroek en een vest. Onhandig wurm ik mezelf erin terwijl ik naar de badkamer toe strompel.

Ik draai de kraan open en spat wat water in mijn gezicht. Dan kijk ik in de spiegel terwijl ik een pot gel pak. Meteen pakt Miles hem af. Soepel draait hij de dop open en met zijn vinger haalt hij een grote klodder eruit om het vervolgens in mijn haar te dumpen.

Met mijn kam brengt hij mijn haar in model en na een paar minuten kijkt hij me tevreden aan.

"Elke meisje gaat zo voor je vallen", zegt hij met een vieze grijns.

Onzeker kijk ik naar mijn spiegelbeeld. Een jongen met een smal gezicht en met een kapsel die ver weg heeft van een model in Amerika staart terug. Misschien dat ik toch nog-

"Finn!"

In een ruk draai ik me om en sprint ik de badkamer uit. Voordat ik de slaapkamerdeur van mijn broertje open doe, haal ik even snel een hand door mijn haar zodat uiteindelijk alle plukken een andere kant uitsteken. Nee, Finn, dit jaar gaat niets veranderen.

"Gast, het zat net nog perfect. Wat is je probleem?"  Vraagt Miles, duidelijk op zijn teentjes getrapt.

Ik negeer hem en duw zachtjes de kamerdeur open. Lian ligt in bed en het lijkt alsof hij slaapt, maar ik voel zijn kleine oogjes in mijn rug prikken als ik in één beweging de gordijnen open sla.

Daglicht schijnt naar binnen. Het is nog grauw in de ochtend, maar dat gaat straks vast veranderen aangezien het nog steeds hartje zomer is.

Ik hurk bij zijn bed neer en streel over zijn korte bruine krulletjes. "Wat als ze me niet mogen?" Vraagt hij en in zijn oceaankleurige ogen blinken tranen.

Vandaag gaat Lian voor het eerst naar de crèche, omdat niemand meer overdag op hem kan letten. De zomervakantie is voorbij. Mijn moeder moet weer werken en ik moet weer naar school. En voor een oppasser hebben we niet genoeg geld.

Lian heeft nog nooit contact gehad met andere kinderen, dus ik begrijp dat hij nerveus is. "Waarom zouden ze je niet mogen? Je bent geweldig."

Met mijn vinger veeg ik de warme druppels tranen van zijn wang af. Ik sla het dekbed van hem af en trek hem in een knuffel. "Je bent geweldig, maatje."

"Dat zeg je alleen maar, omdat je m'n broer bent", antwoordt hij, maar hij slaat zijn kleine armpjes wel om me heen.

Ik hou zijn schouders vast en duw hem een stukje van me af. Doordringend kijk ik in zijn waterige ogen. "En doordat ik je broer ben telt mijn mening het meeste mee, omdat ik je het beste ken."

Lian wrijft de tranen uit zijn ogen en knikt dan langzaam. "Jij kent me het beste", herhaalt hij zachtjes.

Een zacht gesnik vult de kamer, maar het komt niet van mijn kleine broertje. Als ik me omdraai zie ik Rose achter me staan met een bak tissues. God mag weten waar ze dat vandaan heeft gehaald. Ze huilt met lange halen. Dat is dus wat ik bedoel met 'haar emoties liggen nogal gevoelig'.

Miles zucht diep en trekt de bak tissues uit Rose's handen. "Niet zo dramatisch doen. Zijn we nou eindelijk klaar met dat kleffe broer-broertje moment? Ik wil graag naar school om te zien of die ene Julia van vorige jaar een glow-up heeft gehad", zegt hij.

"Nou, volgens mij zorgt zulk momenten juist voor een betere band en...", begint Julian mij verdedigend, maar Miles laat hem niet eens uitspreken.

"Whatever", mompelt hij gepikeerd en hij loopt de kamer uit.

Miles en Julian lijken totaal niet op elkaar. In andere woorden, ze zijn gewoon de tegenovergestelde van elkaar. Misschien dat dat juist de bedoeling is.

"Finn?"

Lian staat al aangekleed voor me met een verfrommeld briefje in zijn handen. Ik pak hem uit zijn handen en lees wat erop staat.

Ik zal er vanavond niet zijn. Kan je Lian naar de crèche brengen? Er staat nog wat spaghetti van gister voor jullie in de koelkast. Als je niet genoeg hebt, pak je maar het briefje van 10 op mijn nachtkastje. Kus.

Tuurlijk zal ze er niet zijn. Ze is nooit op de momenten dat ik haar het hardst nodig heb. Niet dat ik het erg vind, het is meer dat Lian haar meer nodig heeft dan ik. Ik werp een snelle blik op de klok in Lians kamer. Het is half acht.

Als ik hem nu breng, komt hij wel te vroeg, maar ik denk dat de vouw van de crèche het vast niet erg vindt om hem eerder te ontvangen.

En dan kom ik ook weer op tijd thuis voor de schoolbus die me naar m'n school brengt hier vijfentwintig kilometer vandaan.

"Wat zegt mama?" Vraagt Lian nieuwsgierig.

"Dat als je je groenten vanavond opeet, je een ijsje mag", antwoord ik met een geforceerde glimlach.

Zijn ogen worden groot. Van blijdschap geeft hij me enthousiast een knuffel. "Ga je tandenpoetsen, maatje. Dan vertrekken we", zeg ik en ik geef een klein duwtje tegen Lians rug.

Woest stormt hij naar de badkamer toe. Deze kleine donder ook, denk ik met een glimlach.

"Dat was een leugen."

Ik draai me om en kijk met een dodelijk blik Julian aan. Hij haalt zijn schouders op. "En wat ik zei was de waarheid."

"Hij is zo ongelooflijk schattig!" Roept Rose met een verrukkelijk stemmetje uit. Ik knik instemmend. 

"Inderdaad", mompel ik zachtjes.

"Als je nu vertrekt ben je binnen dertig minuten terug en ben je ruim op tijd voor je bus."

Soms kunnen sommige uitspraken van hun me behoorlijk geïrriteerd maken, zelfs als ze me alleen maar willen helpen. En dat willen ze altijd. Ik vraag nooit om hun meningen, ze geven het gewoon automatisch.

❁❁❁

"Hé! Wacht op mij!" Schreeuw ik naar de bus die me onmogelijk kan horen aangezien die honderd meter verderop staat.

Ik krijg een steek in mijn zij en m'n rugtas bonkt ritmisch tegen mijn rug aan. Bonk. Bonk. Bonk. De deuren van de bus gaan al langzaam dicht.

Precies op het moment dat ik bij de deuren ben aangekomen, rijdt de bus weg.

"Godverdomme!" Scheld ik hardop. 

Met mijn vuist kan ik nog net tegen de zijkant aan stompen voordat ie wegrijdt. Miles steekt zijn middelvinger op en roept allemaal scheldwoorden die ik nog nooit eerder heb gehoord.

Rose die voor me rende – het leek meer alsof ze vloog – stopt ook en kijkt me met een wat-nu gezicht aan. "Weet ik veel, jij hebt meestal toch van die geweldige oplossingen?" Snauw ik boos naar haar.

Beledigt draait ze met een opgeheven hoofd haar rug naar me toe.

"Ik zei nog dat als je eerder was vertro-"

"Weet ik, Julian!" Roep ik gefrustreerd, wetend dat hij inderdaad gelijk had.

Altijd als hij weer gelijk heeft, begin ik me af te vragen waarom ik naar Miles heb geluisterd in plaats van naar hem. Naar de verstandigste persoon.

Julian weet waarschijnlijk wat ik denk, want hij zegt: "En je had niet naar Miles moeten luisteren toen hij zei dat je best later mocht vertrekken."

Ik bedenk wat ik terug moet zeggen, maar Miles, die niet naar het gesprek had geluisterd, stopt met schelden en draait zich met een opgewonden gezicht om. "Ey, die motherfucker is gewoon gestopt."

En inderdaad. Een eindje verderop staat de bus stil. Ik denk geen moment na en begin ernaar toe te rennen, hopend dat ie voor mij is gestopt.

De deuren draaien voor me open en opgelucht stap ik samen met Rose, Julian en Miles erin. De buschauffeur kijkt me niet bepaald blij aan. "De bus hoefde niet kapot", bromt hij.

Ik knik en plof op mijn gebruikelijk plekje ergens in het midden aan de rechterkant neer. Miles zakt naast me neer en Julian & Rose zijn plots verdwenen. Vermoedelijk omdat ik ze nu niet nodig heb of omdat ze allebei een beetje boos op me zijn.

Eigenlijk was ik – toen ik de schoolbus voor het eerste gebruikte – van plan om helemaal achterin te zitten, maar al snel werd het me duidelijk dat ik daar niet welkom was.

Zoals je in elke film ziet, zit de 'gang' ver van de leraren en chauffeurs vandaan zodat ze ongezien dingen kunnen doen. En één van die dingen bestaat uit 'Finn irriteren'.

Helemaal voorin zitten was ook geen goed idee, want dan moest ik waarschijnlijk de hele reis luisteren naar een nerd die trots loopt te vertellen hoe energie werkt, wat echt heel interessant is. Not.

Aan de linkerkant van me zitten de meiden. De giechelende, roddelende meiden. Ik luister nog liever naar waarom Dylan O'Connor, de aanvoerder van het voetbalteam, zo ongelooflijk hot is dan dat ik naast een nerd zit of naast iemand die mij niet mag en die ik ook niet mag.

"Hey, die stille sukkel is er ook weer", hoor ik iemand zeggen. Een propje wordt tegen mijn hoofd aangegooid. Ik hoef niet eens achter me te kijken om te weten wie het is.

Luna en haar groepje hebben hun dagelijks speeltje helaas weer opgemerkt. Mensen die ik totaal niet gemist heb tijdens de zomervakantie.

"Heb je nog steeds niet leren praten?" Vraagt Luna met een hoge stem.

"Misschien moet je eens proberen om met mijn kleine zusje van twee te communiceren", zegt een ander stem die ik herken als die van Zoey. "Oh nee, wacht, haar vocabulaire is rijker dan die van jou."

Mijn hart bonkt hard tegen mijn borstkas aan en zoals ze plots verdwenen zijn komen ze weer tevoorschijn.

"Diep ademhalen, Finn. Gewoon negeren, dan zullen ze vanzelf stoppen. Niet ingaan in hun opmerkingen", fluistert Rose's zachte stem in mijn oor.

"Negeren?! Dat is een teken van zwakte!" Miles is opgestaan en balt zijn vuisten. "Opstaan Finn", commandeert hij me en hij kijkt me met een strijdlustig gezicht aan.

"We slaan ze allemaal in elkaar. Kijken wie er dan nog een grote mond heeft!"

Ik herinner mezelf eraan dat ik assertief moet zijn en maak aanstalten om op te staan.

"Finn, je weet dat je dan in de problemen komt", zegt Julian die plots naast me is verschenen. "Ze zullen je moeder bellen en je wilt haar toch niet met nog meer problemen opzadelen?"

Hij heeft gelijk. Gewoon negeren. En ik zak weer neer. Ik krijg weer een propje tegen mijn hoofd aangegooid. Het landt op mijn schoot. Miles raapt hem op, draait zich om, en gooit het keihard in de richting van Luna en haar groepje.

Ik draai me om en zie dat het haar hoofd raakt, maar ze merkt niets. Zuchtend keer ik weer terug en sluit ik mijn ogen. Nog vier haltes te stoppen en dan zijn we er.

Vroeger dan ik gedacht had, stopt de bus ineens. Verbaasd open ik m'n ogen. Dit is niet de halte van Chris Cabral. Dat kan maar één ding betekenen. Er komt een nieuw iemand.

Zo te zien ben ik de enige die het heeft opgemerkt, want niemand neemt de moeite om op te kijken om te zien voor wie de bus is gestopt. Iedereen is te druk bezig met hun eigen dingen.

De deuren gaan met een slissend geluid open en daar staat ze dan.

Mijn mond valt letterlijk open van verbazing.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top