Hoofdstuk 9
"Steve?" Tony keek me bezord aan. Ik ademde de alcohol geur in. Het rook op een bepaalde manier goed.
"Ja?" Ik keek vragend naar Tony op. Zijn bruine ogen waren nog mooier dan daarnet.
"Gaat het?" Hij had nog altijd een ongeruste uitdrukking op zijn gezicht. Het maakte hem schattig en tegelijk breekbaar. Hij zag er totaal niet meer uit als de Tony die ik al jaren kende.
"Ja." Zei ik. Ik probeerde te gaan zitten. Tony hielp me voorzichtig.
"Heb je pijn?" Tony ondersteunde me en hielp me omhoog.
"Het gaat wel." Ik ging staan. Alles duizelde nog een beetje. Tony's woorden spookten door mijn hoofd: 'Pepper is speciaal, net als jij.' Ik stampte een paar keer op de grond om wakker te worden.
"Steve?" Ik keek op en zag Bruce staan. "Voel je je wel goed?"
Ik knikte. "Ja, prima. Ik ben alleen een beetje duizelig."
Geholpen door Tony liep ik naar de STARK 5. De wagen die ik van Tony had 'geleend'.
"We halen die andere auto morgen wel op." Bruce hield de deur open. "Ik rijd. Jullie hebben rust nodig."
Tony liet me voorzichtig op de achterbank vallen en ging naast me zitten. Ik rook de alcohol geur. Het was het enige dat me eraan deed herinneren dat Tony dronken was en zijn woorden niet echt.
Bruce startte de motor en in stilte reden we de weg op. Naast mij keek Tony slaperig. Ik sloeg een arm om hem heen en hij legde dankbaar zijn hoofd tegen mij aan. Ik genoot van de warmte die Tony's lichaam uitstraalde.
Bruce keek door de voorruitspiegel naar mij. "Slaapt hij?" Fluisterde Bruce.
"Ja, hij was bekaf. Ik zat hier pas een minuut of hij sliep al." Ik keek naar de slapende playboy.
"Hij zal zijn roes wel uit moeten slapen." Bruce keek weer op de weg.
"Zal hij morgen hoofdpijn hebben?" Vroeg ik. Ik keek uit het raam en zag de zee.
"Ik weet het niet. Het is wel Tony over wie we het hebben. Misschien wel, misschien niet."
Ik hoopte voor Tony van niet.
"Hij zal morgen wel last hebben van een kater." Ging Bruce verder.
Ik knikte bedrukt. Arme Tony. Wat had hij ooit misdaan dat maakte dat hij zoveel dronk?
Tony bromde wat in zijn slaap en probeerde de riem weg te trekken. Ik pakte Tony's onrustige handen en hield ze vast. "Ssst. Stil maar." Fluisterde ik.
"Zei je wat?" Bruce zette klasieke muziek op.
"Nee, nee. Ik zei niks." Murmelde ik. Ik legde mijn hoofd tegen Tony's hoofd en sloot mijn ogen.
"Wakker worden." Fluisterde Bruce.
Ik rekte me gapend uit. "Waar zijn we?"
"We zijn bij Malibu Point en, voordat je het vraagt, het is drie uur s' nachts." Bruce maakte de riem los.
"Wat doen we met Tony?" Vroeg ik. Ik voelde hoe Tony diep in-en uitademde.
"We leggen hem in bed en laten hem slapen." Fluisterde Bruce.
"Oké." Ik maakte me voorzichtig los van Tony. Ik stapte uit en draaide me om zodat ik Tony mee kon nemen. Hij lag te slapen op de achterbank.
"Hier moet ik een foto van maken." Zei Bruce.
"Dat doen we niet." Zei ik en pakte Tony op zoals je ook wel eens een baby vasthield.
Met de slapende miljardair in mijn armen liep ik naar de voordeur. Bruce maakte de deur open en we liepen het donkere huis binnen.
"Ze liggen vast al in bed." Fluisterde Bruce.
"Ja." Ik merkte nu pas hoe moe ik was.
Met de slapende Tony tegen me aangedrukt, liep ik de trap op en Tony's kamer binnen. Ik legde hem voorzichtig op bed. "Wat zal jij lekker slapen." Zei ik en gaf Tony een kus op zijn voorhoofd.
Te moe om nog naar mijn eigen bed te strompelen, ging ik naast hem liggen. Ik streek met mijn hand door zijn haar. Het voelde zacht. Ik speelde er nog even mee en viel in slaap.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top