Hoofdstuk 8
Ik kwam thuis en gooide de deur met een smak dicht. De doeken hield ik stevig onder mijn armen geklemd. Ik hoorde dat moeder in de zitkamer zat met mijn broertje en zusjes. "Isis, liefje, hoe was het op school?" Ik bleef plotseling stil staan en stak mijn hoofd om het hoekje van de kamer. Op de bank zaten moeder, Nora, Fiëro en Amelia. Vader was nog niet thuis zag ik. "Het was een normale dag, fijn dat u het vraagt moeder." Ik was zo netjes mogelijk en stond op het punt om naar boven te glippen. "Blijf je niet even voor een kopje thee." Ik zag dat Amelia boven een dampende kop jasmijn – zo rook het tenminste – thee hing. "Nee, dank u, ik ga eventjes naar mijn kamer." Moeder knikte naar me als goedkeuring. Snel sprintte ik door de eetkamer, de trap op. Eenmaal op mijn kamer kon ik veilig ademhalen. Om een of andere reden vond ik het niet prettig als mijn ouders wisten dat ik schilderen volgde. Het voelde niet goed als ik ze het vertelde, bang voor hun vooroordelen. Zorgvuldig sloot ik de deur van de kamer weer achter me. De ingepakte schilderijen legde ik op mijn bed en ik ging er zelf naast zitten. Ik aaide de katoenen doek die over kunstwerken lag gedrapeerd. Heel voorzichtig opende ik het pakje, door de hoekjes open te vouwen.
Twee ijzige ogen staarden me aan. Het meisje had donker bruine haren, die me aan de mijne deden denken. Haar blik was gericht op de oneindigheid. Ik kon me niet meer herinneringen wanneer ik dit schilderij had gemaakt, maar ik snapte wel waarom Neorah het had bewaard. Het was een afspiegeling van het meisje dat ik graag wilde zijn, al zou ik dat nooit toegeven. Soms baalde ik van het feit dat ik niet zo was als Aylana. Perfecte ogen, perfecte haren, perfecte huid. Zelfs haar ouders waren rijk en ze kon zich alles veroorloven. Diep van binnen borrelde een vervelend gevoel op, maar ik slikte het weg. Ik tilde het ene schilderij op en bestuurde het volgende. Ook dit schilderij leek een zelfportret. Al zag ik er een stuk jonger uit op deze. Ik bracht mijn hoofd dichterbij het kunstwerk en bekeek de ogen. Er zat een zweem groen in. Een herinnering vloog mijn gedachten binnen. Amelia. Dit meisje was Amelia, alleen dan iets anders. Ze keek vrolijker en verwachtingsvol, alsof ze zo iets kon gaan zeggen. Hoewel haar lippen gesloten waren, was het plezier in haar ogen af te lezen. Ik hield heel veel van mijn kleine zusje. Ze was de enige die me een beetje begreep.
"Isis, kom je eten?" De stem van moeder verstoorde mijn emotionele moment. "Ik voel me niet zo lekker." Er klonk gestommel op de trap. Snel verstopte ik de kunstwerken onder mijn deken en ging weer op het bed zitten. "Hey meisje, ben je nog niet helemaal beter?" Moeder aaide over mijn haar. Ik schudde eventjes mijn hoofd en wendde mijn blik af, bang dat ze verraad zou zien. "Ga dan maar lekker slapen." Ik knikte en gaf haar een knuffel. Moeder sloot de deur weer achter zich en ik haalde schilderijen onder de deken vandaan. Dit keer bekeek ik het derde, en daarbij laatste, kunstwerk. De zwarte nacht staarde me aan. Hoewel de kleuren donker waren, bracht het een gelukzalig over op mij. Sterren straalden aan de hemel. Dit schilderij zou aan mijn muur komen te hangen, dat wist ik zeker. Ik zocht het haakje waar eerst mijn spiegel aan had gehangen en bevestigde het. De sfeer die het schilderij uitstraalde, paste precies bij mij kamer. Toen ik mijn blik weer losmaakte van de muur, voelde ik een kracht. Hij trok aan mijn aura en dwong me naar buiten te gaan. Ik opende de deur en klom mijn balkon weer op. De zwarte nacht staarde me aan. De sterren leken nog krachtiger dan de nacht ervoor. Ik sloot mijn ogen en vulde me met de energie van de maan. Ik prevelde het versje als dankbede aan de maan. Ik nam mijn plekje in tegen de muur en keek toe. Zo zat de hele nacht. Ik gaf me over aan de maan en liet alle negatieve gedachten varen. Mijn hoofd voelde licht en helder. Zo licht en helder als de maan.
De volgende ochtend was ik weer vroeg beneden. Alles om te voorkomen dat mijn ouders op mijn kamer zouden komen. Vader kwam weer naar beneden om de normale tijd en niet veel later hoorde ik iemand over de trap bonzen. "Goedemorgen lievelingen." Moeder gooide de deur open. Een drukte van personen vulde ruimte, meteen voelde ik me beklemd. Dit keer was Sofia eens op tijd beneden, waardoor Amelia niet in de deuropening hoefde te blijven staan. Nora werd weer op haar stoel gezet en ik zag een gestalte op me afkomen. Door de plotselinge volle ruimte, was ik weer in gedachten verzonken geraakt. Ik voelde warmte op voorhoofd komen. "Je ziet er al een stuk beter uit, al voel je nog wel wat warm." Die woorden betekenden dat ik officieel beter was verklaard door mijn moeder. Een extra dagje thuisblijven zat er dus niet in, niet dat dat van mij hoefde. Moeders hand duwde me richting mijn stoel, dus ik volgde haar bevelen op en ging zitten. Al snel stond te tafel vol met het ontbijt. Ook moeder sloot bij en begon te spreken: "Vandaag wil ik het ochtendgebed speciaal opdragen aan Isis," Ze kneep haar ogen tot spleetjes en keek me met een blik aan die ik niet herkende. Ik keek haar eventjes met grote ogen aan. Ik voelde me betrapt, alsof ze wist dat ik het gebed voor iemand anders dan de Zon had gebruikt. "Omdat ze niet meer ziek is en weer vrolijk kijkt." Ik blies mijn adem, die ik blijkbaar ingehouden had, uit. Geloofde ze nou echt dat de Zon me beter had gemaakt. Het maakte me allemaal niet uit, als ze maar niet erachter kwam dat de ziekte een spel was. Want dan was ik nog niet jarig. Voordat ik er erg in had, was iedereen al begonnen met het gebed. Snel deed ik mee en ik hoopte dat het niet was opgevallen dat ik de eerste twee regels had gemist. Ik probeerde het weg te lachen met een grote glimlach die ik op mijn gezicht toverde.
In stilte aten we verder. Vandaag was het Zondag. Wat dus een rustdag betekende. Geen school en geen werk. Een dag die in het teken stond van de Zon. En ik haatte het, want dat betekende een hele dag met mijn drukke familie de Zon bedanken. Het enige voordeel was dat ik niet naar school hoefde. Er hing een stilte om te tafel heen, iets wat ik niet vervelend vond, maar het was eigenaardig. Vader was nog steeds verdiept in zijn krant en maakte af en toe murmelende geluiden. Er was vandaag iets anders, maar ik kon mijn vinger er niet precies op leggen. "Heeft het jullie gesmaakt?" Blijkbaar had moeder zich vandaag uitgesloofd. Iedereen knikte en Nora klapte zelfs vrolijk in haar handen. Moeder begon met het opruimen van de tafel en Sofia hielp haar daarbij. Ik keek eventjes naar het tafereel en wilde daarna opstaan om ook te gaan helpen. Mijn handeling werd echter ruw verstoord door een openslaande deur. "Caiden!" Een man in net pak kwam onze eetkamer binnen rennen. Hij leek buiten adem, want hij maakte hapbewegingen met zijn mond. Hij zocht naar de juiste woorden terwijl hij wild met zijn armen zwaaide. Ik kende de man niet, maar zijn kleding vertelde me dat het een collega van vader was. Caiden. Ik moest lang in mijn gedachten graven voordat ik wist waarvan ik die naam kende. Een angstig gevoel bekroop me, dit kon niet veel goeds betekenen. Want het was al heel lang geleden dat ik iemand de voornaam van vader had horen gebruiken.
A/N: Tamtamtamtaaaaaa, cliffhanger!!! Langzaam begin ik steeds meer in het verhaal te komen. Vanaf nu gaat het alleen maar leuker worden! Ik ben zelf al helemaal enthousiast. Jullie ook? Vote en Comment?
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top