Wereld Oorlog I
Regen daalde neer vanuit de hemel en voelde als miljoenen naaldjes die bleven prikken in mijn gezicht. Ik klemde mijn dodelijke wapen stevig in mijn handen om het trillen te verhullen. De misselijk makende geuren van verrotting, kots, bloed en zweet begonnen bijna vertrouwd te ruiken. Bij elke knal, hoe ver of klein ook, sprong ik angstig op. Terwijl het gal me in de keel sprong, drongen de geluiden van gebraak en gesnotter me de oren binnen. Toch bleef mijn aandacht bij hem.
Krampachtig keerde hij zijn hoofd zodat zijn ogen konden zoeken naar de mijne. Bemoedigend lachte ik hem toe. Het kostte mezelf veel moeite om mijn angst te verbergen. Ik opende mijn mond om hem iets toe te fluisteren, maar toen kregen we het signaal.
Vanaf dat moment ging alles snel. Stampend duwde ze me vooruit. Ik viel bijna op hem als iemand me niet had tegengehouden. Hij bleef ook steeds achterom kijken. We waren nog geen vijf minuten uit onze ''veilige'' haven of het gebeurde. Van overal klonk geknal.
Van razendsnel ge- bang bang bang. Tot een oorverdovende boem. het gefluit en gesuis bezorgde iedereen de zenuwen.
Iedereen smeet met bevelen, ik kon niet meer zien wie wie was. Die luttele seconden waar iedereen in een waas voorbij me liep, waren de seconden die alles verpestte. Voor me viel iemand opeens neer vanwege een schot in zijn been. Daardoor struikelde ik over hem heen, waarna ik weer recht probeerde te komen. Mijn wapen, gelukkig dichtbij, greep ik meteen uit de modder. Ik wilder terug opstaan om verder te gaan, maar toen riep hìj mijn naam. Ik draaide me vliegensvlug om en zag dat hij de man was waarover ik gevallen was. Ik wist eerst niet wat te doen. Ik was in paniek.
Al snel nam ik hem onder zijn oksels zodat ik hem zo terug kon slepen. Het ging veel te traag. Maar ik durfde hem niet te tillen vanwege zijn been. Ik bleef maar schreeuwen dat alles goed zou komen, terwijl hij bleef roepen door de pijn. Ik wist zeker dat ik er bijna was, maar opeens schoot er een brandende pijn door mijn schouder, waardoor ik hem moest loslaten. De tranen schoten me in de ogen. Ik probeerde recht te komen maar de pijn was ondragelijk. Natuurlijk gaf ik het niet zo snel op. Zonder er bij na te denken, nam ik hem weer onder de oksels. Ik was zo blij toen ik eindelijk bij de eerste loopgraaf was aangekomen. Ik riep naar de overgebleven mannen dat ze hulp moesten gaan halen, maar ze negeerde me. Enkelen keken me meelevend aan. Dat begreep ik niet. Toen ik mijn ogen echter naar de zijne richtte, werd het me duidelijk. Verbaasd nam ik zijn bleke gezicht in mijn handen. Hoe was dit mogelijk?
Pas later merkte ik de enorme wond in zijn borst op. Voorzichtig liet ik mijn hoofd tegen het zijne rusten en huilde. Ik weet niet voor hoelang.
Ik mis hem.
Mijn vriend.
Mijn broer.
Mijn bloedeigen zoon.
Het spijt me.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top