14. Zolang we samen zijn
Spoekie holde harder dan zijn korte pootjes hem konden dragen. Hoewel de knipperende knaap hem met gemak voorbij had kunnen benen, hield hij zich op de achtergrond.
De laatste meters rolde en tuimelde Spoekie door het zachte zand. 'Mijn makker, mijn maatje!' Hij had zijn gemaskerde gezelschap eindelijk weer gevonden. Hij klemde zijn korte pootjes om het polmpe postuur van zijn eens verloren vriend en vierde dat hij hem vanaf nu nooit meer zou verliezen.
De gemaskerde makker glimlachte droevig, 'waarom heb je mij gezocht?' Hoe heb je mij gezien? Ik had mijzelf begraven, bedolven onder de schitteringen van de woestijn.' Somber keek hij naar zijn lange benen en zijn dikke buik die boven het zand uit stak. 'Kennelijk wil zelfs de woestijn mij niet verhullen en heeft de wind mijn dekmantel weggewaaid.'
'Hij waaide weg omdat je niet mag verdwijnen, omdat ik zonder jou verloren ben, mijn vriend. Vrees niet voor ons falen, voor fronzende blikken en neerbuigende betweters. Misschien straal jij niet maar je laat mij van binnen stralen. Met jou durf ik ons duistere doem aan.' Sprak Spoekie met stralende ogen vol licht en tranen.
Plots veranderde het masker, de gaten in het masker vulde zich met licht, maar bovenal met liefde. En de gemaskerde makker sloeg zijn slungelige armen om Spoekie heen sprak: 'Nog nooit heb ik mij zo gevoeld, nog nooit heb ik geweten, dat het hebben van een goede vriend zich nergens aan kan meten. Ik ben misschien geen lichteling, niet meer dan een lelijke lompert, en vlek in deze woestijn. Het kan mij niet schelen wie ik ben, zolang wij maar samen zijn.'
Spoekie's mond viel open, opeens lichtte de gemaskerde makker op. Voor hem stond van top tot teen een prachtig stralende blob. 'Je straalt, je schitterd! Hoe is het mogelijk mijn gemaskerde makker, mijn verlichtende vriend?'
'Ik weet het niet.' mompelde de gemaskerde makker. 'Maar jij ook! En jij hebt dat het allermeest verdiend!'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top