-PROLOOG-

•☆*⭒☾✩⋆。★°*•

De Hemel, waar geluk leeft;


"Laat het vallen!" sprak een stem. Een diepe, rustgevende mannenstem.

"Het is een haar! Besef je wel waar we mee bezig zijn? Ze heeft straks niemand meer. Ze hebben haar een Outcast gemaakt. Gemaakt, zelf. Door onze daden. Het minste wat we kunnen doen is haar een afscheid geven... Respect tonen." sprak nu een soortgelijke, vrouwelijke stem. Maar deze stem was niet rustgevend, deze stem was gevuld met angst en spijt. Elk woord dat ze sprak klonk als een gebed voor vergiffenis. 

Dezelfde vrouw begon nu te huilen. Glansende, zilveren tranen vielen met elke snik op het ronde hoofdje van het wezen in haar armen. Het keek haar aan met twee grote ogen, ieder een andere kleur en achter elke kleur een andere persoonlijkheid. 

De vrouw keek in het rechteroog, de diepblauwe iris bevond zich als een ring van oceaan om het pupil, en in dit oog zag ze de vreugde weerspiegelen die ze had gevoeld toen haar dochter eindelijk geboren werd. Voor een moment voelde de vrouw zich gelukkiger en haar snikken namen een pauze. 

Maar toen viel haar blik op het linkeroog, felgroen als een schitterende smaragd met een diepe, donker leegte in het midden. De leegte waar ze al haar angsten en fouten in terug zag. Het moment dat ze het pupil inkeek nam het huilen weer over en het mannelijke wezen naast haar nam zijn kans om te spreken.

"Het is te laat voor respect, Luxelle. En er is niks meer om afscheid van te nemen. Ze is-... Het is niks meer. Kijk dan, het zweeft niet eens meer. Het enige wat tussen dat ding en de Middegrond staat zijn jouw armen." Sprak de man. Hij legde zijn hand op de schouder van Luxelle die met een hand haar tranen wegveegde.

"Ik kan het niet Yabriël, ik kan dit niet doen." Snikte ze. 

De man verharde, "Als je nog enig respect voor mij en onze Binding over hebt, laat het vallen. Ik had beloofd niks te zeggen, maar we weten allebei dat je dit op jezelf hebt gebracht. Je hebt ons allemaal in gevaar gebracht Luxelle, het minste wat je kunt doen is haar laten vallen." Zei Yabriël.

"Het is onze dochter!" Gilde Luxelle met een laatste snik.

Haar partner keek haar strak aan en ze kon zijn gedachten haast horen. 'Jouw dochter. Jouw dochter, geboren uit jouw fout. Uit jouw verraad. Jouw fouten gemengd met duivels genen is geen dochter van mij.'  Maar zoiets zou hij nooit uitspreken, daar was hij niet op gemaakt.

Het staren van Yabriël versteende haar gezicht en Luxelle wendde haar blik af. Ze had geen keuze. Een laatste keer keek ze naar het kleine gezichtje, en toen liet ze zonder waarschuwing het meisje vallen.

•☆*⭒☾✩⋆。★°*•

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top