11. De knipperende knaap
Plots zag Spoekie was oplichten, in de diepe duisternis. Het was een kleine lichtje, dat knipperde, ver van Spoekie vandaan. Was het een knipperende lichteling of was het de gemaskerde makker, die langs het licht bewoog?
'Hallo daar, daar in de diepte? Is daar iemand?' Riep Spoekie omlaag in het ravijn, zijn stemgeluid galmend door de ruimte. Schoorvoetend schoof hij dichter naar de rand en liet zich langzaam omlaag zakken.
Het knipperende licht verlichte af en toe de muren van de klif, waar Spoekie zich aan vast klampten. Dankzij het gebrek aan zwaartekracht viel het hem echter niet te zwaar, en al snel had hij de horizontale grond weer onder zijn voeten.
Hij draaide zich om en zag het toen een knipperende knaap, die zich op de bodem van het ravijn bevond. Spoekie naderde de knipperende knaap nieuwsgierig, het was een vreemd gezicht, nog nooit had hij zo'n wezen gezien.
'Is... is alle in orde?' stotterde Spoekie tegen de knipperende knaap die in een gekrompen zijn licht liet schitteren op de maat van de schokken van zijn gesnik.
De knipperende knaap snoof zijn tranen weg en wendde zich tot Spoekie, die hij vol verbazing bekeek. 'Jij... jij straalt niet, helemaal niet!' stamelde hij terwijl zijn duisteren ogen Spoekie in zich opnamen.
Spoekie schudde treurig zijn hoofd. 'Ik ben een duisterling, die stralen niet.' antwoorde hij aarzelend. 'En jij, jij knippert. Jij bent geen lichteling, die knipperen niet, niet waar?'
'Niet waar.' zei de knipperende knaap. 'Ik ben een lichteling, een echte lichteling! Zie je dan niet hoe prachtig ik schijn!' antwoorde kennelijk dus een lichteling lichtelijk beledigd. De knipperende knaap spande al zijn spieren en even scheen hij fel, maar al snel begon zijn licht te flikkeren en doofde zijn licht in de duisternis.
Spoekie bekeek hem echter vol bewondering, want het kleine beetje licht dat hij bezat, was meer dan Spoekie nu nog van zou durven dromen. Het was nog altijd meer dan wat Spoekie had.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top