Hoofdstuk 7

Die nacht deed ik zoals ik iedere nacht deed. Staren naar de maan en de sterren die eromheen dansten. Soms beeldde ik me in dat ik zelf zo'n ster was. Dan sloot ik mijn ogen en voelde hoe ik opgetild werd. Naar de maan werd getild en mocht dansen op de prachtige muziek van de nacht. Ik liet mijn benen over de balustrade bungelen. Het was diep in de nacht en ik zat nog buiten. Slapen hoefde ik niet en was onnodig. De kracht die de maan uitstraalde werd door mijn aura opgevangen en omgezet in energie. Als je lang genoeg keek naar de sterren, zag je ze zich over de hemel bewegen. Het leek alsof ze vertelden hoeveel tijd er verstreek, want iedere dag wist ik precies wanneer de zon bijna op zou komen. Dan vluchtte ik mijn kamer weer in, sloot de deur en de gordijnen. Alles zou erop lijken alsof ik die nacht gewoon geslapen had. Niet dat mijn ouders daar mee bezig waren. Vroeg in de ochtend was hun humeur nog niet best, ze waren wakker geworden van het zonlicht. Het laatste waar ze dan aan dachten was hun bijna volwassen dochter.

Ook dit keer vluchtte ik voor het eerste zonlicht. Ik was behoorlijk opgeknapt en voelde me alles behalve vermoeid. Dat uitte zich in het dragen van mijn favoriete kleren. Het was een tuniekje, zo wit dat het leek te schijnen in het zonlicht. In combinatie met mijn donkere haar maakte het me voelen als de nacht. Mijn haren kamde ik stevig door met een borstel. Het begon weer te glanzen en viel in grote krullen over mijn schouders. Even schudde ik mijn hoofd en voelde de plukjes haar in de lucht springen. Zwaartekracht ving ze op en bracht ze naar hun oorspronkelijke positie, waar ze nog lichtjes na-veerden. Vandaag zou ik weer naar school gaan, ik moest Aylana en Fayvel onder ogen komen. Kom op Isis, ik weet zeker dat je dit kan! Het stemmetje in mijn hoofd was dit keer positief, een beter begin van een dag kon bijna niet. Ik huppelde haast naar beneden. In stilte, dat wel, want de rest van het gezin werd pas net wakker. Ik plofte op mijn stoel - zo had ik hem genoemd, sinds ik hier ieder ochtend zat - in de hoek van de eetkamer.

Ik kreeg een prachtig uitzicht over de straat. Sommige dorpelingen waren er vroeg bij vandaag en stonden al op straat. Vanaf deze afstand zag ik enkel blonde kopjes die hun handen opstaken. Het leek me meer dan logisch dat de inwoners elkaar begroetten. Als twee broeders namen ze weer afscheid van elkaar. Ik staarde gebiologeerd door het raam naar buiten. Het zorgde er zelfs voor dat ik vader niet naar beneden hoorde komen. Zoals iedere ochtend schonk hij zijn kopje thee vol, waarna hij zijn keel schraapte. "Uhum, Isis." Verschrikt draaide ik mijn gezicht naar hem toe. "Oh vader, goedemorgen." Er verscheen een glimlach op zijn gezicht, alsof hij die goedemorgen nodig had om zijn dag fatsoenlijk te beginnen. Het maakte dat ik ook moest glimlachen. Ik stond op en sloeg mijn armen om zijn nek. Ik ademde uit en ik zag dat zijn nekharen overeind gingen staan. Hij schudde zijn hoofd. "Isis, ik probeer te lezen." Zoals altijd was vader druk aan het lezen in de krant, terwijl hij van zijn thee nipte. Ik haalde het brood dat moeder had gebakken uit een kastje en sneed het alvast aan. Het rook nog steeds heel erg vers. De geur van brood bracht een herinnering naar boven. Brood bakken op de hoge-school, waar we twee dagen geleden mee bezig waren geweest. Ik werd teruggenomen naar het moment. Ik zag mezelf te laat de klas in komen en daarna het brood staan te kneden. Angst bekroop me opnieuw als ik dacht aan de kwellingen van Aylana. En die van Fayvel natuurlijk ook, maar zij was duidelijk een volgeling.

Alsof het een gewone dag was, bracht ik mijn broertje en zusje naar school. Alles leek weer normaal. Ik snoof de ochtendlucht op en ontdekte een vleugje graan hierin. Amelia, die blijkbaar naar dit tafereel had gekeken, trok aan mijn mouw. "Het ruikt hier lekker he?" concludeerde ze. Ik knikte kort en was daarna meteen weer vertrokken naar een dagdroom. Het kon me vandaag eventjes niet schelen wat andere mensen van me dachten. Fiëro trok aan mijn arm om aan te geven dat we bij de school aangekomen waren. Ik gaf ze hun lunch mee, zodat ik ze niet nog een keer hoefde op te zoeken. Zonder na te denken wandelde ik weer verder naar mijn eigen schoolgebouw.

De dag was rustig en dit keer werd ik minder verstoord door leraren. Of ik dwaalde minder weg, of ze hadden de hoop in mij opgegeven. Tijdens koken liep ik natuurlijk flink achter met mijn brood, maar de lerares was wel zo aardig om alles nog een extra keer uit te leggen. Toen ik voldaan mijn brood in de oven had gestopt, keek ik om me heen. Ik scande de klas vluchtig en probeerde Aylana te onderscheiden van de rest. Het was vrij lastig omdat iedereen natuurlijk van de bovenkant hetzelfde leek. Blond, meestal glanzend, haar dat meestal half lang gedragen werd. Sommige meisjes hadden er een vlecht in laten maken door hun moeder, andere droegen het los. De verschillende soorten stijlen varieerden van helemaal stijl, tot een volle krullenbos. Plotseling viel een meisje in het zicht. Haar blonde haren hingen over haar schouders, tot halverwege haar rug. Doordat ze met haar gezicht van me afgewend had, kon je zien hoe de grove krullen haar rug sierden. Een paar verdwaalde pijpenkrullen raakten haar nek. Alsof ik ze bij mezelf kon voelen, voelde ik een kriebel over mijn nek kruipen. Net alsof ze voelde dat ik naar haar keek - waarschijnlijk prikte mijn blik in haar aura - schudde ze haar haren naar achter. Het had zo in slow-motion kunnen gebeuren, want het zag er perfect uit. Ze draaide haar hoofd en een glimlach sierde haar hartvormige lippen. Ze stond verrassend dichtbij, want ik kon haar perfectheid bijna ruiken. Ze zag dat ik naar haar staarde en kneep haar ogen tot spleetjes. Ik voelde hoe de tijd vertraagde, toen ze haar helder blauwe ogen zich door mijn lichaam heen boorden; die blik was moordend.

De ongemakkelijkheid werd steeds hoger, dus wendde ik mijn blik af. In mijn ooghoek zag ik Aylana ook wegkijken. Kort keek ik hoe ver mijn brood gevorderd was. De korst begon al goudbruin te kleuren en veelbelovende geuren kwamen uit de oven. Ik probeerde de geur diep op te snuiven, om hem op te slaan in mijn hersenen. Maar in plaats van de geur van vers brood, drong een fleurige bloem mijn neusgaten binnen. Het rook naar gedroogde lavendel in rozenwater. Typisch een geur voor een perfect meisje. "Wat moet je Aylana?" Ik hoorde een grinnik vlak achter me. Met een zwiep draaide ik mijn hoofd om, waardoor een pluk haar naar achteren schoot. "Waar was dat goed voor?" Dit keer moest ik grinniken, maar ik probeerde het voor haar te verbergen.
"Nogmaals, Aylana, wat moet je."
"Niets speciaals, waarom keek je naar me?"
Ik voelde me betrapt en beet op mijn lip.
"Waar was je gisteren eigenlijk."
"Ik was ziek, oke." Ik sprak het fel uit, maar zorgde er wel voor dat niet de hele klas mee kon luisteren.
"Weet je het zeker Isis, was je niet toevallig 'schoolziek'." Onschuldig draaide ze een pluk haar om haar vinger heen. Ze wist maar al te goed hoe ze haar uiterlijk kon gebruiken om mensen te laten doen wat ze wilde. Maar ik trapte niet in haar manipulerende praatjes.
"Als je geen antwoord geeft op mijn vragen, dan ga ik maar weer." Ze draaide zich op en liep heupwiegend weg.

De rest van de dag zag ik Aylana en Fayvel nergens meer. Zelfs niet tijdens mijn vrije tijd waren ze in geen velden of wegen te bekennen. Ik kon gewoon rustig in een hoekje op het plein zitten. Terwijl ik keek naar alle leerlingen, die vertrokken naar de graanvelden. Doordat ik in de schaduw zat, viel ik niet op. Daardoor voorkwam ik ook nog eens vernietigende blikken van medestudenten, die wel in de volle zon les zouden krijgen. Tijdens schilderen kon ik weer al mijn emoties laten gaan. Al snel had ik mijn doek volgeklad. Aan het einde van de les liep ik naar mijn lerares toe.
"Mevrouw ..., ik zou graag wat van mijn werken mee naar huis nemen."
"Noem me maar gerust Neorah, liefje." Mevrouw ..., was de enige die me respecteerde zoals ik was. Ze was dol op mijn schilderingen.
"En om antwoord te geven op je vraag, natuurlijk mag dat." Ze liep naar een grote kist in de hoek van de kamer en greep in haar decolleté. In haar hand hield ze een grote sleutel, die met een koord om haar nek hing. Ze opende het slot dat de kist vergrendelde. Ik zette een stap dichterbij, zodat ik kon kijken wat zich in de geheimzinnige kist bevond. Een paar van mijn mooiste schilderijen schitterden me toe.
"Ik heb ze voor je bewaard en gezorgd dat niemand ze zag." Fluisterde mevrouw ...
"Dankuwel, mevrouw... ik bedoel Neorah."

Ik pakte een paar van de schilderijen uit de kist en streek met mijn hand over het doek. De mooiste dekte ik af met een katoenen doek en nam ik met me mee. Net voordat ik het lokaal verliet hoorde ik de lieve stem van mevrouw ... "Graag gedaan lieverd."

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top