Ik knielde naast je neer.

Nam je hand in de mijne.

Ik zag een glinstering in je ogen, en hoopte dat het een teken van leven was.

Maar ik keek goed, en zag dat het één enkele traan was die je oog verliet en over je wang rolde.

Als het laatste beetje kracht dat uit je lichaam wegvloeide.