Hoofdstuk 23

Ik voelde hoe iedere haar op mijn lichaam recht overeind ging staan. Gespannen keek ik door de voorruit. Voor ons zag ik een barricade die bestond uit verschillende auto's, gewapende mannen, Irene en zelfs een tank. "Daar komen we nooit doorheen!" Riep ik.
"Wie zei dat we er doorheen gaan?" Vroeg Tony.
"Sukkel!" Riep Natasha. "Hoe wil je het anders doen?"
Tony haalde zijn schouders op. "Er overheen." Zei hij terloops.
"Er overheen?" Lucas klonk ongelovig.
"Dat gaat nooit lukken!" Riep ik.
"Rustig." Zei Tony. "Ik heb alles berekend. We zullen het halen."
"Maar hoe komen we ooit hoog genoeg?" Vroeg ik.
"Zie je die bult daar?" Tony knikte met zijn hoofd naar links.
Ik keek uit het raam, en inderdaad, ik zag een bult.
"Die moet ons hoog genoeg kunnen lanceren." Vertelde Tony. "We zullen achter ze terecht komen."
"Wat nou als het niet klopt?" Ik keek angstig naar Tony.
"Het zal kloppen." Zei Tony. Hij stuurde de auto op de bult af.
"Ik hoop het." Zuchtte Lucas.
In mijn ooghoek zag ik Natasha een schietgebedje doen. Ze leek, net als ik, niet overtuigd.
"Daar gaan we!" Riep Tony.
Ik keek uit het raam en zag dat we niet langer op de grond reden. In tegen deel, we zweefden door de lucht. Ik keek naar beneden en zag mannen ons met open mond aanstaren. Ze wezen naar boven. Ik liet mijn blik over de mannen glijden. Mijn ogen bleven rusten op Irene. Ze stond te schreeuwen en bevelen uit te delen, maar niemand luisterde naar haar. De mannen hadden alleen nog maar oog voor ons.
Irene kreeg door dat er niemand luisterde en begon mannen te slaan. Het zag er, eerlijk gezegd, best komisch uit.
De auto lande weer op de grond. Ik werd tegen Lucas aan geslingerd. Alsof dat nog niet genoeg was , viel Natasha ook nog boven op me.
"Zijn jullie nog heel?" Vroeg Tony.
We vloekten alle drie zachtjes terwijl we van elkaar af klommen.
"Soort van." Zei Natasha.
"Fijn om te horen." Tony keek weer voor zich.
Lucas keek versuft op. "We hebben het gehaald!" Riep hij. "Ik leef nog!"
"We hebben nog niet gewonnen." Zei ik. "Ze zetten de achtervolging in."
Natasha kreunde. "Kan je misschien ook een keer optimistisch zijn?"
"Ik ben zo vaak optimistisch." Zei ik beledigd. "Maar wel pas als we geen gevaar meer lopen."
Natasha sloeg met haar hand tegen haar hoofd. "Je snapt het ook echt niet, of wel soms?"
"Jongens," Lucas kroop tussen ons in. "hier hebben we nu geen tijd voor."
Tony keek in de achteruitkijkspiegel. "Lucas heeft gelijk." Beaamde hij. "Ze zitten ons op de hielen."
"Kunnen we iets doen om ze af te remmen?" Vroeg Natasha.
"Liggen er wapens in de achterbak?" Tony liet het stuur even los en strekte zijn armen.
"Ik zal kijken." Natasha ging over de rugleuning van de achterbank hangen. "Volgens mij..." Ze gaf me een wapen aan. "Kijk of hij geladen is." Droeg ze me op.
Ik pakte het wapen vast. Het was een klein vuurwapen dat mensen vaak op zak hadden. Ik haalde het magazijn er uit en controleerde de inhoud. "Deze is geladen."
"Geef maar aan mij." Lucas pakte het wapen van mij over. Hij ging uit het kapotte raam hangen en riep: "Waar moet ik op richten?"
"De banden!" Riep Tony.
"Oké!" Lucas kneep één oog dicht en richtte. In operste concentratie haalde hij de trekker over.
Ik hoorde de knal en keek snel achter me. De voorste auto slingerde en sloeg over de kop.
"Hier!" Natasha drukte een wapen in mijn handen. "Niet missen!" Zei ze. Ze knipoogde naar me.
"Natuurlijk niet." Ik laadde het wapen en ademde diep in. Niet missen Steve. Dacht ik. "Daar gaat die." Ik trapte het andere raam in en liet me naar buiten hangen.
Ik zag drie auto's die een eindje voor de rest uit reden. Ze liepen langzaam op ons in.
"Het is nu of nooit." Fluisterde ik tegen mezelf. Ik richtte het geweer op de banden van de voorste auto. Rustig ademde ik in en uit. Zo ontspannen mogelijk haalde ik de trekker over.
Ik voelde, meer dan ik hem hoorde, het schot. De voorste auto sloeg, net als de auto die door Lucas was geraakt, over de kop. De auto's die vlak achter de over de kop slaande auto reden, probeerden nog uit te wijken, maar het was al te laat. Met een geluid dat door merg en been ging, knalden de auto's op elkaar.
Ik knipperde met mijn ogen. Voor mijn ogen zag ik de auto's ontploffen. In shock liet ik me terug in de auto zakken.
Ik merkte het amper toen Natasha mijn plek in nam. Overal hoorde ik nu de geluiden van geweerschoten.
"Ze schieten op ons!" Riep Lucas naar Tony.
"Ik weet het!" Riep Tony terug. "Zolang ze de banden maar niet raken, is er niks aan de hand!"
Ik voelde een rilling over mijn rug lopen. "Waar moeten we nu heen?" Vroeg ik. Ik klonk banger dan mijn bedoeling was. Als we al weg kwamen, wisten we niet waar we waren. Hoe kwamen we ooit weer thuis?

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top