hoofdstuk 1

'Is ze wakker?', hoorde ze. 'Stil roodkit!', hoorde ze nog een stem. 'Joepie! Nog een nestgenootje!', hoorde ze nog een andere stem. Wauw! Ze zijn met drie. Dat wordt spelen. Ze opende haar ogen. 'Wauw! Ze zijn prachtig ambergeel!', miauwde een groot zwart katertje. 'Ja echt hé!', een licht rood katertje keek haar aan. 'Ik ben Nachtkit', miauwde het zwarte kater. 'En ik ben Roodkit en dat is stekelkit', zei het rode katertje. 'Kom sta op, spikkelkit' ze keek naast haar en zag haar moeder: Asvoet. 'Mag ik haar rondleiden?', miauwde Roodkit. 'Nee', miauwde roodkits moeder. 'Jij moet nog gevoed worden. 'En Nachtkit en Stekelkit?', vroeg hij. 'Nachtkit heeft al gedronken, maar Stekelkit niet. Kom op!', miauwde de moederpoes. Roodkit wierp nog een woedende blik op Nachtkit en liep naar z'n moeder. 'Kom mee Spikkelkit'. Miauwde Nachtkit. 'Ik zal je rondleiden' Spikkelkit stond op en volgde hem. Ze zette maar een stap buiten en ze ruikte zoveel kattengeuren. 'Wauw, zoveel geuren!', miauwde ze verbaasd. 'Ja hé', miauwde hij opgewonden. 'Wie heeft jou rondgeleid?', vroeg ze aan Nachtkit. 'Een vriendin van me: Witstaart. In die tijd was ze nog leerling' Hij keek haar even aan, Spikkelkit werd een beetje opgewonden toen hij naar haar keek. 'Kom mee', miauwde hij. 'Kijk daar is m'n zus: Zachtkit' Ze keek op een klein wit poesje hinkte naar hun toe. Eerst vroeg ze zich waarom ze hinkte, maar toen ze beter keek zag ze dat ze een kromme been had. 'Waarom heeft ze een kromme been?', vroeg ze. 'Ze  is zo geboren', antwoordde hij. 'Zachtkit, kom kennismaken met onze nieuwe nestgenoot' Zachtkit hinkte naar hun toe. 'Hallo!', miauwde het witte poesje. Ze raakte het neusje van haar aan. Toen begreep ze waarom ze Zachtkit heten. Ze was zo zacht! 'Hallo!', miauwde Spikkelkit. Ze kletsen even bij en ze volgde Nachtkit. 'Kijk daar is de leider en commandant', miauwde hij terwijl hij met zijn staart wees naar een zwarte-witte kater met een lange staart en een andere Zwarte kater die bijna op Nachtkit leek. 'Is die zwarte kater je vader?'. Vroeg ze. 'Nee', snorde hij. 'Het is jouw vader, mijn vader is de kat ernaast: Langster' 'Wat is het kamp groot!', dacht ze. 'Kijk daar is Modderklauw', miauwde hij wezend naar een bruine kater. 'Hij kan chagrijnig zijn maar tegen ons is hij altijd aardig!' Hij leidde haar nog wat rond en ze liepen de kraamkamer binnen, het begon al donker te worden. 'En hoe was kamp, Spikkelkit?', vroeg haar moeder. 'Geweldig!', riep ze. Maar toen ze achter haar keek. Zag ze Roodkit en Stekelkit al aan het slapen waren. Ze rolde zich op en deed haar ogen dicht. Morgen zou ze waarschijnlijk nog veel meer dingen zien dacht ze voordat ze in slaap viel.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top