Cursed

Beschrijving:
Ooit, lang lang geleden in een land hier ver vandaan...
Nee, zo begint dit niet. Zo beginnen sprookjes.
Dit is geen sprookje, al heeft het er wel mee te maken.
Ik ben Rachel McThorn, een op en top normaal, vijftienjarig meisje.
Ik haal goede en slechte cijfers, struggel met mijzelf en vrienden, enzovoorts.
Alles ging zijn gangetje, tot ik bibliotheek in dook om strafwerk te maken.
Opeens werd mijn hele leven op zijn kop gegooid, enkel en alleen door een gebeurtenis die zich vijftien jaar geleden blijkbaar af had gespeeld.
Wat er verder gebeurde? Nou, lees dit dan maar.
Ik ben benieuwd hoe je dán tegen sprookjes aankijkt.

Teaser:
In de bakkerij was het tamelijk rustig, op ons, een Faunaat-wolf en twee andere klanten die hun geld zaten te tellen in de hoek na.
De wolf was een kop groter dan dat ik was en stond voor mij en Brian in de rij. Hij tapte met zijn voet de hele tijd ongeduldig op de grond, alsof hij niet kon wachten tot hij aan de beurt was.
Een wolf in de bakker. Ik zou eerder denken dat een wolf de slagerij leegplundert.
De wolf was aan de beurt. "Mag ik een ton meel van u beste bakker?"
De bakker kijkt hem verbaasd aan, net als Brian en de geldtellende klanten. Bij mij ging er juist een lampje branden.
"Euh, tuurlijk." De bakker knippert een paar keer verbaasd met zijn ogen. "Mag ik vragen waar u de meel voor wil gebruiken?"
"Natuurlijk mag u dat! Ik wilde met mijn kinderen wat broodvormpjes gaan bakken, maar ik weet niet hoe ik anders aan meel kom. Dus dacht ik, de bakker heeft vast wel wat meel, dus dan kan ik dat mooi gebruiken," antwoordt de wolf beleefd.
Iets klopt niet. In mijn hoofd speelt het verhaal van de Zeven Geitjes zich weer af, waarin de wolf zijn zwarte vacht in de meel had gedoopt om er als een geit uit te zien. Hoe iemand een wolvenpoot voor een geitenpoot kan zien is me niet duidelijk, maar deze wolf koopt enkel de meel. Met nog een slechte smoes ook. Wie gaat er nou deegvormpjes maken met zijn kinderen? Sorry hoor, but that's bad parenting.
De bakker liep even naar achteren en kwam nietsvermoedend weer tevoorschijn, met een ton meel.
"Hoeveel wilt u ervoor hebben?" vraagt de wolf, die zijn leren portemonnaie tevoorschijn haalde.
"Doe maar een zilverstuk, dan verdien ik er zelf ook nog wat op." De bakker lacht, en de wolf lacht mee, meer uit beleefdheid dan omdat hij het echt grappig vond volgens mij.
Dan loopt de wolf de bakkerij uit en waren ik en Brian aan de beurt.
Brian wilde zijn bestelling gaan doen, maar voor hij kon beginnen stelde ik mijn vraag al.
"Waar wonen de zeven geitjes en hun moeder ergens?" vraag ik, met mijn blik nog steeds op de deur van de bakkerij gericht.
"Aan het einde van de hoofdstraat links, beetje buiten het dorp," antwoordt de bakker, een beetje van slag door de vreemde vraag.
"Dankuwel," zeg ik beleefd.
Ik pak Brian bij zijn mantel en sleur hem de bakkerij uit.
"Wat is dit nou weer?" vraagt hij boos.
"Ik leg het later wel even uit. Hoe snel denk jij dat je een bang gezin van zeven kinderen en een moeder kan evacueren naar een veilige plek?"
"Euh... Hoe snel moet het zijn?" antwoordt Brian met een wedervraag.
"Sneller dan die wolf bij het huisje aan kan komen. Hij zal via de voordeur naar binnen willen gaan, dus moet jij er via de achterdeur uit terwijl ik de wolf bezig houd, gesnopen?" Dit plan heb ik net pas bedacht, en hij klinkt nu al briljant.
Ik moet alleen nog even bedenken hoe ik die wolf bezig houdt zonder dat hij mij als lunch neemt.
"Wacht, wat?"
"Later," zeg ik tegen Brian. "Ik leg het later wel uit. Nu is de tijd voor actie."

Het huisje van de zeven geitjes was inderdaad niet moeilijk te vinden. We waren er zelfs lang voor de wolf kwam.
Het enige is dat we de geitjes een hartaanval bezorgden door zo naar binnen te stormen.
"Wie zijn jullie en wat doen jullie in ons huis!" roept mama-geit boos als ze van de schrik bekomen is.
"Ik heb niet veel tijd om het uit te leggen, de wolf kan hier elk moment zijn," antwoord ik met een blik op de deur.
"Ze wil het zelfs niet aan mij vertellen, maar we moeten evacueren," vult Brian me aan.
"De wolf?" Volgens mij was dat het enige woord dat mama-geit en de andere geitjes echt belangrijk vonden aan ons verhaal.
"Die is dood," zegt het oudst uitziende geitje met opgetrokken wenkbrauw.
Ja, geitjes kunnen dat blijkbaar ook.
"Er komt een wolf, met meel aan zijn poten hierheen, ik weet het zeker," zeg ik vastbesloten.
"Rachel, wees redelijk. Er komt geen wolf. Waarom zou een Faunaat zijn mede-Faunaten op willen eten?" Brian kijkt me veelbetekenend aan.
"Omdat dat in zijn natuurlijke bloed zit. Wolfen eten geiten, schapen en andere vierpotige dieren die gras eten. Die wolf bij de bakkerij gaat echt geen deegvormpjes maken met zijn kinderen, ik bedoel, wie doet zoiets nou weer? Dan ben je wel erg diep gezonken als ouder."
"Wij doen het wel eens," zegt een meisjesgeit met een roze jurkje.
O. Heh. Oeps.
"Wat ik wilde zeggen," zeg ik. "We kunnen beter voorzorgsmaatregelen nemen."
"En waarom dan wel?" vraagt een van de geitenkindjes met een sceptische blik.
Voor ik kan antwoorden wordt er op de deur geklopt.
"Help me!" roept een zoete honingstem. "De wolf zit achter me aan. Help me!"
Voorzichtig kijkt een van de geitjes - het jongste geitje denk ik, die was het slimst - uit het raam en trekt daarna snel de gordijnen weer dicht.
"Ze heeft gelijk," zegt hij bang. "Het is de wolf."

En? Wat vinden jullie?

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top