Hoofdstuk 21
Er kwamen vijf mannen binnen. Ze hielden allemaal hun wapens op ons gericht.
"Dat werd tijd." Tony klemde zijn notitieboekje tegen zich aan.
Ik keek verbaasd naar hem. "Horen zij bij ons?"
"Nee, maar ik wilde een andere cel. Volgens mij heb ik mijn zin gekregen." Tony bestudeerde de vloer voor hem.
"Shut up!" Riep de man die, zo te zien, de leiding had. Hij haalde boeien van zijn riem en deed ze om de polsen van Tony. Drie andere mannen deden hetzelfde bij Lucas, Natasha en mij.
"Lopen!" Ze dirrigeerden ons de kamer uit.
We kwamen op de gang waar ik een hele tijd geleden ook doorheen was gekomen.
"Rechtsaf!" Schreeuwde één van de mannen.
Ik begon te lopen en de rest volgde me. We liepen tot het einde van de gang. Daar was aan de linkerkant een groot raam. Ik keek erdoor en zag een kamer waarin twee stapelbedden, een tafel met vier stoelen en een bank stonden.
Ik kreeg een duw en we liepen langs het raam. Na het raam was een deur.
De deur werd open gemaakt en ik, Tony, Lucas en Natasha werden de kamer binnen gebracht. Onze boeien werden los gemaakt. De mannen zeiden iets tegen ellaar en verlieten de ruimte.
"Daar zijn we dan." Zei Tony opgewonden.
Ik keek om me heen. We stonden in een vierkante ruimte van vijf bij vijf meter. Drie wanden waren wit geverfd. De vierde wand bestond uit een grote spiegel. Dat moest het raam zijn waar ik net doorheen had gekeken. De ruimte werd verlicht door een paar spotjes.
"Aaah." Tony liet zich in de bank zakken.
"Nu zijn we hier." Stelde Lucas overbodig vast. "Wat zijn we daarmee opgeschoten?"
"Alles!" Riep Tony. "We hebben nu een bed!"
"Een bed gaat ons anders niet helpen ontsnappen." Zei Natasha. Haar stem droop van het sarcasme.
"Ik zal jullie straks alles uitleggen." Siste Tony. "Maar eerst ga ik uitrusten." Hij gaapte en banjerde naar de stapelbedden. Uitgestrekt liet hij zich in bed vallen.
"Dat is geen verkeerd idee." Zei ik. "Misschien moeten we allemaal proberen te slapen."
"We kunnen niet anders." Natasha ging op de rand van het andere onderste bed zitten. "Dit is eigenlijk niet slecht." Zei ze. Ze ging liggen en sloot haar ogen.
Overspoeld door vermoeidheid liep ik naar het stapelbed waar Tony onderin lag. Ik klom in het bovenste bed en al gauw viel ik in slaap.
"Het is tijd." Fluisterde iemand.
Ik sprong uit bed. "Waarvoor?"
"We gaan ontsnappen." Ik herkende Tony.
"Nu?" Vroeg ik.
"Ja." Tony ging de anderen wakker maken.
Ik stond te springen van opwinding. "Rustig Steve." Fluisterde ik tegen mezelf. "Straks veraad je ons nog."
"Laten we gaan." Fluisterde Tony. Hij sloop naar de deur.
"Hoe komen we daar doorheen?" Vroeg Lucas.
"Met deze." Tony hield triomfantelijk een bos sleutels omhoog.
"Hoe kom je daar aan?" Vroeg Lucas.
"Dat is nu niet belangrijk." Fluisterde Natasha. "Het telt alleen dat hij ze heeft."
Tony stak één van de sleutels in het slot. Hij draaide voorzichtig. 'KLIK' klonk het door de kamer. Ik hield onwillekeurig mijn adem in en spitste mijn oren. Hoorde ik daar iemand aankomen? Ik wachtte gespannen af.
"De kust is veilig." Tony duwde de deur helemaal open. "De gang is verlaten. We kunnen nu gaan."
"Kom." Ik wenkte Natasha en Lucas mij en Tony te volgen.
We kwamen uit op een splitsing. "Welke kant nu op?" Vroeg ik.
"Rechtdoor." Fluisterde Tony. Hij keek links en rechts, alvorens over te steken. Hij draaide zich om. "Waar wacht je nog op?"
Ik volgde Tony lichtvoetig. Achter mij voelde ik Natasha en Lucas in mijn nek ademen.
Tony verdween een hoek om. "Shit." Hoorde ik gedempt.
"Wat?" Ik snelde naar Tony toe.
"We kunnen niet verder." Snauwde hij amper hoorbaar.
"Hoezo niet?" Vroeg ik.
"Kijk voor je." Zei Tony.
Ik deed wat Tony zei en zag een grote, donkere deur die ons de weg versperde. "Dat wordt inderdaad moeilijk." Fluisterde ik.
"Wordt moeilijk?" Vroeg Tony zachtjes.
"Jij gaat hem kraken." Zei ik vastbesloten.
"Echt niet." Zei Tony net iets harder dan dat de bedoeling was.
"Ssst." Siste Natasha achter ons. "Stel je niet aan, Tony. Jij gaat deze deur kraken."
"Ik zal je het controlepaneel laten zien." Ik sloop naar de plek waar het controlepaneel zat.
"Ik zal mijn best doen." Tony begon het paneel uit elkaar te halen.
Na vijf minuten hoorde we Tony zachtjes juichen. De deur ging open.
"Nog maar vier deuren te gaan." Lucas ging voorop.
Tony verscheen achter ons. "Wat zei Lucas?"
"Niks dat van belang is." Zei ik en liep door de deur.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top