Hoofdstuk 32

Het leek wel van alle kanten te komen. Het geluid van de sirenes van politieauto's. Het deed gewoon pijn aan mijn oren.
Tony reed de straat van Marloes en Mirte in. Hij stopte voor de villa en toeterde.
Natasha en Lucas kwamen het huis uit gerend.
Ik deed het raampje open. "We moeten gaan. Geen tijd voor uitleg. Stap gewoon in!"
Natasha keek me vreemd aan. "Mirthe en Marloes gaan mee." Kwam er schurend uit.
"Waarom?" Vroeg Tony.
"Ze zijn in gevaar." Natasha ademde zwaar. "Ze hebben een brief ontvangen waarin ze bedreigd werden. Iemand weet dat ze ons helpen. Ze moeten mee. Ze zullen vermoord worden als ze hier blijven."
"Waar zijn ze nu?" Vroeg ik.
"Wat spullen pakken." Natasha leunde tegen de jeep.
"Daar hebben we geen tijd voor!" Schreeuwde ik. Op dat moment kwamen Marloes en Mirthe naar buiten. Ze hadden allebij een klein koffertje vast.
"Stap in!" Schreeuwde Tony zo hard als hij kon.
Er kwam een politieauto de straat in gereden. Zodra ze ons door kregen zetten ze de sirene aan.
Marloes en Mirthe strompelde naar de jeep en werden door Lucas en Natasha achterin geduwd. Ze sprongen ook in de auto.
Ik hoorde banden piepen en we scheurde de straat uit. Natasha trok snel de deur dicht. "Idioot!" Schold ze.
Tony trok zich er niets van aan. Hij reed ons de stad uit.

Ik keek om me heen. Achter ons zag ik wel tien politiewagens. Aan onze linkerkant kwamen de veel te bekende auto's ook in zicht. "We zitten zo diep in de nesten!" Riep ik.
Marloes en Mirthe zaten dicht op elkaar.
"Wat gebeurt er?" Vroeg Marloes. Ze huilde zacht.
"Er is een klein probleempje." Vertelde Tony haar. "We worden achtervolgd door de politie en die Wapenhandelaren. Het stomste van al is dat ik mijn boekje kwijt ben. Als ze ons te pakken krijgen, zullen ze daar zeker niet blij mee zijn."
"Je maakt je zorgen om je boekje?" Vroeg Mirthe kwaad. "Mijn dochter is in gevaar en jij maakt je zorgen over een boekje?"
Tony schudde zijn hoofd. "Ik maak me zorgen om jullie. Als ik mijn boekje kwijt ben zullen ze jullie kwaad doen."
"Laat je dan niet pakken!" Riep Mirthe. Ze barste in tranen uit. "Ik ben zo bang." Jammerde ze.
"Nergens voor nodig." Trooste Natasha haar. Ze sloeg haar arm om Mirthe heen. "Tony is de beste chauffeur die ik ken."
"Echt?" Vroeg Tony.
"Oké, ik neem het terug." Zei Natasha.
"Niet aardig." Tony liet zijn schouders hangen.
"Kunnen we harder?" Vroeg Lucas.
"We zullen eens kijken hoe snel dit schatje kan." Tony streelde het stuur en schakelde naar de hoogste versnelling.
We schoten vooruit. "Jeay!" Riep ik.
"Wohoo!" Deed Tony met me mee.
"Kleuters!" Riep Lucas.
Ik keek achterom en zag dat de politie was afgehaakt. Alleen de wapenhandelaren zaten ons nog op de hielen.
"We moeten nog sneller." Ik keek weer voor me.
"Dat gaat niet." Tony keek hulpeloos opzij. "Hun auto's zijn opgevoerd. Dat hadden wij ook moeten doen. Ze zullen ons inhalen."
"Nee!" Jammerde Mirthe bang. "Ze zullen ons vermoorden!"
Ik draaide me naar haar om. "Ze zullen jullie niks doen." Fluisterde ik geruststellend. "Ze zullen jullie niet eens te pakken krijgen."
"Steve?" Tony tikte me aan.
"Wat is er nu weer?" Ik draaide me richting Tony.
"Ravijn." Hij wees naar voren.
Vijftien meter voor ons hield de grond op.
"We moeten remmen!" Riep ik.
"Dan zullen ze ons te pakken krijgen." Piepte Mirthe.
"We hebben geen keus." Tony trok aan het stuur en remde.
We slingerde en even dacht ik dat Tony de macht over de auto zou verliezen, maar uiteindelijk stonden we stil.
"We moeten Mirthe en Marloes beschermen!" Riep ik. Ik stapte uit de auto.
We werden ondertussen omsingeld door de auto's van de wapenhandelaren. Ik voelde de gapende diepte van de afgrond achter me. We konden alleen maar naar voren. Naar achteren was geen oplossing.
Ik nam een uitdagende houding aan. "Kom maar op." Mompelde ik.
Naast mij gingen Natasha, Tony en Lucas ook gevechtsklaar staan.
"We gaan dit samen doen." Zei Tony.
Ik knikte. "We gaan dit samen doen, als een team."
Ik rende op de overmacht af. De mannen keken elkaar aan voor hulp. Ik glimlachte. Dit was het allemaal waard geweest. Tony was het allemaal waard geweest.
"Cap!" Schreeuwde een bekende stem.
Ik keek om en zag een grote discus op me af komen vliegen. Het was een rood, blauw, witte discus. Het was mijn schild. Drong het tot me door.
Ik ving het op en haalde uit naar de mannen die in mijn buurt stonden.
Ik keek om me heen, op zoek naar meer vijanden. Aan de overkant van het ravijn zag ik een man met een boog staan. Hij werd vergezeld door een man met een hamer en een grote gorilla.
Ze waren gekomen, de andere Avengers waren gekomen!

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top